Streven, juni 2008

Mario Coolen *

In het Midden-Amerikaanse land Guatemala vond enige tijd geleden een bijeenkomst plaats over ‘Voedsel, internationale handel en Mayaspiritualiteit’. Leden van boerenorganisaties en Mayagroepen namen daaraan deel. Ook vertegenwoordigers van de Interkerkelijke Ontwikkelingsorganisatie Solidaridad uit Nederland waren voor het treffen uitgenodigd. Een eeuwenoude mythe over de oorsprong van de maïs stond op de bijeenkomst centraal.

De oermythe

Lang geleden, toen nog nooit iemand van maïs had gehoord, droomde don Pablo uit Santa Cruz van een nieuw gewas dat heerlijk voedsel opleverde. Nadat hij wakker was geworden riep hij de hulp in van de dieren om het gewas te gaan zoeken waarvan hij had gedroomd.

De dieren trokken eropuit, ze legden hun oor te luister bij bomen en bossen, bij de wolken en de wind, bij de regen en bij rivieren, maar nergens kende men het nieuwe gewas. Totdat een groep mieren door de spleet van een grote rots kroop. Daar lagen ze: handenvol prachtige maïskorrels. Meteen haalde don Pablo er een paar sterke kerels bij om de rots te splijten. Maar hoezeer zij zich ook afbeulden, er was geen beweging in het kolossale rotsblok te krijgen. Daarop riep don Pablo de hulp in van de specht. Die tastte met zijn spitse snavel de rots af, totdat hij een zwak punt raakte. Op datzelfde moment klonk er een geweldige knal, zoals wanneer een vulkaan uitbarst. De maïskorrels vlogen alle kanten op; sommige korrels waren door de explosie helemaal zwart geblakerd.

Inwoners van Santa Cruz die toevallig voorbijkwamen, raapten de witte maïskorrels op, maar de zwarte lieten ze liggen. Even later bereikte ook don Pablo de plek van de explosie; hij verzamelde de zwarte korrels en zaaide ze op zijn akker. Na een paar maanden had don Pablo een overvloedige oogst, de maïsstengels bogen onder het gewicht van de zware kolven. Maar de witte maïs was nog niet eens opgekomen; de akker lag er nog net zo bij als op de dag waarop was gezaaid.

Daarop riepen de mensen van de witte maïs de hulp in van de hagedis. Die kreeg als opdracht nauwkeurig verslag te doen van de manier waarop don Pablo zijn maïs zaaide.

De hagedis klom hoog in een boom en vanaf die plek zag hij midden in de nacht don Pablo verschijnen in gezelschap van familieleden en buren. Samen knielden zij neer op de aarde om wierook en kaarsen te branden. De hagedis hoorde hoe don Pablo God om groeikracht smeekte voor de maïskorrels en toestemming vroeg aan de planten en bomen die voor het maïsveld moesten wijken. Pas daarna, bij het aanbreken van de dag, werd er gezaaid. Na afloop werd er door alle aanwezigen gezamenlijk gegeten en gedronken.

‘Dat kunnen wij ook’, was de reactie van de mensen van de witte maïs. Ze zaaiden de korrels precies zoals de hagedis had aangegeven en na een paar maanden hadden ook zij een rijke oogst. Maar dank voor de hagedis was er niet bij; die werd niet eens uitgenodigd voor de maaltijd aan het einde van de oogst.

De hagedis klaagde daarop zijn nood bij de honden, de muizen en de mieren. Die openden de aanval op de oogst van de opdrachtgevers van de hagedis en aten maïs dat het een lust was. Pas toen kwamen de mensen van de witte maïs tot inkeer. Zij smeekten God om vergiffenis en vroegen in hun gebeden om voedsel voor zichzelf en voor alle dieren.

