Anja Fricke*

 

‘Het verhaal van je oom is inmiddels voorspelbaar geworden als verhaal uit de DDR…’. Er klonk een mengeling van teleurstelling, verveling, en verontwaardiging door in de opmerking. Het was een reactie van een van de reizigers tijdens een bezoek aan de voormalige DDR in 2019, waarbij ik optrad als reisleidster. De opmerking volgde op het derde gesprek met een Zeitzeuge uit de voormalige DDR, mijn oom Günter Tomczak († 28 juni 2021). Hij vertelde onder meer hoe hij als vijftienjarige in de nacht van 12 op 13 augustus 1961 in West-Berlijn de bouw van de Muur had beleefd. Hij was stiekem vanuit de DDR op vakantie gegaan bij zijn tante in West-Berlijn. Niemand van zijn familie wist, en mocht weten, dat hij bij de ‘klassenvijand’ was. Pas in 2011 heeft hij het onthuld, het is als het ware zijn coming out geworden. Alleen hij en zijn vader wisten van dit Westerse avontuur. Tomczak had het geluk dat hij door hulp van het Rode Kruis bij een uitwisseling van West-kinderen uit het Oosten en Oost-kinderen uit het Westen kon terugkeren naar huis in Freyburg-Unstrut. Hij beschrijft deze nacht als: ‘Es war wie im Krieg’. Hij moest als vijftienjarige de keuze maken: bleef hij bij zijn tante in West-Berlijn, of ging hij terug naar zijn familie in de DDR? Teruggaan, met de onzekerheid of niet toch iemand wist dat hij in West-Berlijn bij de klassenvijand was geweest. Was het bekend, dan was mijn oom, met iedereen in zijn omgeving, in de problemen gekomen. De staat kon immers niet negeren dat iemand heulde met de klassenvijand, ook al was die klassenvijand familie. Toen zijn verhaal in 2011 in de plaatselijke krant stond, kreeg Tomczak verbijsterde commentaren van vrienden en familieleden: hoe had hij dit geheim zo lang weten te bewaren? Het verhaal van Günter Tomczak is maar een van de vele uit de geschiedenis van de DDR. En voor de deelnemers aan de reis naar de voormalige DDR het zoveelste. De vraag dringt zich op hoe de DDR veertig jaar lang heeft kunnen voortbestaan, als vrijwel iedere burger van dit land dergelijke situaties heeft meegemaakt (meer of minder negatief). En wat tegenwoordig te doen met al die verhalen?

De DDR als sprookje

Ik vergelijk veertig jaar DDR wel met een sprookje. Wat zijn de kenmerken van sprookjes? Uiteraard is het belangrijkste dat de lezer een moraal of belangrijke boodschap wordt meegegeven, zonder deze feitelijk te benoemen. Maar ook de botsing van verschillende ‘waarheden’: die van goed en kwaad. Een ander kenmerk is dat het slecht afloopt met het kwaad: het goede overwint. En de moraal van sprookjes is dat het kwaad op den duur wordt ontmaskerd als kwaad. In sprookjes probeert het kwaad zijn werkelijkheid op te leggen aan anderen. Dat lukte in de DDR veertig jaar, maar niet langer! De DDR is zozeer verstrikt geraakt in haar eigen wirwar van realiteiten en waarheden, dat het sprookje van de socialistische DDR en de eigen ‘waarheid’ niet meer als waarheid werden gezien. Soms werd er gelogen, soms iets weggelaten, verdraaid of mooier gemaakt. Wanneer zoveel kan worden gedaan met waarheden, kan het sprookje lang worden volgehouden. Maar de eigen bevolking had het DDR-sprookje vanaf het begin door. Mensen stemden al op 17 juni 1953 met hun voeten. De waarheid ombuigen diende om de bevolking te laten zien dat zij beter af was dan die in het Westen. Leugens als waarheid vertellen is in een dictatuur het middel bij uitstek om het eigen bestaansrecht te vestigen en te handhaven. Ieder mens streeft naar geluk, en hoe meer mensen gelukkig zijn, des te gelukkiger de bevolking. Hier ontstond een probleem voor de DDR. De bevolking koos massaal voor geluk, en voor vermindering van pijn, door het land te ontvluchten vanaf 1949, in 1953, 1961, 1989, 1990-1994 en 2000-2006. Dit kwam neer op ongeveer 5,3 miljoen burgers. Het land ontvluchten was een constante in zijn geschiedenis. Vluchtelingen uit de DDR hebben vanaf 1953 bijgedragen aan het Wirtschaftswunder in de BRD.[1] Het waren immers vaak hooggekwalificeerde burgers die de DDR verlieten. En na 1990 vooral de beter opgeleide vrouwen. Bijgevolg bestaat er nu in de voormalige DDR een overschot aan mannen die aan de vrouw proberen te komen. Dit lukt vaak niet. Er wordt niet zelden een verband gelegd tussen het mannenoverschot en de keuze voor de rechtse partij Alternatieve für Deutschland (AfD). Oordeelt u zelf of het onderstaande verhaal een sprookje is:

