Koen Boey

Het ongemak van schelmen

Ger Groot over Nietzsche, Cioran, Bataille en Derrida

Friedrich Nietzsche vormt de spilfiguur in de studie van Ger Groot. Als ‘arts’ van een gezondere Europese beschaving vond hij weerklank in Frankrijk, met name bij Émile Cioran, Georges Bataille en Jacques Derrida. Cioran eindigt niet alleen met de afwijzing van de metafysische bouwsels, maar met de weigering van het leven zelf. In zijn wijsgerig en in zijn literair werk richt Bataille zich op de dimensie van het ‘buiten’, dat ook aan het volmaaktste systeem ontsnapt. In zijn bewering dat de metafysische waarheid onontkoombaar moet beaamd worden, is Derrida’s relatie tot Nietzsche subtiel.

verschenen: September 2004, blz. 689

jaargang: 71/08