Mensen van maïs

Uit de gesprekken in Guatemala, die meer dan drie dagen in beslag namen, bleek hoezeer Maya’s ‘mensen van maïs’ zijn. En dat niet alleen omdat tortilla’s (maïskoeken) het hoofdbestanddeel vormen van de dagelijkse maaltijden. Maïs is voor Maya’s tevens een onuitputtelijke bron van mythen, rituelen en gebruiken die het leven van ieder dag betekenis en richting geven. Op de bijeenkomt werd herhaaldelijk het scheppingsverhaal uit de Pop Wuj, het heilige boek van de Maya’s, in herinnering gebracht. Daarin wordt verteld hoe de Schepper, na twee mislukte pogingen om mensen te vormen uit aarde en hout, de hulp van de dieren inroept. Die brengen witte en gele maïskolven en uit het deeg van de maïs kneedt de Schepper en Vormgever de glanzende lichamen van de eerste Maya’s: vier mannen en vier vrouwen.

Maïs dus in het allereerste mythische begin, maar ook als kostbaar voedsel voor de Maya’s van nu. Tijdens de bijeenkomst in Guatemala werd met een schat aan details het proces van het ‘goede verbouwen’ van de maïs in kaart gebracht. Vanaf de rituelen op de avond vóór het zaaien, wanneer alle aanwezigen met wierook, kaarsen en gebeden waken bij de maïskorrels die gezaaid zullen worden, tot aan de laatste fase van de oogst, als in processie de geest van verloren korrels en gebroken kolven naar huis wordt gebracht omdat verlies van de meest onbeduidende maïskorrel vermindering van groeikracht voor de volgende oogst betekent. Maar het verhaal van de droom van don Pablo spande volgens de deelnemers de kroon, omdat het de roeping van iedere Maya om vakkundig, eerbiedig en met oog voor de belangen van mens en dier voedsel te verbouwen, zo treffend in beeld bracht. Immers, voor het verkrijgen van een overvloedige oogst is niet alleen veel kennis en ervaring nodig, vooral ook moet ‘het hart op zijn plaats zijn’. En om dat te bereiken zijn zorgvuldig uitgevoerde rituelen voor de Maya’s een onmisbaar anker.

Genoeg verhalen over kostbare maïs, behulpzame dieren en eerbiedige rituelen. Kunnen mooie tradities ook de naar schatting zeven miljoen Maya’s die Guatemala momenteel telt, verzekeren van de dagelijkse tortilla? Het antwoord op deze vraag werd door de deelnemers aan het treffen met een duidelijk ‘neen’ beantwoord. Internationale statistieken laten zien dat in Guatemala naar schatting tachtig procent van de indiaanse plattelandsbewoners in armoede leeft en soms regelrecht honger lijdt. Onvoldoende grond voor voedselproductie vormt de wrange erfenis van de grondroof die door de Spaanse kolonialisten werd ingezet en die met de introductie van de grootschalige koffieproductie in de negentiende eeuw een dieptepunt bereikte. Door gebrek aan voldoende eigen grond trekken jaarlijks honderdduizenden Maya gezinnen vanuit het hoogland naar de koffie-, katoen- en suikerrietplantages aan de zuidkust, om slecht betaalde en vaak levensgevaarlijke seizoenarbeid te verrichten. Vanwege de armoede op het platteland zoeken ook steeds meer Maya’s hun heil in de hoofdstad of – illegaal – in de verre Verenigde Staten.

Niet alleen gebrek aan voldoende grond om maïs te verbouwen vormt voor de Maya’s een levensgroot probleem. Door de deelnemers aan de bijeenkomst in Guatemala werd een nieuwe dreiging gemeld: de import van genetisch gemanipuleerde en zwaar gesubsidieerde maïs uit de Verenigde Staten. Met mooie verhalen over fantastische opbrengsten proberen Noord-Amerikaanse multinationals kleinschalige Mayaboeren voor zich te winnen, maar de risico’s bij het overschakelen op genetisch gemanipuleerde maïs zijn levensgroot. De meer dan zeshonderd maïsvariëteiten die Guatemala rijk is, dreigen te worden gereduceerd tot een handjevol gewassen. Ook is er de groeiende vraag naar biobrandstof. Die leidt ertoe dat grond die tot voor kort werd gebruikt voor de productie van maïs, nu met suikerriet wordt beplant voor de productie van ethanol. Als gevolg hiervan is in Guatemala de prijs van de maïs het afgelopen jaar met meer dan veertig procent gestegen. De toch al precaire voedselzekerheid van de Maya’s komt hierdoor nog verder onder druk te staan.

