Boekbespreking in Streven, juli-augustus 2018

Stijn Geudens *

In zijn nieuwste boek, De terugkeer van de wereld van Marco Polo, brengt de Amerikaanse journalist Robert D. Kaplan (*1952) zeventien artikelen samen die hij sinds 2001 publiceerde in diverse bladen, o.a. The Atlantic, en die alle de recente mondiale ontwikkelingen en de positie van de VS daarin betreffen. Het is ondertussen al zijn achttiende titel (voor eerdere besprekingen van zijn werk zie Streven maart 2013 en mei 2016) en het is opnieuw een even boeiende als toegankelijke mix geworden van reisverslaggeving, historiografie, politieke analyse en filosofische reflectie. Voorop in de bundel staat een lang essay waaraan ook de hoofdtitel voor het geheel werd ontleend. Op het einde van de dertiende eeuw trok de Venetiaanse handelaar Marco Polo via de zogenaamde zijderoute naar het Verre Oosten en weer terug. De overheersing van de Mongolen in grote delen van de Euraziatische ruimte, de ‘Pax Mongolica’, vormde tijdens de Late Middeleeuwen een extra stimulans voor de handelsbewegingen tussen Oost en West over lange afstand. Vandaag wordt er onder impuls van China gewerkt aan een ‘nieuwe zijderoute’, een netwerk van verkeersroutes over land, zee en via de lucht, in combinatie met de nieuwste communicatietechnologie, dat niet alleen Europa en Azië, maar ook Afrika omvat. Dit heeft verregaande economische, politieke en culturele gevolgen.

 Bij de lectuur van De terugkeer van de wereld van Marco Polo is het belangrijk steeds in het achterhoofd te houden dat Kaplan bij zijn analyses van het wereldgebeuren vertrekt vanuit het standpunt van de Amerikaanse belangen. Hij maakt daar trouwens geen geheim van: ‘Als de dominante mogendheid op het westelijk halfrond moet de VS altijd voorkomen dat een andere mogendheid net zo dominant wordt op het oostelijk halfrond. Daarnaast moet het als maritieme grootmacht de vaarroutes beschermen die de wereldhandel mogelijk maken’ (blz. 83-84). Het is altijd interessant als Kaplan zich uitlaat over actuele kwesties. Ik pik er drie uit. Zo wijst hij bijvoorbeeld op het ‘grotere Zwarte Zeegebied’ als nieuw geopolitiek interpretatiemodel. Gezien de gelijktijdige acties van Poetin in Oekraïne en Syrië blijkt Moskou dit concept beter te begrijpen dan Washington. De beschouwingen over deze Russische demarches illustreren overigens treffend de typisch Amerikaanse zienswijze die ik hierboven aanstipte. Volgens Kaplan heeft Poetin immers de machtsbalans verstoord van Midden-Europa tot het Midden-Oosten. Een criticus zal antwoorden dat het juist de VS zijn die de balans verstoord hebben en dat Rusland zich hiertegen verzet. Eveneens verhelderend is voorts het essay dat Robert Kaplan in 2006 schreef over Noord-Korea en dat vandaag alleen maar relevanter geworden is: de stoerdoenerij van Pyongyang is in eerste instantie bedoeld om Washington aan de onderhandelingstafel te krijgen maar de uiteindelijke bedoeling is om precies daardoor sterker te staan tegenover Beijing. In een ander artikel, geschreven kort na de verkiezing van Trump tot president, maakt Kaplan zich dan weer grote zorgen over diens toekomstige buitenlandbeleid: een president dient te beschikken over voldoende historisch besef, iets dat men ontwikkelt door veel te lezen, en dat lijkt bij Trump totaal afwezig.

 Robert Kaplan heeft bij eerdere gelegenheden al vaker gewezen op de gevaren die de moderne communicatiemiddelen met zich meebrengen en een lans gebroken voor ‘ouderwets’ lezen en het zich grondig verdiepen in traditionele vakgebieden als geschiedenis, filosofie en literatuur. ‘Maar Trump lijkt het hele boekentijdperk overgeslagen te hebben en direct in het digitale tijdperk te zijn beland. En in dat tijdperk wordt niets goed onderzocht, is context afwezig en woekeren de leugens’ (blz. 308). Zo heeft ook de opkomst van de Islamitische Staat meer te maken met het massahysterische effect van het internet en de sociale media dan met de islam op zich: ‘Wat we nu zien is niet zozeer een botsing tussen beschavingen, maar een botsing tussen kunstmatig gereconstrueerde beschavingen’ (blz. 316). Leegte en eenzaamheid kunnen thans versneld leiden naar totalitaire waanideeën: ‘De ziel zelf wordt uitgehold doordat de verbeelding wordt vervangen door technologische producten als smartphones, educatief speelgoed en andere elektronica’ (blz. 348). Met zijn eigen boeken, waarin altijd ruim plaats is voor filosofische en historische bespiegelingen, wil Kaplan hiertegen duidelijk tegenwicht bieden. En ook zijn nieuwste ligt geheel in die lijn.

  

Robert D. Kaplan, De terugkeer van de wereld van Marco Polo. Oorlog, strategie en de westerse belangen in de 21e eeuw, Spectrum, Houten, 2018, 391 blz., 24,99 euro, ISBN 978 90 00 354160.