In deze reeks korte bijdragen reflecteren redactieleden van Streven Vrijplaats op de spanning tussen het gezond verstand en een ongezonde controledrift, zoals die recent door filosoof Giorgio Agamben ter discussie werd gesteld. Aflevering 8 is weer van de hand van Frank Saenen.

Je suis traçable, donc je suis

Frank Saenen

 

Worden er vrijheden bedreigd zonder dat we er erg in hebben? Het is duidelijk niet zo dat het stellen van deze vraag onmiddellijk een eenduidig juist antwoord oplevert – anders zouden we dit gesprek niet opgestart hebben. Toen ik de voorbije dagen nu en dan gebogen zat over berichtgeving en reflecties van het genre ‘EU Privacy Watchdog Calls for Pan-European Mobile App for Virus Tracking’ (NYTimes), schoot me plots een vraag te binnen: zit ik, als niet-smartphonebezitter, dan niet op het verkeerde pad? Met enkel een baksteentje vallen er bij mij langs die weg niet zoveel gegevens te tracken (en mogelijk ben ik ook niet de enige in die situatie).

Riskeer ik stilaan beoordeeld te worden als iemand die deloyaal staat tegenover het goed menende regime dat haar inwoners zoveel mogelijk gevaarlijke infecties wil besparen? Als iemand die iets te verbergen heeft – anders  zou ik toch met open vizier mijn virusstatus bekend willen maken? Hoeveel vertrouwen kan het regime schenken aan het individu dat er voor kiest om een beperkte mate van niet-traceerbaarheid te behouden?

De grote Antwerpse kunstenaar en volkszanger Wannes van de Velde (1937-2008) hoorde zichzelf

‘vloeken / op de arrogante stroom bruin enveloppen / die op ’t ritme van de dagen / m’n wereld binnenvallen zonder kloppen / de bureaucraten / kunnen niet laten / me te bestoken met hun liefdeloos getier.’[1]

De digitale bruine enveloppen 2.0 van binnenkort bevatten misschien ook in te vullen gegevensformulieren – dataprotectieproof! Je hebt die ‘enveloppe’ steeds bij je en je weet meteen of je de persoon die je nadert best enkel een digitale handdruk zou gunnen (of een echte). Maar dan kom je zo’n speciaal geval tegen die geen data levert aan jouw bruine enveloppe. Gevaar! Die té dataloze medemens (de niet-smartphonebezitter) wil niet langer een probleem zijn voor zijn samenleving, en besluit zich weg te stoppen, op zoek naar een plekje onopspoorbaarheid. Opnieuw Wannes:

‘In de lommerte van ’t bos / tussen kreupelhout en mos / zijt ge veilig voor de nijd / van de mediocriteit / onder varen en jasmijn / kunt ge zelf een schaduw zijn / gelijk de geesten eeuwenoud / in de stilte van het woud.’

Volksgezondheid is natuurlijk geen zaak van mediocriteit, maar ik kan me best inbeelden dat mensen soms eventjes onder ‘varen en jasmijn’ willen kruipen, als anoniempje. En even niet meehollen met het nieuwste adagium  je suis traçable, donc je suis.

 

 

 

 

 

 

[1] Onmogelijk het mooie Antwerpse dialect van Wannes in het lied In de lommerte van ’t bos te vertalen.