De kansen van de koffie

De deelnemers aan de bijeenkomst in Guatemala waren het erover eens: zonder maïs kunnen we niet bestaan. Tegelijkertijd moesten ze erkennen dat de productie van maïs alleen een te smalle basis vormt voor een menswaardig bestaan. Wat zijn de alternatieven? Welke andere producten zouden een versterking kunnen betekenen voor de economie van de plattelandsbewoners? Dat was het moment voor leden van koffiecoöperaties uit Chajul en Quetzaltenango om over hun ervaringen met het verbouwen en verhandelen van organische koffie te vertellen.

Chajul is een uitgestrekte gemeente hoog in de provincie El Quiché. In de jaren tachtig werd Chajul zwaar getroffen door de regeringsterreur die er duizenden slachtoffers maakte. Toen de rust enigszins was teruggekeerd richtten Mayaboeren daar de Asociación Chajulense op, een organisatie die op dit moment meer dan tweeduizend leden telt. Dankzij de Spaanse parochiepriester kwam de Asociación in contact met de oecumenische kredietorganisatie Oikocredit, die een lening verschafte om de percelen van de boeren met nieuwe koffiestruiken te beplanten. Een contract met de stichting Max Havelaar voor de levering van biologische koffie onder fairtradecondities vormde een volgende stap naar een menswaardig bestaan. Met zichtbare trots vertelden de leden van de Asociación dat de leefomstandigheden in Chajul zienderogen zijn verbeterd en dat het succes van de koffie heeft geleid tot bredere vormen van gemeenschapsontwikkeling. Is het een wonder dat vanuit Chajul, dat vroeger ieder jaar duizenden slechtbetaalde seizoenarbeiders leverde, bijna niemand meer naar de plantages aan de zuidkust trekt?

Na de vertegenwoordigers van de Asociación Chajulense deden de leden van de koffiecoöperatie Manos Campesinas uit Quetzaltenango hun verhaal. Zij vertelden over het moeizame proces om met boeren uit verschillende delen van het land een hechte coöperatie te vormen, over de steun die ze kregen van het bisdom Quetzaltenango en van deskundige ontwikkelingswerkers die hen assisteerden bij het opstellen van een bedrijfsplan en het verkrijgen van inzicht in ingewikkelde thema’s als marktanalyse, kredietvoorwaarden, voorfinanciering en leveringscontracten. Zij benadrukten ook hoe moeilijk het in de praktijk is om met alle leden het strategische doel van de coöperatie voor ogen te houden en niet bij de minste of geringste verstoring van de markt terug te vallen in de rol van geïsoleerde en dus kwetsbare koffieproducent.

Met de vertegenwoordigers uit Chajul waren de leden van Manos Campesinas het erover eens: er zit ook voor Maya’s toekomst in de koffie, zij het onder voorwaarden. Dat de coöperatie gedisciplineerd en transparant functioneert, dat er voldoende leiders zijn met ondernemingsgeest en verstand van goed beheer en dat er wordt geïnvesteerd in economische efficiëntie en overschakeling op organische productie. Maar er werd door de vertegenwoordigers uit Chajul en Quetzaltenango ook een andere voorwaarde genoemd: een groeiend aantal consumenten van fairtradekoffie. Want alleen dan kan de koffieopbrengst werkelijk kostendekkend worden verkocht. En ‘kostendekkend’ wil zeggen dat in de prijs van de koffie een rechtvaardig loon voor de producenten en de kosten verbonden met een milieuvriendelijke productiewijze, zijn verdisconteerd.

Fair Trade kan dus uitkomst bieden, maar, zo vroeg in Guatemala menigeen zich af, betekent een rendabele koffieproductie voor Maya’s ook het einde van de eigen milpa of maïsveld en, wat nog veel belangrijker is, het einde van de daarmee verbonden ‘spiritualiteit van de maïs’? Het waren uitgerekend de vertegenwoordigers van de koffiecoöperatie Manos Campesinas die hierover een duidelijk standpunt hadden: ‘De productie van maïs is verbonden met onze identiteit als Maya’s en schenkt ons zowel lichamelijke als spirituele kracht. Spiritualiteit heeft van doen met de relatie van de mens met de natuur en de goddelijke krachten van de kosmos. Als die relatie goed is, vloeien daar wijsheid, respect en gemeenschapszin uit voort.’

