Branko Milanović*

De toespraak van Vladimir Poetin op 21 februari 2022 bij gelegenheid van de erkenning van de republieken Donbas en Loegansk is een van de meest opmerkelijke politieke toespraken van de huidige tijd. Hij bestaat uit meer dan zesduizend woorden, en werd in vijfenvijftig minuten uitgesproken zonder hulp van ook maar een enkel blaadje papier en zonder een enkele hapering. En voor zover men kan zien was er evenmin een autocue.

Het is een toespraak die de eigen filosofie van de geschiedenis van Poetin openbaart, en bedoelt te openbaren. Hij bespreekt de afgelopen honderd jaar van de geschiedenis van Rusland. Hij geeft een niet onredelijke maar erg beperkte versie van die geschiedenis, waarin historische gebeurtenissen met meervoudige oorzaken en meervoudige betekenissen worden versimpeld tot een enkele oorzaak en een enkele betekenis.

Hij heeft de vorm van een ‘J’accuse’-toespraak die, volgens Poetin, het verhaal vertelt van een eeuw van bedrog van Rusland: door Communisten, door de eigen elites van Rusland, en door voorgewende vrienden van Rusland. Het is daarom het beste de tekst in drie parten te verdelen, de drie verschijningsvormen van bedrog.

Bedrog door de Bolsjewieken

De toespraak voert de lezer langs precies de laatste eeuw, vanaf 1922, toen de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken werd gevormd. (De enige twee periodes daaraan voorafgaand die aan de orde komen betreffen het heel kort noemen van het zeventiende-eeuwse Rusland, en het vredesverdrag van Brest-Litovsk van 1918. Ook dit laatste wordt gezien als Sovjet-bedrog.)

De Sovjet-Unie, zoals gevormd in 1922, omvatte de oprichting van op etnische grondslag gebaseerde republieken, en verleende alle republieken het recht op zelfbeschikking tot en met, en daarbij inbegrepen, het recht op afscheiding. Poetin merkt op: ‘De Leninistische, in wezen confederale staatsstructuur en het devies van zelfbeschikking voor iedere natie tot en met afscheiding werden opgenomen in de grondslagen van de Sovjet-staat: aanvankelijk, in 1922, werden zij opgenomen in de Verklaring bij de Oprichting van de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken, en vervolgens na de dood van Lenin in 1924, in de Grondwet van de USSR’.

Dit was de landmijn, zoals Poetin later zal beweren, die werd aangebracht bij het scheppen van de USSR zelf en die later zou exploderen, de unie vernietigen, en zo direct zou leiden naar de problemen waarvoor we vandaag staan. Waarom, vraagt Poetin, ‘was het nodig de eindeloos toenemende nationalistische ambities van verschillende delen van het vroegere [Russische] keizerrijk tevreden te stellen? Waarom werden er nieuwgevormde, vaak willekeurig geschapen, grote administratieve eenheden aan gegeven – die vaak niets te maken hadden met deze titulaire naties? Ik herhaal, er gebieden aan te geven tegelijk met de bevolkingsgroepen van het historische Rusland’.

Ook al gebruikt Poetin de term niet, dit was duidelijk een daad die alleen kan worden begrepen vanuit het anti-Russische sentiment van de Bolsjewieken: bedrog. Poetin neemt niet de moeite na te denken over het feit dat de Russische Revolutie de revolutie van maatschappelijke en van nationale bevrijding was, dat zij zowel de bestanddelen omvatte van gelijkheid tussen de burgers en van gelijkheid tussen de volkeren die werden onderdrukt in het tsaristische Rusland. Dit is de reden dat er onder de Bolsjewieken zoveel vertegenwoordigers van verschillende etnische groeperingen waren, en waarom zij – en Lenin in het bijzonder – het noodzakelijk vonden het Groot-Russische chauvinisme te bestrijden.

Zij schiepen republieken opdat de naties van het vroegere Keizerrijk voelden dat zij echt deel uitmaakten van het nieuwe socialistische gemenebest, en aanvankelijk dachten zij zelfs dat de hele wereld, als die eenmaal communistisch was geworden, verenigd zou worden in één enkele Socialistische Sovjet Republiek – vandaar dat er geen geografische termen voorkomen in de naam van de USSR. Deze idee van één enkele wereldwijde socialistische republiek waarin de tegenstellingen tussen verschillende etniciteiten zijn overwonnen verklaart de annexatie van de Baltische republieken in 1940, als tegengesteld aan die laten voortbestaan als geallieerde staten, zoals na 1945 wel in Oost-Europese landen gebeurde. En het verklaart waarom Joegoslavische, en belangrijker nog, Chinese communisten na hun geslaagde revoluties voorstelden hun land te verenigen met de Sovjet-Unie.

