Pieter-Jan Buyle*

De democratie staat wereldwijd onder druk. Dat is althans wat we vorig jaar te horen kregen en de teneur waarmee we dit nieuwe jaar mogen beginnen. Dit jaar belooft een historische achtbaan te worden waarvoor iedere ziel op aarde, alleen al door te bestaan, de opkomstplicht zal moeten ondergaan. Er staat heel wat op het spel. Dat is althans wat we te horen krijgen. Is die tocht naar de stembus mogelijk een aftocht?

Niet op alle plekken komt de democratie onder druk te staan om dezelfde redenen. Sommige democratieën kunnen dan wel afglijden in de autocratie; andere worden gewoonweg bedreigd omdat ze democratieën zijn.

Taiwan heeft net als Oekraïne het ongeluk in het vizier te liggen van een irredentische buur. De verkiezingen aldaar zijn ondertussen voorbij en het resultaat is niet naar de wens van Peking. De DPP, die voor een derde termijn op rij het eiland zal besturen, ambieert al sinds de oprichting van de partij een onafhankelijke koers en dat is iets wat men aan de andere kant van de Straat van Taiwan moeilijk kan verteren. Het is nog maar de vraag of China dit nog lang op zijn maag zal laten liggen.

Taiwan hoeft weliswaar niet te vrezen voor de opkomst van autocratische leiders op eigen bodem. Die vrees is er wel bij de meeste andere democratieën. Voor velen is de eventuele overwinning van deze of gene partij of kandidaat een teken aan de wand. Zulke tekenen zien zelfs astrologen in de sterren geschreven. Zo voltooit Uranus de 84-jarige omloop op het punt waar, zogezegd, de Verenigde Staten, telkens als ze hier is beland, door een heftige identiteitscrisis wordt gesleurd. De vorige keer was dat de Tweede Wereldoorlog, de keer daarvoor de Amerikaanse Burgeroorlog. De cyclus zou begonnen zijn met de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog.

Het toeval wil nu dat de Amerikaanse kiezer dit jaar naar de stembus mag om te beslissen over het lot van zijn of haar natie. De keuzes zijn ook nog lang niet bepaald. Mag Trump nota bene op de stembiljetten staan? Wat zal er dan gebeuren als dat niet zo is? Wat als hij toch weer wint? Wat als hij misschien niet wint? Alle mogelijke uitkomsten lijken een even grote onzekerheid te bieden. De sterren zeggen ons maar weinig en geven ons alleen hetgeen we al weten.

Er wordt wel vaker gezegd dat als Amerika niest, Europa verkouden wordt. In Europa hebben wij echter af te rekenen met onze eigen problemen en die zijn niet (allemaal) het gevolg van het Trumpisme.

Ook wij, in België, mogen aanschuiven voor het stemlokaal. Belgen zijn minder astrologisch aangelegd en moeten het hebben van peilingen om de storingen op de kaart te zien verschijnen. In die peilingen lijkt het Vlaams Belang af te stevenen op een overwinning. De zwartste zondag ooit wordt verwacht.

Dat peilingen soms de kwaliteit van een horoscoop hebben, mogen we van het afgelopen decennium toch wel geleerd hebben. Ze bereiden ons allerminst voor op de realiteit. Brexit leek immers onwaarschijnlijk en nu mogen we aardig wat euro’s bijbetalen voor ieder pakje dat we uit het Verenigd Koninkrijk (durven) bestellen.

Maar het feit dat de uitkomsten van al deze problemen giswerk blijven, neemt toch nog altijd niet weg dat de democratie onder druk staat? De vraag is of dat niet altijd het geval is. Is dat niet de essentie van een democratie? Staat leiderschap in een democratie per definitie niet altijd onder druk? Is het niet net daarom dat we met drie machten, of zelfs vier machten, te maken hebben?

Rechtsgeleerde Huib Drion vond dat een democratie idealiter een ‘zorgvuldige wanordelijkheid’ kent en zich altijd gedraagt als ‘een rommelig samenstel van compromissen’. Het hoort in feite geen stoelendans te zijn waar politici in hun speeches en interviews metaforen lenen uit de sportwereld. Het is geen spelletje tussen vrienden, maar nog altijd een strijd die onder geen beding bloedig mag worden.

De uitdagingen van een bepaalde partij, coalitie van partijen of een ideologische factie moeten niet onmiddellijk worden beschouwd als een totale crisis in de democratie. De waarschuwing is vaak dat het democratische weefsel zwak is, maar democratie is in feite een stuk taaier. De Franse Revolutie werd neergeslagen door een concert van grootmachten, maar dit concert heeft de ontstane onderstroom niet meer kunnen droogleggen. Verschillende keren hebben radicalere figuren het gehaald tot de hoogste machtsvehikels en van daaruit dirigeerden ze een paar jaar lang hun respectievelijke natie. En toch zijn ze ondertussen verleden tijd. Binnen een democratie is de wil van één man of één groep vaak te zwak om alle instellingen tegelijk te ontmantelen. Hoewel we geen schervengericht hebben zoals de oude Grieken, ontpopt een tiran zich toch niet zo gauw in een moderne democratie. Wat een ramp betekent voor een politieke partij of partijen, hoeft dat niet te zijn voor de hele democratie. De democratie is meer dan de som van de partijen.

Misschien zouden we in 2024 nog eens Montesquieu moeten bestuderen en onthouden dat het een hele reeks instellingen zijn die een rechtsstaat maken.

Het begint en eindigt niet bij de uitvoerende macht.