Spiritualiteit heeft te maken met diepe gevoelens en met alles waar Maya’s om vragen, aldus de leden van Manos Campesinas. Wie geworteld is in spiritualiteit, heeft een visie op de toekomst en is doordrongen van het gewijde karakter van alles wat bestaat. Spiritualiteit helpt om te groeien en om tegenstellingen op te lossen. Wie maïs verbouwt, drukt respect uit voor de aarde en draagt bij aan harmonie en evenwicht. Wie rituelen uitvoert en dankt voor een goede oogst, treedt in contact met al het geschapene en getuigt van eerbied voor het leven.

Op de bijeenkomst in Guatemala bleek dus dat ook voor wie fairtradekoffie uitkomst biedt, de maïs niet heeft afgedaan. Omdat het verbouwen van maïs geen gewone activiteit is, maar een ‘oefening in waardig leven’ die de mens op het spoor zet van goede gedachten en gepast gedrag, hem herinnert aan zijn oorsprong en zijn bestemming en hem verbindt met degenen die eerder hebben gezaaid en geoogst en met de komende generaties. Daarom werd door de deelnemers niet alleen een pleidooi gehouden om de reële mogelijkheden van fairtradekoffie ten volle te benutten, maar klonk ook de oproep het maïsveld in ere te houden. Omdat wie zijn milpa met zorg en eerbied bewerkt, spiritualiteit cultiveert, het hart op koers houdt en zorgt dat nieuwe modellen van productie en handel doordrongen raken van de tradities van de ‘mensen van maïs’. De praktijk vormt het bewijs. In Chajul liggen, verscholen tussen de koffieplanten, de groene maïsvelden als parels in het landschap.

Maïs en manna

Een van de voorwaarden die door de vertegenwoordigers van de koffiecoöperaties werd genoemd om Fair Trade tot een succes te maken, betreft als gezegd de rol van de consument. Vooral op dit punt wilden de deelnemers meer weten van de gasten uit Europa. Wat is de boodschap van Solidaridad met betrekking tot de internationale markt en tot Fair Trade, en hoe wordt die boodschap in eigen land uitgedragen? Welke inspanningen leveren de bondgenoten in het Noorden om de markt ‘eerlijk’ te maken en het marktaandeel van Fair Trade verder uit te breiden, welke weerstanden ondervinden zij daarbij en aan welke gevoelens of inzichten van de consument wordt daarbij geappelleerd?

Gaande de bijeenkomst werd ook duidelijk dat de producenten Fair Trade niet wilden beperken tot een pragmatisch marktmechanisme om te overleven, maar te beschouwen als een element van ‘mística’ of bezieling – een kwalitatieve dieptelaag voor een internationale markt waarop producent en consument elkaar in waardigheid treffen. Daarmee kwam in feite de vraag naar de ‘spiritualiteit van de consument’ aan de orde. Hebben de bondgenoten in het Noorden ook ‘eigen velden’ waarop spiritualiteit wordt gecultiveerd? Beschikt de consument over verhalen, tradities en rituelen die bij productie en handel richting geven en de begeerte in goede banen leiden? ‘Leg de last van de spiritualiteit niet enkel op onze rug’, was de oproep van de Maya’s. Want ook op het vlak van de spiritualiteit dient de liefde van twee kanten te komen.

Daartoe uitgedaagd door de partners in Guatemala spraken de vertegenwoordigers van Solidaridad over eigen bronnen van spiritualiteit, over ‘funderende verhalen’ uit de Bijbelse traditie die richting geven aan gedrag dat God welgevallig is en de mens en de schepping recht doet. Verhalen uit een ver verleden, die echter, heroverwogen en herijkt, niets aan actualiteit hebben verloren.