‘Opnieuw vraag ik mij af: waarom was het nodig dergelijke genereuze geschenken te geven, waarvan zelfs de meest vurige nationalisten nooit hadden gedroomd, en deze republieken zelfs onvoorwaardelijk het recht op afscheiding van de verenigde staat te geven?’ Het antwoord is eenvoudig: er bestond geen bijzonder anti-Russisch gevoel dat het scheppen van de Sovjet republieken veroorzaakte. Het volgde uit de oorsprong van de opstand tegen het Tsarendom en de visie van een nieuwe wereld van nationale gelijkheid.

Dergelijke brede beschuldigingen tegen de Bolsjewieken, als zouden zij willekeurig Russische gebieden hebben weggegeven, roept impliciet de vraag op naar de wettigheid van alle republieken, niet alleen van Oekraïne. Oekraïne wordt naar voren gehaald door te laten zien hoe dit land in elkaar werd geknutseld door eerst Lenin, dan door Stalin die het aan het einde van de Tweede Wereldoorlog wat Poolse, Roemeense en Hongaarse gebieden schonk, en ten slotte door Chroesjtsjov die het ‘om wat voor reden ook’ de Krim gaf.

Bedrog door communistische elites

Wat gebeurde er vervolgens? ‘… de Rode Terreur en de snelle overgang naar de Stalinistische dictatuur, de overheersing van de communistische ideologie en het monopolie op de macht van de Communistische Partij, nationalisaties en het systeem van de nationale planeconomie – dit alles maakte [het recht op afscheiding] in feite tot niet meer dan een verklaring, een formaliteit, het afgekondigde maar niet-werkende principe van het staatssysteem’. Het recht op zelfbeschikking en afscheiding van de republieken was enkel een dode letter zo lang de Communistische Partij van de Sovjet-Unie sterk en gecentraliseerd was. De oorspronkelijke schade van 1922 bleef verborgen.

Maar dat begon te veranderen in de jaren 1980 met de diepe crisis van de Sovjet economie en maatschappij. Deze crisis stimuleerde de groeiende ‘honger van plaatselijke elites. Elk van deze elites begon, ten einde de eigen machtsbasis te vergroten, hersenloos nationalistische gevoelens te bevorderen en aan te moedigen, er op in te spelen, hun mogelijke aanhangers te beloven wat zij wilden’. Omdat de legitimiteit van de Sovjet-Unie ineenstortte, werd een nieuwe legitimiteit gevonden in een etnisch nationalisme, en het recht op afscheiding was het volmaakte middel om deze doeleinden te verwezenlijken. Hier heeft Poetin inderdaad goede argumenten. Dit was het proces waardoor niet alleen de Sovjet-Unie uiteenviel, maar ook Joegoslavië en Tsjechoslowakije; dat 23 of, als we alle bijgekomen republieken meetellen, zelfs 28 nieuwe staten schiep. Dit was het proces dat de Franse historica Hélène Carrère d’Encausse voorzag in haar boek L’Empire éclaté (1978), en dat de Poolse Wisla Suraska beschreef in How the Soviet Union Disappeared (1998). Maar het is moeilijk in te zien waarom dit proces bij uitstek anti-Russisch zou zijn. Alle elites, daarbij inbegrepen die van Jeltsin die Poetin aan de macht bracht, speelden hetzelfde spelletje, zichzelf verkledend in het nationalistische kostuum.

Zo nam de voltallige vergadering van Communistische Partij van de Sovjet-Unie in 1989 verklaringen aan, en Poetin citeert, als: ‘Aan de Republieken van de Unie behoren alle rechten, als afspiegeling van hun status als soevereine socialistische staten’ en ‘De hoogste vertegenwoordigende autoriteiten van de republieken van de unie kunnen protesteren tegen, en de uitvoering op hun grondgebied opschorten van, resoluties en opdrachten van de regering van de unie’. Toen was het uiteenvallen van de Sovjet-Unie enkel nog een kwestie van tijd. Deze ineenstorting en het scheppen van nieuwe onafhankelijke staten werd niet bereikt door nationalistische leiders, beweert Poetin, die dit nu wel pretenderen, met name in Oekraïne, maar ‘het uiteenvallen van het land was het gevolg van historisch en strategische blunders van Bolsjewistische leiders, en de leiding van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie’.

