Op 7 oktober jongstleden is onze redacteur Georges De Schrijver S.J. onverwacht overleden, tijdens een verblijf in Manilla op de Filippijnen. Het was zijn laatste wens daar ook begraven te worden. Manilla was een van de plaatsen die hij, sinds zijn emeritaat als hoogleraar Fundamentele dogmatiek aan de Katholieke Universiteit Leuven in 2000, zo mogelijk jaarlijks bezocht om een aantal gastcolleges te geven. Zo ook verzorgde hij collegereeksen in Bangalore in India, Guangzhou in China, en Ikot Ekpene in Nigeria – ‘Een van mijn hobby’s is lesgeven’, schreef hij hierover. Georges was, zoveel moge duidelijk zijn, een gedreven docent, die ook na zijn pensionering in Leuven zijn kennis en inzichten wilde blijven uitdragen. En dit juist ook buiten Europa, zoals hij vanuit zijn intense betrokkenheid bij het mede door hem opgerichte Centrum voor Bevrijdingstheologie aan de Leuvense universiteit aandacht gaf aan ontwikkelingen in de theologie in de wereld buiten Europa.

Tot deze belangstelling voor de theologie van de niet-westerse wereld kwam hij verhoudingsgewijs laat. Geboren in 1935, trad hij in 1954 in bij de Sociëteit van Jezus, en werd in 1968 tot priester gewijd. Hij richtte zich in zijn studie theologie aanvankelijk vooral op de fundamentele dogmatiek, en promoveerde in 1976 in Leuven op een dissertatie over de theoloog Hans Urs von Balthasar (1905-1988). Daarna ging hij zich geleidelijk meer interesseren voor actuele religieuze problemen, zoals de plaats van godsdienst in een samenleving die steeds meer seculariseert, de plaats van het christendom in een omgeving waarin andere godsdiensten domineren, en de interreligieuze dialoog. Ook ging hij zich meer richten op de politieke theologie, op de vraag naar sociale gerechtigheid. Vanuit deze belangstelling bezocht hij in 1982 in Genève een congres van de Ecumenical Association of Third World Theologians, waar vanzelfsprekend veel theologen uit de Derde Wereld aanwezig waren. Zo kwam hij in contact met de bevrijdingstheologie, die in deze organisatie een dominante invalshoek vormde – de bevrijdingstheologie die naderhand zo’n belangrijke plaats in zijn leven zou gaan innemen. In 1983 werd hij door de ngo Broederlijk Delen uitgezonden naar Nicaragua, een land dat hij een jaar later weer bezocht, net als El Salvador. Daar sprak hij met bevrijdingstheologen als Jon Sobrino S.J. (*1938) en Ignacio Ellacuría S.J. (1930-1989) – laatstgenoemde werd tijdens de burgeroorlog in El Salvador in 1989 samen met vijf andere jezuïeten, hun huishoudster en haar dochter vermoord door het leger. In 1986 bezocht Georges Peru, waar hij uitgebreid sprak met de al even vooraanstaande bevrijdingstheoloog Gustavo Gutiérrez O.P. (*1928).

Intussen maakte Georges sinds oktober 1975 deel uit van de redactie van Streven. In nauwe samenwerking met de toenmalige hoofdredacteur Frans Van Bladel S.J. zorgde hij ervoor, dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw in het blad volop aandacht werd besteed aan de bevrijdingstheologie. Georges schreef zelf over het onderwerp, en slaagde er bovendien in teksten van belangrijke vertegenwoordigers van de bevrijdingstheologie in vertaling in Streven gepubliceerd te krijgen. Het is dan ook geen overdrijving dat Strevenop deze manier een belangrijke rol heeft gespeeld bij de introductie van de bevrijdingstheologie in het Nederlandse taalgebied. In het themanummer rond het 75-jarig bestaan van het blad, dat in oktober 2008 verscheen, verzorgde Georges een mooie terugblik op ‘Streven en de bevrijdingstheologie’. In deze terugblik besprak hij ook de kritiek die de toenmalige kardinaal Joseph Ratzinger in de jaren tachtig had op de theologie van de bevrijding – kritiek die, zoals Georges in die periode meteen onomstotelijk bewees, voor een belangrijk deel stoelde op selectief citeren uit het werk van Jon Sobrino, en in het geheel geen recht deed aan diens opvattingen. Nog in de terugblik uit 2008 klinkt de, weliswaar beheerste, verontwaardiging van Georges door over de opstelling van Ratzinger, en meer in het algemeen het Vaticaan, tegenover de bevrijdingstheologie. ‘De bewuste keuze zijn geloof te beleven door op te komen voor slachtoffers van maatschappelijke uitbuiting’ werd immers geheel miskend, en op ondeugdelijke gronden veroordeeld. Geen wonder dat Georges in de huidige paus Franciscus veel meer een geestverwant zag dan in diens voorganger Benedictus XVI.

Zoals de instellingen in Manilla, Bangalore, Guangzhou en Ikot Ekpene profiteerden van het emeritaat van Georges, zo profiteerde ook Streven ervan. Hij kon meer tijd aan het blad besteden: afgezien van de weken die hij doorbracht in het buitenland, was hij sindsdien een trouw bezoeker van de redactievergaderingen. Niet zelden werd tijdens die vergaderingen op zijn verzoek een korte pauze ingelast, opdat hij op de binnenplaats achter de vergaderruimte in de Prinsstraat in Antwerpen snel een sigaret kon roken. En hij stelde het zeer op prijs als een niet-roker – hij was in de redactie de enige roker – hem dan vergezelde voor een praatje. Georges was niet alleen een trouw bezoeker van de vergaderingen, hij was even trouw in het beoordelen van ingezonden teksten. Ook wanneer hij in het buitenland verbleef kwamen via e-mail stipt op tijd zijn oordelen over de teksten binnen, zo ook nog op 5 oktober jongstleden, voor de vergadering van een dag later. Vanaf het moment dat de redactie besloot jaarlijks een themanummer te maken, was Georges graag betrokken bij het samenstellen ervan.

Als auteur in Streven volgde Georges na zijn emeritaat eenvoudigweg zijn belangstelling. Hij beperkte zich niet langer tot bijdragen over theologie – die hij overigens ook nog bleef schrijven –, maar schreef over alles wat hem interesseerde: de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in de landen waar hij doceerde, ecologische thema’s, kosmologie, actuele filosofie,… Dit laatste resulteerde recent nog in een reeks artikelen over Giorgio Agamben; zijn afsluitende bijdrage in deze serie verscheen vorige maand, postuum. Hij publiceerde sinds 1975 in totaal 68 artikelen in Streven, waarvan 39 na zijn emeritaat in Leuven.

Zo kort na de betreurde Joris Gerits is Streven in de persoon van Georges De Schrijver opnieuw een boegbeeld ontvallen. We zullen hem zeer missen – zijn strenge oordeel over een tekst als een auteur naar zijn idee de plank echt missloeg, zijn ongeduld soms als hij de indruk had dat anderen zijn argumenten niet meteen vatten, het zichtbare genoegen en de karakteristieke grijns waarmee hij anekdotes vertelde of herinneringen ophaalde. Hij was een ware wereldburger, die overal zijn contacten had en niet aarzelde deze contacten aan te spreken voor een bijdrage aan ons blad. We zijn hem grote dank verschuldigd.