771 De onzichtbare handdruk. Over kunstenaars, hun dromen en hun nachtmerries
Gregory De Vleeschouwer
Het hedendaagse politiek-economische denken rust op twee peilers: de mythe van de onzichtbare hand en een logica gericht op nut. Vanuit het economisch liberalisme kan men vraagtekens plaatsen bij het nut van kunst. Maar veel interessanter wordt het als men de zaken omkeert en vanuit een kunstzinnige invalshoek de mythe van de onzichtbare hand eens onder de loep neemt. Achter het kunstwerk schuilt geen private en autonome hand, maar een gemeenschapshand die reikt naar een sociale handdruk. Dit levert een mensbeeld op dat haaks staat op het mensbeeld van het liberalisme.
784 Europese identiteit. Beethovens Negende
David Vermeiren
Met de invoering van het Europees erfgoedlabel in 2011 spant de Europese Unie zich in om de gedeelde culturele identiteit van haar burgers uit te dragen. Maar kan er wel sprake zijn van een dergelijke, door de meerderheid van de Europese burgers gedeelde identiteit? Het begrip ‘lieu de mémoire’ van Pierre Nora biedt de mogelijkheid om op zoek te gaan naar materiële en immateriële plaatsen die van betekenis zijn voor een bepaalde gemeenschap. In dit essay wordt nagegaan in hoeverre de Negende Symfonie van Beethoven kan gelden als een gedeelde herinneringsplaats voor de burgers van de Europese Unie.
794 Een kunstenaar als ‘lieu de mémoire’? Een gesprek met Armando
Anja Fricke
Met zijn kunstwerk Schuldig landschap was Armando een van de eersten die destijds in Duitsland het taboe doorbrak op het bespreken van de persoonlijke schuld. Op een winterse zondag in 2010 bezocht de auteur hem voor een interview. Zij vroeg hem wat ‘Duits’ is en wat ‘Nederlands’, en legt haar eigen ervaringen uit Duitsland naast de zijne. Willen wij wel herinneren? Is het onze plicht, te herinneren? Geeft herinneren zin? Hoe herinneren wij? Zijn herinneringen onveranderlijk? In dit essay worden gewetensvragen gesteld èn vragen over de ethische werking van kunst.
804 De verschillende waarheden over Karl May
Jaap van Marle
Weinig avonturenromans zijn ooit zo populair geweest als die van Karl May. Toch wordt zijn oeuvre door letterkundigen nog altijd niet serieus genomen. Niet alleen het feit dat we te maken hebben met een genre dat als low culture is bestempeld, ook de vele geruchten die de ronde hebben gedaan over Mays mores als schrijver, hebben afbreuk gedaan aan zijn reputatie. Het is tijd voor een cultuurwetenschappelijke duiding van zijn werk.

F O R U M

816 Voetballertjes en lezertjes
Pieter Anton van Gennip
821 Echte kleuren, echte verschillen. Godsdienstles vanuit een dubbelperspectief
Christophe Brabant
827 Godsdienst. Meer dan geloof alleen
Dick Wursten
833 Herfsttij van Rooms Nederland. Over ‘Moederkerk’ van Jos Palm
Herman Simissen

P O D I U M

838 Pelgrimage naar Krakow. In memoriam Wislawa Szymborska (1923-2012)
Johan de Boose
844 De verontrustende virale cinema van vader en zoon Cronenberg
Ivo De Kock

B O E K E N

Jean-Paul Sartre, Reflecties op het Joodse vraagstuk * Jan Bleyen, Doodgeboren. Een mondelinge geschiedenis van rouw * Jan Willem Stutje, Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Een romantische revolutionair * Virginie Devillez, Michel Draguet, Manu van der Aa e.a., Kunstpromotor Paul-Gustave Van Hecke (1887-1967) en de avant-garde * Christoph Thun-Hohenstein en Beate Murr, Gustav Klimt. Erwartung und Erfüllung. Entwürfe zum Mosaikfries im Palais Stoclet * Hendrik van Veldeke, Eneasroman * Rob Groenewegen, Te leven op duizend plaatsen. Jo Otten 1901-1940 * Philipp Blom, De duizelingwekkende jaren. Europa 1900-1914.