Enkele gedachten bij Medeplichtig. Strijden om betekenis van Jef Verschueren

Frank Saenen*

 

We leven vooralsnog in een deel van de wereld waarin mensen in ruime mate vrij hun eigen leven kunnen leiden en uitbouwen, en waarin de rechtsstaat wordt gegarandeerd door de grondwet. Een soort samenleving die voor een deel haar oorsprong vindt in de ideeën van achttiende-eeuwse Verlichting. Dat zo’n samenleving allerminst een definitieve verworvenheid is, blijkt uit het nieuwste boek van de Antwerpse hoogleraar taalkunde Jef Verschueren: Medeplichtig. Strijden om betekenis.

In enkele stevig onderbouwde essays beklemtoont de auteur de noodzaak voortdurend alert te blijven op ontwikkelingen die een vrije, écht democratische wereld druppelsgewijs kunnen uithollen. Net omdat die ontwikkelingen zich heel langzaam (maar steeds zekerder) lijken te manifesteren, is het voor mensen niet altijd eenvoudig die dingen te zien, laat staan om er dan kritisch en bezorgd bij te blijven stilstaan. Domeinen als politiek, media en onderwijs zijn vandaag op metaniveau ingebed in een neoliberale logica (competitie, winst), maar net omdat we zelf een onderdeel zijn van dat metaniveau wordt het vaak een hele opgave dat door te hebben. Jef Verschueren is sociolinguïst, en vanuit die achtergrond wijst hij de lezer de weg naar de taal die mensen gebruiken die aan de knoppen zitten van die verschillende samenlevingsdomeinen. Zo fileert hij trefzeker de managerial organisatie van zijn eigen werkomgeving, de universiteit. Die zou bij uitstek een voorbeeld moeten zijn van een publieke plaats (sfeer) waar ruimte is om grondig na te denken en wetenschappelijk verantwoord onderzoek te kunnen doen, met het oog op het ontwikkelen van inzichten die een samenleving – alle mensen dus – ten goede komen. Maar net dat managerialisme dreigt dit kwaliteitsvol onderzoek zwaar onder druk te zetten, met zijn klemtoon op controleren en beoordelen, publicatiedruk en een hoge plaats in de internationale rankings, marketing en reputatiemanagement.

Zo’n publieke sfeer is het toneel waar strijd wordt geleverd voor de dominantie van bepaalde betekenissystemen. Als politici, universiteitsbestuurders en mediabonzen vooral hun eigen, particuliere belangen gaan verdedigen, als zij in de eerste plaats zoveel mogelijk kiezers, studenten of lezers willen gaan werven, ten koste van wie of wat dan ook, dan dreigen de kerntaken van die sferen onder druk komen te staan: zorgen voor de samenleving als geheel, ernstig en kwaliteitsvol wetenschappelijk onderzoek en journalistiek werk bieden. Anders wordt die publieke sfeer een plek waar een klimaat kan ontstaan waar sloganeske vormen van essentialistische en dus homogeniserende benaderingen van groepen mensen verschijnen (‘islamitische’ terreur), of waar ‘inzichten’ over een Grote Omvolking vlot kunnen gedijen. Een plaats waar ‘Verlichte neerbuigendheid’ de individuele keuze voor het dragen van kleren in goeie banen wil leiden, en waar de migrant hoe langer hoe meer wordt geframed als Het Gevaar. Daar waar opiniejournalistiek de overhand krijgt op het grondig gefactcheckt en in de context geplaatst – en dus eerder betrouwbaar – nieuws. Dit alles wordt dan vaak gelegitimeerd door een selectief zelf gezocht ‘draagvlak’. Een wereld waarin meertaligheid wordt geproblematiseerd en waar – in Vlaanderen – taalrechten stilaan tot taalverplichtingen lijken te worden omgevormd. De impliciet uitsluitende identiteitspolitiek die van bovenaf wordt gedicteerd, of de paradox van zoiets als ‘inclusief nationalisme’?

Instellingen – politieke partijen bijvoorbeeld – of individuen kunnen overigens soms oprecht het beste voorhebben met het opperen van bepaalde uitgangspunten – zoals de Duitse Lebensraum van de jaren 1920 – zonder te beseffen dat ze zo op termijn krachten tot leven kunnen wekken die met behulp van die goedbedoelde uitgangspunten op termijn heel veel schade kunnen berokkenen.

Een ‘ontspoorde reflexiviteit’ vormt een rode draad in dit boek, waarbij de mensen die aan de knoppen zitten een discours gaan ontwikkelen die hun dominante positie net zal willen bestendigen. Een politicus, een universiteitsbestuurder, of redactie van een krant zal zich in het beste geval afvragen hoe het door hem (m/v/x) gehanteerde discours overkomt bij diegene die zich aangesproken moet voelen. Maar die – noodzakelijke – reflexiviteit kan overdreven worden zodra er keuzes worden gemaakt waarvan ze denken dat ze aantrekkelijk zullen zijn voor zoveel mogelijk potentiële kiezers, studenten, lezers. Om dan zo een hegemonie over het eigen domein te handhaven – ook als die keuzes afbreuk doen aan een waarachtig democratische samenleving, of zo kwaliteitsvol mogelijk onderwijs of nieuwsverslaggeving.

Onderwijs – niet enkel universitair (het secundair onderwijs wordt in het boek niet ter sprake gebracht) – en media zijn cruciale domeinen waar mensen handvatten aangereikt kunnen krijgen om niet zomaar onverschillig die bepalende dominante krachten en stemmen te ondergaan. Jef Verschueren beklemtoont meermaals in het boek dat lang niet alles verloren is. Zodra mensen voldoende de mogelijkheid hebben zelf in te zien in welke mate ze mogelijk medeplichtig zijn aan het hegemonische discours, kan het besef beginnen te rijpen dat je als individu beslist meer autonoom keuzes kunt maken dan je voor mogelijk zou houden. Hitlerbiograaf Joachim Fest schreef terecht vol bewondering over het moedige, en vaak eenzame en gevaarlijke verzet dat zijn vader consequent volhield tegenover het regime waarvoor hij zich koest moest houden. Titel van het boek: IK NIET. (Herinneringen aan een jeugd). Misschien wil Jef Verschueren dit duidelijk maken aan de lezer: je hebt de mogelijkheid om ‘Ik Niet’ te zeggen. Als je de moeite neemt door te hebben hoe politici, media of onderwijsinstellingen jou willen werven, louter omwille van jouw ‘aansluiting’ bij hen; als je probeert door te hebben hoe de mediatraining en marketingtrucs van die dominante spelers precies op jou inwerken, …dan kun je de keuze maken je daaraan te onttrekken. En dan kan je onverantwoordelijk worden – dat wil zeggen dat je niet langer ‘verantwoordelijk’ lijkt te zijn in de zin van onderdeel van het mainstreamdiscours dat wordt gehanteerd. Anders gezegd: je kan er, als individu of als groep (commons), toe doen! Accepteer geen populistische politiek, accepteer geen oppervlakkige media en onderwijs. Eis waarachtige transparantie en degelijkheid. En dan doe je er toe – voor de publieke sfeer. Doe er toe, gewoonweg omdat iedereen er toe doet. Dit is een vorm van solidair leven, en een stevig pleidooi tegen medeplichtigheid.

 

Jef Verschueren, Medeplichtig. Strijden om betekenis, Ertsberg, Aalter, 2022, 236 blz., paperback, ISBN 9789464369700, € 24,95