Herman Simissen*

 

Vanaf zijn debuut Land van belofte (1999) vormt de geschiedenis van zijn familie een belangrijk thema in het werk van de Vlaamse auteur Joseph Pearce (°1951). In die eersteling beschrijft hij hoe zijn vader hem vertelde, op de dag dat hij veertien jaar werd, dat hij geen Brit was zoals Joseph altijd had gedacht, en oorspronkelijk ook geen Vernon Pearce heette, maar Werner Peritz – een Duitse Jood uit Breslau (nu Wroclaw in Polen). Aan de vooravond van de Endlösung der Judenfrage was Werner Peritz door zijn vader naar Engeland gestuurd om te ontkomen aan de dreiging van het virulente antisemitisme van het nationaalsocialisme. De familie Peritz was in de diaspora letterlijk over de hele wereld verspreid geraakt, en Land van belofte is het verslag van de zoektocht naar zijn Joodse familieleden die Pearce ondernam, jaren na de mededeling van zijn vader. In een ander boek, Koloniale waren (2001), gaat de schrijver dan weer in op de geschiedenis van zijn familie van moederskant, die in Vilvoorde een handel in koloniale waren dreef.

In zijn onlangs verschenen Tussen Oder en Zenne herneemt Pearce deze thematiek: hij vertelt, afwisselend per hoofdstuk, de levensverhalen van zijn beide grootvaders: Felix Peritz in Breslau, Joseph Vandenbrande in Vilvoorde. Maar tegelijkertijd vertelt hij de geschiedenis van de twintigste eeuw – de wederwaardigheden van zijn grootvaders kunnen immers niet los worden gezien van de ontwikkelingen in de wereldgeschiedenis tijdens hun levens. Door de particuliere geschiedenissen van zijn grootvaders te verweven met de ‘grote’ geschiedenis wil Pearce, zo merkte hij op in een interview, laten zien ‘hoe een individueel leven door de politieke, economische en sociale omstandigheden wordt beïnvloed en soms meegesleurd’.[i] In deze opzet is de schrijver met verve geslaagd: hij laat zien hoe het leven van zijn beide grootvaders vorm krijgt in hun reacties op wat er om hen heen gebeurt – in familiekring, op lokaal niveau, maar ook in de wereldpolitiek. Zo schetst hij bijvoorbeeld hoe Felix Peritz in Breslau lange tijd blind blijft voor de dreiging van het nationaalsocialisme – Duitsland, de Republiek van Weimar, was immers toch een rechtsstaat, en had hij bovendien, Jood of niet, in de Eerste Wereldoorlog als – gedecoreerde! – soldaat niet eens en voorgoed bewezen dat aan zijn vaderlandsliefde geen enkele twijfel hoefde te bestaan? Van Joseph Vandenbrande in Vilvoorde beschrijft de auteur diens ontwikkeling tot een overtuigde flamingant, niet zozeer uit ideologische bevlogenheid als wel uit een zekere verongelijktheid over de aanhoudende achterstelling van het Vlaamse volksdeel in België waaronder ook hijzelf had te lijden. Bijzonder genoeg brengen juist diezelfde ontwikkelingen in de wereldgeschiedenis Werner Peritz, dan inmiddels al Vernon Pearce geheten, en Rosalie Vandenbrande – de jongste dochter van Joseph – bij elkaar.

Tussen Oder en Zenne is een meeslepend verhaal op de grens tussen familiekroniek en geschiedschrijving, waarin de auteur geregeld ook de literaire middelen van de romancier inzet. Het laat overtuigend zien hoe de wereldgeschiedenis het lot van een enkel individu ingrijpend kan beïnvloeden of zelfs bepalen.

 

Joseph Pearce, Tussen Oder en Zenne: twee rivieren, twee grootvaders, twee oorlogen, Atlas / Contact, Amsterdam 2022, 296 blz., geïllustr., ISBN 9789045040042, € 24,99

[i] Anne Peeters, ‘Als je maar één identiteit hebt, leidt dat al snel tot extremisme’, in: RandKrant, oktober 2022, https://www.randkrant.be/artikel/figurandt-schrijver-joseph-pearce-uit-vilvoorde, laatst geraadpleegd op 5 november 2022.