Rudi Laermans

Moderne kritiek en postmoderne retoriek

Wat voor postmodernisme in de filosofie doorgaat, was veelal eerder een kritische ontmaskering van de verontrustende taalgebondenheid van het denken, een ontmaskering die in J. Derrida’s decoonstructionisme op de spits gedreven werd. Van post- ofjuister gezegd surmodernisme zou pas sprake kunnen zijn in bv. R. Rorty’s hermeneutisch pragmatissme, dat een zekere Verlichtingstraditie wenst voort te zetten en tegelijk de Verlichting van hààr voordelen zoekt te bevrijden, door verschillende taalspelen of vocabulaires (van liberale, marxistische en zelfs christelijke signatuur) te accepteren als even zo vele aanknopingspunten voor de filosofische reflectie.

verschenen: Maart 1987, blz. 505

jaargang: 54/06