Ida Raming

Priesterschap en vrouw-zijn onverenigbaar: waarom?

Uit het onderzoek van de kerkhistorische bronnen blijkt dat de ongeschiktheid van de vrouw voor het priesterambt – tot voor heel kort – afgeleid werd van haar algemeen beaamde, wezenlijke zowel als morele minderwaardigheid. De recente argumentatie die identiek dezelfde (rechts)consequenties verbint met het zogenaamde onoverkomelijke ‘anders-zijn’ van de vrouw, heeft meer weg van een doorzichtige bemanteling van de status-quo dan van een eerlijk en redelijk gefundeerd betoog.

verschenen: Januari 1980, blz. 295

jaargang: 47/04