Dit was het tweede bedrog.

Bedrog door de Verenigde Staten

Rusland aanvaardde, beweert Poetin, deze onevenwichtige en oneerlijke uitkomst en gedroeg zich tegenover de nieuwe republieken in een geest van vriendschappelijkheid. Met betrekking tot Oekraïne somt Poetin nu een aantal ‘goede daden’ op, waaronder enorme subsidies tussen 1991 en 2013, geschat op 250 biljoen dollar, het betalen van alle Oekraïense schulden (opgebouwd tijdens de Sovjet-Unie) enzovoorts. Dit ondanks aanhoudende pogingen van Oekraïne om Rusland te bedriegen (‘platvloers stelen van gas’) en gemaakte afspraken niet na te komen (sommige Sovjet bedrijfsmiddelen niet terug te geven).

Ook wilde Rusland vriendschappelijke verhoudingen met de Verenigde Staten opbouwen. In 2000 vroeg Poetin, iets waarvan hij beweert dat hij het pas nu voor het eerst openlijk zegt, aan Bill Clinton hoe de Verenigde Staten zou regeren als Rusland vroeg lid van de NAVO te mogen worden. Poetin was, zo beweert hij, verrast door de erg terughoudende reactie van Clinton. Hoe meer tijd er verstreek, hoe duidelijker het voor Poetin werd dat de Verenigde Staten Rusland behandelden als een vijand: dit blijkt uit officiële Amerikaanse militaire plannen. In deze plannen is Oekraïne voor de Verenigde Staten de springplank om Rusland militair te bedreigen. De Amerikanen hebben een aantal luchthavens in Oekraïne opgeknapt, en met nieuwe wapens, waaronder tactische nucleaire wapens, is het hele Russische gebied tot aan de Oeral, en blijkbaar mettertijd zelfs ook voorbij de Oeral, een eenvoudig doel voor Amerikaanse wapens. Dergelijke wapensystemen kunnen Tomahawk raketten in 35 minuten, en hypersonische raketten in 5 minuten in Moskou brengen. Dit alles gebeurde tegen de achtergrond van Amerikaanse verzekeringen dat de NAVO niet zou uitbreiden, ‘hetgeen enkel loze woorden bleken te zijn’, en bovendien, ‘later begon het Westen ons te verzekeren dat toetreding van Centraal- en Oost-Europese landen tot de NAVO de verhoudingen met Moskou alleen maar zou verbeteren, deze landen verlossen van een zware historische last en zelfs, daarenboven, een gordel van staten zou scheppen die vriendelijk tegenover Rusland zouden staan. Alles liep op precies het tegenovergestelde uit’.

Dit was het derde bedrog.

Wat te doen?

Wat kan men afleiden uit deze visie op de geschiedenis die in veel opzichten juist is, maar beperkt in die zin dat alle handelingen enkel vanuit een gezichtshoek worden gezien: vijandigheid tegenover Rusland? De grondgedachte achter alles is: op de een of andere manier Rusland verzwakken en belazeren om het te onderwerpen. Ik denk dat het vrijwel onmogelijk is te hopen dat deze wereldbeschouwing kan worden veranderd door kleine aanpassingen in de houding en in de verhoudingen. Dit is zo’n sterk beproefde en krachtige interpretatie van de geschiedenis dat misschien alleen door twintig jaar van uitdrukkelijk pro-Russisch beleid door iedereen iets zou kunnen veranderen. Maar dat gaat niet gebeuren.

Het enige lichtpuntje – als er al een is – en aannemende dat de wereld erin slaagt de komende jaren zonder groot conflict te overleven, is dat het zorgvuldig lezen van de speech van Poetin en beseffen dat zijn opvattingen worden gedeeld door grote delen van de Russische bevolking en elite, Westerse politici ertoe zou kunnen aanzetten Rusland in de toekomst te behandelen met meer besef van deze historische trauma’s en meer omzichtigheid – ten einde vergelijkbare scenario’s in de toekomst te voorkomen.

 

(Vertaling: Herman Simissen)

 

Branko Milanović (01953) is een Servisch-Amerikaanse econoom, onder meer verbonden aan de City University of New York en de London School of Economics. Hij is vooral bekend door zijn werk over inkomensverdeling en ongelijkheid. De oorspronkelijke tekst verscheen op 22 februari jl. op http://glineq.blogspot.com/ en wordt hier met toestemming van de auteur in Nederlandse vertaling gepubliceerd.