Tomczak was voorzitter in de carnavalstijd, en verantwoordelijk voor het amusement in deze tijdelijke schijnwereld. Alles moest perfect op elkaar zijn afgestemd, vooral voor het publiek aan bepaalde tafels. Sommige tafels waren immers gereserveerd voor leden van de Stasi (Staatssicherheidsdienst). Als voorzitter was Tomczak ook de presentator, en moest hij zijn publiek bekoren met goede sprekers die de grenzen opzochten en er soms een tikkeltje overheen gingen. Waar was de grens tijdens carnaval? De zingende entree van een spreker met een klein beetje spot in de stem: ‘Meeeiiin Eeeerricchh (Erich)….’. De leden van de Stasi begonnen meteen ‘boe’ te roepen: al beginnen met spottend zingen over Erich? Dat ging te ver. Maar de zingende entree sloeg niet op het staatshoofd Erich Honecker, maar op de Erich die in de zaal zat en die ook iedereen kende. Toevallig hadden beiden dezelfde voornaam! Er was een korte woordwisseling tussen de Stasi en de spreker, gelukkig kon men het bijleggen en ging het programma verder. De carnavalsnacht duurde tot 04.00 uur in de ochtend. Tijd voor Tomczak om naar bed te gaan, want er moest overdag weer gewoon worden gewerkt. Stipt om 06.00 uur ging niet de wekker, maar de telefoon. Tomczak herkende een vertrouwde stem aan de lijn: de burgemeester van Freyburg. Hij was niet bij het carnavalsfeestje geweest. Misschien bewust niet, omdat hij bang was voor ongemakkelijke situaties. En hij hoefde er ook niet te per se zijn, er was voldoende officieel publiek. De vraag van de burgemeester aan Tomczak om 06.00 uur in de ochtend: ‘War es schlimm gestern?’ (was het erg gisteren?) Tomczaks antwoord: ‘Nee, er was heel even een woordenwisseling maar het is bijgelegd, je kunt gewoon gaan slapen’. De burgemeester was al op de hoogte van de gebeurtenis. En hij moest het nagaan bij Tomczak, om nog dezelfde dag verantwoording te kunnen afleggen aan de leiding van het district: er was niets gebeurd…

Mijn oom en zijn Prinzengarde en Elferrat ‘FKK-Freyburger Karneval Klub

Nu de realiteit in Das schweigende Klassenzimmer

De film Das schweigende Klassenzimmer van Lars Kraume is gebaseerd op een autobiografisch verhaal van Dietrich Garstka dat verscheen in 2006. In de film volgen we Kurt en zijn vriend Theo met hun klas. Deze twee vrienden zagen in West-Berlijn dat de Russen de Hongaarse opstand in 1956 neersloegen. Kurt overtuigde zijn klasgenoten, twee minuten stilte te houden tijdens de geschiedenisles, zonder de docent of de school erover te informeren. Deze stilte had uiteindelijk tot gevolg dat dertien abituriënten hun vaderland de DDR moesten verlaten. De film laat zien hoe de oudere generatie docenten die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt, gevangen zit in het toenmalige dictatoriale DDR-systeem. Volgens hen moest het socialisme beter zijn dan het fascisme. Maar de jongere generaties die de oorlog niet hebben beleefd opvoeden in het nieuwe systeem blijkt lastig als er geen begrip voor hen is, en een open gesprek over de geschiedenis voeren zelfs onmogelijk. Ook het andere Duitsland is hiermee overigens pas echt in 1978 begonnen, na het uitzenden van de Amerikaanse tv-serie Holocaust. Het verschijnsel, jongere generaties niet te confronteren met de ‘zwarte bladzijden’ van het eigen verleden kwam dus zowel in het Westen als in het Oosten voor. Dit is goed te zien in een andere film van Kraume, Der Staat gegen Frits Bauer en ook in Im Labyrinth des Schweigens van Giulio Ricciarelli. Daarin hoor je dat de toenmalige jongere generatie ‘Ausschwitz’ niet meer kent, en ook geen interesse heeft in de verhalen over de Tweede Wereldoorlog. En het was toen, in 1958, nog een recent verleden. En nu in Nederland vragen docenten me advies: wat de kinderen mee te geven over de huidige maatschappij? Het is niet eerlijk de normen en waarden over goed en fout uit de door hun beleefde Koude Oorlog-periode op de kinderen los te laten zonder het open en eerlijk te bespreken. Bovendien wat verwachten wij dat zij met die achtergrondenkennis doen? Inleven, verwerken, begrijpen, vergeten of reflecteren…. En waarom raakt het me dan zo als een deelnemer op een reis zoiets tegen me zegt: ‘nou weet ik het wel’? Omdat het om individuele feitelijk gebeurde levensverhalen gaat, die laten zien hoe een dictatuur in de praktijk werkt. Uit de geschiedenis leren betekent ook: luisteren naar de verhalen van leden van die samenleving. In de DDR kozen burgers soms voor een demonstratie, een volgende kon goed praten, weer een ander neemt een vriend in vertrouwen, deed iets wat in de ogen van de staat verboden was en weer een ander koos ervoor zijn land te verlaten! Al deze verhalen komen terug in de film Das schweigende Klassenzimmer. Alleen is dit geen sprookje met een goed doordacht verhaal en een afsluitende moraal. Nee, dit was de strijd van een maatschappij die weer een abrupte overgang doormaakte, vanuit de nationaalsocialistische naar de communistisch-socialistische dictatuur.

Lord Ralf Dahrendorfs theorie dat Duitsers conflicten niet rationeel oplossen

Dahrendorf heeft een theorie over de Duitsers opgesteld aan de hand van de vraag ‘Hoe kon 1933 in Duitsland gebeuren’.[2] Een pijler in zijn theorie was dat men in Duitsland sociale conflicten niet alleen niet rationeel bespreekt, maar zelfs helemaal niet. