John Alonzo Dick*

 

Ik wachtte op Luchthaven O’Hare in Chicago op een retourvlucht naar Brussel. Een jonge man die naast me zat vroeg of ik wel eens in Brussel was geweest. Ik antwoordde dat ik Brussel tamelijk goed ken, omdat ik in Leuven woon, dat ongeveer 25 kilometer van Brussel ligt. Hij vertelde dat hij voor een multinational werkte en naar Brussel verhuisde. Ik wenste hem het beste, en zei dat ik in de loop van de jaren heel wat Amerikaanse expats had gekend die werkten voor multinationals.

Hij vroeg wat ik deed, en ik vertelde dat ik historisch theoloog ben. Hij staarde me aan, grinnikte, en zei: ‘Dus u ben een van die lieden die woordspelletjes met de officiële leer van de kerk spelen’. Ik antwoordde vriendelijke dat historische theologen geen woordspelletjes met de kerkelijke leer spelen, maar proberen te begrijpen wat die leer in het verleden betekende, en welke betekenis zij tegenwoordig heeft voor ons. Hij reageerde niet, en juist op dat moment werd ons gevraagd ons op te stellen om het vliegtuig in te gaan. Hij liep naar de rij voor de eerste klasse, en zwaaide ten afscheid.

De leer van de kerk verandert – en hoort te veranderen – omdat onze kennis en ons begrip van talen, cultuur en het menselijk leven zich ontwikkelen en veranderen. Om een voorbeeld te geven, Adam en Eva werden ooit gezien als historische figuren. Tegenwoordig beseffen we dat het verhaal over Adam en Eva in Genesis in de Joodse Bijbel geen historische weergave is, maar een symbolische en culturele schepping. Het dient als een mythologische verklaring voor het ontstaan van de mensheid, en voor het bestaan van zonde en lijden in de wereld. Hetzelfde kan worden gezegd van het verhaal over de Ark van Noach in Genesis en de mythe van de zondvloed in de wereld.

Mensen van alle tijden moeten onderzoeken hoe zij religieuze overtuigingen en ervaringen zien, en erover spreken. Dat is mijn bedoeling geweest vanaf het moment dat ik veertien jaar geleden begon met het plaatsen van berichten op de website For another voice. Ik was geïnspireerd door regels uit het gedicht ‘Little Gidding’ van T.S. Elliot: ‘Want de woorden van vorig jaar behoren tot de taal van vorig jaar. En de woorden van volgend jaar verwachten een nieuwe stem’.[1]

Vandaag de dag leven we in een wereld die enorm en snel in ontwikkeling is. Ideeën en werkelijkheden veranderen, of men zich nu gemakkelijk voelt bij die nieuwe werkelijkheden of niet. Sommigen, bang voor verandering, werken hard om hun oude, vaak bevooroordeelde perspectieven te herbevestigen, en scheppen daardoor een steeds meer gepolariseerde samenleving. Zeker in de Verenigde Staten zien we een mate van maatschappelijk-culturele verdeeldheid die sterker is dan tijdens de negentiende-eeuwse Burgeroorlog.

Wat we nu nodig hebben is een nieuwe nadruk op diepe overdenking, en een nieuw niveau van ernstige gesprekken.

Ik wil geen woordspelletjes met kerkleiders doen, maar het gesprek dat we vandaag de dag met kerkleiders en politici zouden moeten hebben betreft dit: in welke mate resoneren het leven en de boodschap van Jezus van Nazareth in jullie geest en hart? In welke mate leidt de boodschap van het Evangelie jullie besluitvorming: het huldigen van ‘heb de ander lief als jezelf’ in die mate dat mensen werkelijk geven om anderen, hen steunen, en ja, elkaar zelfs vergeven? Een dergelijk gesprek ondergraaft racisme, vreemdelingenhaat, homohaat, alle menselijke haat.

Waarachtig Christendom bevordert een gezond en helend dienstbetoon dat bijdraagt aan het individuele en gezamenlijke leven van mensen die waarlijk de weg van Jezus proberen te volgen.

Wanneer het leven en de boodschap van Jezus hun leven niet bezielen en leiden, zijn mensen die trots het etiket ‘christelijk’ dragen, of zij nu conservatief of progressief zijn, onbeduidende propagandisten en bedriegers.

Historische theologie is verankerd in het christelijk leven en onderzoekt de geloofservaring: de menselijke relatie tot God – omschreven met uiteenlopende namen zoals ‘Schepper’, ‘Bestaansgrond’, ‘de Heilige’, ‘de Goddelijke’.

Theologische ideeën – geloofsuitspraken – kunnen uiteindelijk tot de officiële leer (doctrine) gaan behoren als de leiding van de instelling deze ziet als nuttige richtlijnen voor een christelijk leven en geloof. Maar het is belangrijk te beseffen dat alle leerstellige ideeën tijdgebonden zijn, omdat onze taal en ons denken tijdgebonden zijn. Alle leerstellige ideeën zijn daarom voorlopig, tot er een betere uitdrukking aan kan worden gegeven.

 

Enkele richtlijnen voor theologische overwegingen:

Kijk minder naar de kerk als instelling, en zie haar meer als een gemeenschap van met geloof vervulde aanhangers. Wat gebeurt er binnen je eigen geloofsgemeenschap? Wat zijn onderwerpen in het leven die je familie en vrienden echt bezig houden? Wat betekent het voor je om God tegenwoordig te ervaren? Waar vind je je steun? Hoe kun je de mannen en vrouwen in je gemeenschap motiveren en helpen echt dienstbaar aan elkaar te zijn? Wat weerhoudt ons te experimenten met nieuwe vormen van parochie zijn? Zou een parochie een verzameling van vele kleine geloofsgemeenschappen kunnen zijn?

