Eric De Kuyper

Renoir en daarna

Jean Renoir, de zoon van de grote Franse schilder A. Renoir, is op 84-jarige leeftijd overleden:: maar tot commerciële filmindustrie had hem, ondanks zijn vrijwel ongebroken vitaliteit en creativiteit, al lang tot werkloosheid gedoemd. Naar aanleiding van de jongste produkties van F. Truffaut en J. Doillin onderzoekt de auteur of – en in welke mate – die Franse cineasten in staat zijn Renoirs zware erfenis te torsen en op originele wijze voort te zetten.

verschenen: Juni 1979, blz. 835

jaargang: 46/09

The Young Pope: meer dan een studie in...
De ambivalente ruwheid van Léon Morin, prêtre
Vergeten nog voor het ooit bestond: Reflections in...
De Laatste Generatie of de Eliminerende Massa: daar...
Dune – een film die aanmoedigt om verder...
Zo interessant is The zone of interest niet
Netflix Messiah: een verrassende thriller
Een hutspot van twijfelachtige kwaliteit: Poor things van...
Napoleon – het Waterloo van Ridley Scott
Het zien maar niet kunnen helpen van de...
Even fabelachtig als onbegrijpelijk: The boy and the...
Patricia Highsmith en haar kinderen
Caruso en de boot die de berg beklom:...
Beef: een antropologische schets van de strijdende mens
Oppenheimer: Nolan op z’n meest menselijk en cerebraal
Satire in tijden van oppervlakkigheid: Triangle of Sadness...
De zwanenzang van Sergio Leone: Once Upon a...
De Sight and Sound-poll: de lotgevallen van een...
The life and death of colonel Blimp: het...
Het gelaat van de Ander: Tori et Lokita...
documenta15: de roep om censuur
Vechten tegen de branding
Yazujiro Ozu: Early Spring
Hamlet en Amleth is twee: The Northman van...
Tijdloos en verdwenen: Nashville van Robert Altman
The tragedy of Macbeth: de ongrijpbaarheid van Shakespeare
Annette: een twijfelachtige combinatie van zelfspot en oprechtheid
The French Dispatch: meer Anderson dan Anderson
De film Shadowlands van Richard Attenborough
Schaduwen op een grotwand. Plato in de bioscoop