John Alonzo Dick*

Een jonge student van de universiteit vroeg me om opheldering over het Nieuwe Testament en de ‘Apocriefe Geschriften’. Een jaargenoot had hem verteld dat er veel andere vroegchristelijke teksten zijn, ‘Apocriefe Geschriften’ genaamd, die hadden moeten worden opgenomen in het Nieuwe Testament. ‘Wel’, vroeg de student me, ‘is dit ook fakenews of verbergt de kerk iets, net zoals het seksueel misbruik werd verborgen?’ Mijn eerste reactie was: wat een droevig commentaar op onze tijd. Maar toen bedacht ik dat het beter was een heldere uitleg te geven – om daarna in toekomstige gesprekken door te gaan op andere onderwerpen.

Het Nieuwe Testament bestaat uit zeventwintig boeken, die een selectie vormen uit veel geschriften uit de eerste en tweede eeuw die christenen als heilig beschouwden. Zij worden de ‘canon van het Nieuwe Testament’ genoemd, naar het Griekse woord kanōn, wat letterlijk een rietstengel is die werd gebruikt als meetlat, waardoor het woord ‘standaard’ ging betekenen.

Het proces van het samenstellen van de officiële standaardlijst van boeken van het Nieuwe Testament strekte zich uit over een lange tijd. De lijst met welke boeken zouden moeten worden opgenomen verschilde tussen de honderden christelijke gemeenschappen in de oudheid. De criteria voor opname in de ‘canon’ waren: ware leer, brede aanvaarding en gebruik, en apostoliciteit.

Een aantal vroege teksten werd niet als canoniek beschouwd, omdat zij niet in verband stonden met de tijd van de apostelen of omdat het plaatselijke geschriften waren zonder steun in veel gebieden. Deze teksten buiten de aanvaarde canon van het Nieuwe Testament vormen wat we de ‘apocriefe teksten’ noemen, van het Griekse woord apokryptein, dat ‘verbergen’ betekent. Dit verwijst vooral naar geschriften die privé moesten worden gelezen, veeleer dan in de publieke context van christelijke diensten.

Tijdens de definitieve samenstelling van de canon in de tweede eeuw, bestonden er duidelijke verschillen tussen de kerken in het Westen, die in nauw contact met Rome stonden, en die in het Oosten, zoals in Alexandrië en Klein Azië. Athanasius van Alexandrië (293 – 373), de bisschop van Alexandrië en een invloedrijk theoloog, stelde de uiteindelijke lijst van boeken van het Nieuwe Testament op in de canon van 367, en beslechtte de strijd tussen Oost en West. De zevenentwintig boeken van het huidige Nieuwe Testament – en die alleen – werden canoniek verklaard. Latere concilies bevestigden dit. Het Concilie van Trente van 1545, de belichaming van de Contra-Reformatie, herbevestigde eerdere bevestigingen van het Concilie van Florence van 1442, en van het Noord-Afrikaanse Concilie van Hippo en Carthago van 393-419.

Welke boeken kwamen dan niet in de canon? Dit zijn naar mijn inschatting de meest interessante boeken die geen deel van het Nieuwe Testament werden.

 

De Apocalypse van Petrus

Dit boek uit de tweede eeuw is geschreven als een gesprek tussen Jezus en zijn volgelingen. In feite beschrijft het alle gruwelijke dingen die in de hel, en alle prachtige dingen die in de hemel gebeuren. Het is heel gedetailleerd over welke straf bij welke misdaad hoort voor degenen in de hel. Zij die God lasteren, bijvoorbeeld, worden opgehangen aan hun tong. Maar degenen die naar de hemel gaan zingen mooie muziek, hebben mooie lichamen met een prachtige huid, dragen schitterende kleren, en ruiken lekker.

 

Het Epistel van Barnabas

Het Epistel van Barnabas is een boek geschreven tussen 70 en 130. De belangrijkste boodschap van Het Epistel van Barnabas is dat de Joodse geschriften – die in het christendom het Oude Testament zouden worden – eigenlijk christelijke teksten van het vroegste begin zijn. Het biedt een volledig andere interpretatie van de Thora, die, zo stelt zij, wijst op de geldigheid van het christendom.

 

Het Kindsheidsevangelie van Jacobus

Dit boek, geschreven in 145, benadrukt het belang van Maria, de moeder van Jezus, voor de vroege christenen. Het beschrijft haar unieke geboorte, haar adolescentie, en de eerste jaren van het leven van Jezus. Het beklemtoont de eeuwige maagdelijkheid van Maria, en de betrokkenheid van God bij het kiezen van haar man Jozef. Het boek beschrijft gedetailleerd de kindermoord in Bethlehem door koning Herodes, en de geboorte van Jezus, die plaatsvindt in een grot.

 

De Herder van Hermas

 Dit lijkt onder vroege christenen een heel bekend boek te zijn geweest. Het was heel populair in de tweede en derde eeuw, maar die populariteit verdween bijna helemaal in de vierde eeuw.

De Herder van Hermas was ook destijds heel omstreden. Het boek werd door sommige vroege kerken als schrifttekst gebruikt, en door andere verworpen. De vroegchristelijke geleerde Origenes (ca. 185 – ca. 253) haalt het aan als Bijbeltekst. Maar de ‘stichter van de Westerse theologie’ Tertullianus (ca. 155 – ca. 220) zo goed als de theoloog en filosoof Clemens van Alexandrië (ca. 150 – ca. 215) beschouwde het als ketters. De Herder van Hermas  is een allegorisch boek, grotendeels in de eerste persoon geschreven, en beschrijft de visioenen van Hermas, een voormalige slaaf.