Kijk verder dan het tekort aan katholieke mannelijke priesters vandaag de dag, en de vragen rond vrouwelijke diakens en vrouwelijke priesters. Laten we kijken naar de betekenis van het priesterschap zelf. Laten we de idee van gewijd priesterschap zelf bezien en onderzoeken, als een zending van betrouwbare priesters. Jezus heeft niemand gewijd. Christelijke gemeenschappen kozen zelf hun betrouwbare leiders uit, voor diensten en rituelen vol gebeden.

Jaren na de dood en verrijzenis van Jezus werd de wijding ingevoerd als een soort kwaliteitscontrole – om gemeenschappen ervan te verzekeren dat de mannen en vrouwen die hun leiders waren betrouwbare en van geloof vervulde leiders waren. Laten we het hoofd buigen over nieuwe vormen van dienstwerk, en uitbreken uit oude patronen en paradigma’s. Waarom laten we niet gevorderde studenten – mannelijk, vrouwelijk, of non-binair – met een herkenbaar geloof en kwalificaties voor het dienstwerk helpen bij de liturgie en bij diensten in universiteitsparochies? Als een wijding wenselijk is, waarom niet voor twee of drie jaar? Moet zij levenslang zijn? Waarom niet mensen wijden voor een kleine of grotere groep mensen in een parochie? Een parochie zou verschillende kleinere ‘buurtkerken’ kunnen hebben. Mogelijk zou een parochie verschillende gewijde deeltijd-priesters kunnen hebben, die daarnaast ook ‘regulier’ werk hebben. We kunnen creatief zijn.

Een gezond Christendom wortelt in een gezonde navolger van de Weg van Jezus zijn. Dus: wat betekent het vandaag de dag een navolger van Christus te zijn? Dit roept vragen op over kennis en geloof. Wat weten we echt van de historische Jezus? Hij was in elk geval niet wit. Eerder donkerbruin. Wat dan met al die heel witte, blauwogige, en nogal androgyne beeltenissen van Jezus die echt vervormen wie hij was en waar hij voor stond? Was zijn biologische vader de Heilige Geest of de man die we Jozef noemen? Gaat de ‘maagdelijke geboorte’ niet veeleer over het uitspreken dat Jezus een heel bijzondere en unieke persoon was, dan om het analyseren van de biologie van zijn verwekking? Wat als Jezus homoseksueel was, of een getrouwde man? Zou dat verschil maken? Ik heb lang gemeend dat Jezus een heel hechte relatie met Maria Magdalena had. Zou dat zijn betekenis voor christelijke gelovigen vernietigen? Waarom? Was Jezus God? Vroege Joodse christenen, onder wie Paulus, spraken hier genuanceerd over. Zij zagen Jezus als de openbaring van Gods genade en liefde. En zij begrepen dat de vleeswording over ons allen gaat. Zoals Jezus zegt in Lucas 10:16: ‘Wie naar u luistert, luister naar Mij; en wie u verstoot, verstoot Mij. En wie Mij verstoot, verstoot Hem die Mij gezonden heeft’.  Onze menselijkheid is verankerd in het goddelijke, of mensen dit nu beseffen of niet.

We dienen onze gesprekken te veranderen, en voorbij de oude, uitgeputte en herhaalde discussies te raken. Het gesprek veranderen betekent gaan van heel veel praten naar heel veel veranderen. En verandering komt maar zelden van bovenaf. In mijn katholieke traditie bijvoorbeeld begint verandering gewoonlijk op basisniveau. Mensen zien de noodzaak van verandering en van veranderen. Het oude patroon wordt historisch bevestigd: (1) veranderingen worden doorgevoerd; (2) veranderingen worden veroordeeld door de kerkelijke leiding; (3) veranderingen beklijven; (4) de kerkelijke leiding staat veranderingen toe als een ‘beperkt experiment’; (5) de veranderingen raken verspreid; (6) en tenslotte staat de kerk de veranderingen toe als ‘deel van onze traditie’.

Creatieve en kritische reflectie is niet gevaarlijk, en kan een bron van leven zijn, want zij brengt nieuwe aandachtspunten, een nieuw gesprek, nieuwe verandering, nieuw leven. Zij gaat verder dan de taal van vorig jaar.

 

(vertaling: Herman Simissen)

 

Reageren? Mail naar john.dick@kuleuven.be

 

John Alonzo Dick (*1943) bekleedde als derde the Chair for the Study of Religion and Values in American Society aan de KU Leuven. Hij is voormalig academisch decaan van het American College van de KU Leuven en hoogleraar. Hij publiceerde onder meer samen met K. Schelkens en J. Mettepenningen A Aggiornamento? Catholicism from Gregory XVI to Benedict XVI (Brill, Leiden en Boston, 2013). Recent verscheen zijn boek Jean Jadot: Paul’s Man in Washington (Another Voice Publications 2021), een biografie van de Belgische bisschop Jean Jadot die van 1973 tot 1980 Apostolisch Afgevaardigde in de Verenigde Staten was.

[1] ‘For last year’s words belong to last year’s language. And next year’s words await another voice.’