Hugo Roeffaers

Geoffrey Hill

De taal van het gemis

Sinds zijn debuut als dichter in 1952 is G. Hill de poëtische getuige gebleven van wat men met een al te gerieflijk woord de religieuze of transcendente dimensie pleeft te noemen. Juist de onmacht van de taal om vorm en gestalte aan die dimensie te geven wordt pas indringend voelbaar in Hills onverdroten zoeken naar de uitermate sobere en gedrongen verwoording ervan.

verschenen: Februari 1983, blz. 406

jaargang: 50/05