 

1 Clemens

Clemens is een van de twee brieven die werden gestuurd aan de kerk van Korinthe, en werden toegeschreven aan paus Clemens van Rome (ca. 35 – 99). Het is een van de oudste geschreven boeken die niet in het Nieuwe Testament zijn opgenomen, en dateert uit ongeveer 95. Het boek zelf richt zich bijna helemaal op een geschil in de christelijke gemeenschap van Korinthe, over het afzetten van verschillende leiders, waar Clemens sterk op tegen was.

 

Het Thomas Evangelie

Een van de meest beroemde boeken die niet zijn opgenomen in het Nieuwe Testament is het zogeheten Thomas Evangelie. Het is geen boek dat in de loop van de tijd werd doorgegeven, maar werd herontdekt als deel van de Nag Hammadigeschriften in midden-Egypte in 1945. Er is geen bewijs voor dat het breed werd gelezen door vroege christenen, en de weinige verwijzingen ernaar noemen het ketters. Het boek noemt de dood en verrijzenis van Jezus niet, maar richt de aandacht op zijn leer, en hoe die leidt naar het eeuwig leven. Geleerden hebben jaren van het schrijven genoemd zo vroeg als 60, en zo laat als 250.

Het Jezus Seminarium (een groep geleerden die actief was van 1985 tot 2006, om hun gemeenschappelijke kijk op de historiciteit van de daden en uitspraken van Jezus van Nazareth vast te stellen) verzekerde dat het Thomas Evangelie meer authentiek materiaal zou kunnen bevatten dan het Evangelie volgens Johannes. De groep publiceerde in 1996 een boek getiteld The Five Gospels[1], dat de vier canonieke Evangeliën bevat en het Thomas Evangelie. Maar John Paul Meier (1942 – 2022), een Amerikaanse Bijbelgeleerde en katholieke priester, pleitte herhaaldelijk tegen de historiciteit van het Thomas Evangelie, en stelde dat het geen betrouwbare bron kan zijn voor de zoektocht naar de historische Jezus.

De Amerikaanse godsdiensthistoricus Elaine Pagels, hoogleraar in de Godsdienst aan Princeton University, stelt in haar boek Beyond Belief: The Secret Gospel of Thomas (2003)[2] dat het Evangelie volgens Johannes werd geschreven als weerlegging van opvattingen die in het niet-canonieke Thomas Evangelie naar voren worden gebracht. Maar zij benadrukt dat de christelijke kerk er heel anders uit had gezien wanneer beide teksten waren opgenomen in de canon. Haar bestseller The Gnostic Gospels (1979)[3] onderzoekt de verdeeldheid in vroege christelijke gemeenschappen. Het is een provocerend en heel lezenswaardig boek.

 

De Didachè

De Didachè of ‘Het onderricht van de Heer aan de Twaalf Apostelen’ is feitelijk een geheel van stap-voor-stap richtlijnen voor een christelijk leven. Door moderne geleerden wordt het gedateerd in de eerste of, minder gebruikelijk, tweede eeuw. Het eerste deel gaat over hoe christenen de Tien Geboden moeten toepassen. Het tweede behandelt de sacramenten van de Doop en de Eucharistie, en het vasten. Het derde gaat over de structuur van de kerk. In de vroegste tijd van het christendom werd door sommigen overwogen de Didachè op te nemen in het Nieuwe Testament.

 

De Derde Brief aan de Korintiërs

De Derde Brief aan de Korintiërs is een vroegchristelijke tekst, geschreven door een onbekende auteur die beweert de Apostel Paulus te zijn, oorspronkelijk bekend als Saul van Tarsus (ca. 5 – ca. 64/65). Deze brief is overgebleven en werd opgenomen in sommige vroege lijsten met heilige teksten, maar tegen de vierde eeuw niet langer als echt beschouwd. Volgens de meeste geleerden werd de tekst geschreven door iemand anders dan de Apostel Paulus.

 

***

 

Tot besluit: ik denk dat het belangrijkste aspect van deze overdenking niet slechts is gelegen in de historische informatie over vroegchristelijke teksten, maar in de oproep van de Evangeliën, te leven in de geest van Christus. Ik zou daarom willen afsluiten met twee teksten uit het vierde Evangelie: ‘Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben’ (Joh. 10-10) en ‘Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar u zult Mij zien, want Ik leef en u zult leven. Op die dag zult u inzien dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij, en Ik in u.’ (Joh. 14-19, 20).

 

Dat is onze hoop en onze uitdaging.

 

(vertaling: Herman Simissen)

 

Reageren? Mail naar jack.dick@kuleuven.be

 

John A. Dick (*1943) bekleedde als derde the Chair for the Study of Religion and Values in American Society aan de KU Leuven. Hij is voormalig academisch decaan van het American College van de KU Leuven en hoogleraar. Hij publiceerde onder meer samen met K. Schelkens en J. Mettepenningen A Aggiornamento? Catholicism from Gregory XVI to Benedict XVI (Brill, Leiden en Boston, 2013). Recent verscheen zijn boek Jean Jadot: Paul’s Man in Washington (Another Voice Publications 2021), een biografie van de Belgische bisschop Jean Jadot die van 1973 tot 1980 Apostolisch Afgevaardigde in de Verenigde Staten was.

 

[1] Robert W. Funk, Roy W. Hoover, and the Jesus Seminar, The Five Gospels: What Did Jesus Really Say? the Search for the Authentic Words of Jesus, Harper, San Francisco, 1996.

[2] Elaine H. Pagels, Beyond belief : the secret Gospel of Thomas, Random House, New York, 2003.

[3] Elaine H. Pagels, The Gnostic Gospels, Vintage Books, New York, 1979.