Het eeuwenoude verhaal van het manna in de woestijn vormde in Guatemala het uitgangspunt voor een bezinning op de spiritualiteit van de consument. Als het volk van Israël op weg naar een beloofd land van honger dreigt om te komen, laat Jahweh een witte substantie uit de hemel neervallen. Het lijkt een droom, maar als de Israëlieten het goedje proeven, blijkt het heerlijk voedsel te zijn. ‘Manna’ heet het en het ligt iedere morgen opnieuw in het woestijnzand te wachten. Eén aanwijzing geeft Mozes, de door Jahweh geroepen leider, aan zijn hongerige lotgenoten: raap enkel wat nodig is om de honger van één dag te stillen. Maar veel Israëlieten willen ‘meer dan genoeg’ en bewaren graag een appeltje voor de dorst, desnoods ten koste van het rantsoen van anderen. En wat gebeurt? Wie meer manna verzamelt dan nodig is, komt bedrogen uit; wie het ‘genoeg’ overschrijdt, treft enkel bederf aan. Om de diepe betekenis van ‘de maat van het manna’ niet te vergeten, laat Mozes vervolgens een urn vervaardigen waarin precies één dagrantsoen past. De urn wordt tussen Jahweh en de Israëlieten geplaatst als tastbaar teken van een ‘spiritualiteit van het genoeg’.

Manna in de woestijn, een funderend verhaal om in goed vertrouwen de begeerte in te tomen en eerlijk te delen. Manna als teken aan de wand, als gevaarlijke herinnering dat zelfzuchtige berekening in wezen misrekening is. ‘Mooi verhaal’, was de reactie van de toehoorders in Guatemala, ‘maar voelen jullie je werkelijk aangesproken door Bijbelse tradities als het gaat om jullie leefstijl en consumptiepatronen? Wanneer is het voor jullie genoeg?’ En zo kwam het gesprek toch weer op Fair Trade, als concreet model om de geest van de verhalen van maïs en manna tot nieuw leven te wekken via een eerlijke markt-met-maat.

Bonus

Van maïs naar manna, van Mayaverhalen over het delen van de oogst met mens en dier naar Bijbelse herinneringen aan de maat van het genoeg. Om het venster op de mysterieuze samenhang tussen alles wat bestaat niet te verliezen, om de nieuwe economische werkelijkheid van de koffie te verankeren in de zinvolle tradities van de maïs, blijven kleine koffieboeren in Guatemala hun milpa bewerken.

Ook voor de Bijbel geldt dat zijn kracht ligt in het vermogen om, onder wisselende omstandigheden, richting te geven en dat de Bijbelse boodschap buiten de concrete werkelijkheid slechts ‘beperkt houdbaar’ is. Funderende verhalen verdienen enkel die naam als op het fundament telkens opnieuw wordt gebouwd. De werkelijkheid van Fair Trade biedt de consument die zich verbonden voelt met de Bijbelse traditie volop de gelegenheid het eeuwenoude verhaal van ‘het genoeg’ vorm te geven in nieuwe modellen van duurzame productie en eerlijke handel. Op een markt die enkel uit is op maximale winst is Fair Trade een vorm van waardige uitruil of, zoals Maya’s zeggen, een manier om ‘hacerse rico con dignidad’, waardig rijk te worden.

Internationale handel volgens het principe van Fair Trade bewijst dat het mogelijk is rijkdom te produceren waar mens en milieu wel bij varen. De ervaring op de bijeenkomst in Guatemala over voedsel, handel en spiritualiteit leert bovendien dat het moment is aangebroken om spiritualiteit nadrukkelijk te betrekken bij de praktijk van eerlijke handel. Ze is dan geen vrijblijvend gevoel dat wordt gekoesterd in een stormvrije zone, maar een onmisbaar kwaliteitskenmerk, een verankering van de markt in waardevolle tradities die de samenhang tussen de mens, de schepping en de goddelijke krachten tot uitdrukking brengen. Vitale spiritualiteit geeft het leven glans en maakt productie en handel tot waardige en duurzame processen. De kennismaking met de rijkdom van elkaars tradities door middel van Fair Trade is daarbij voor producenten en consumenten een bonus.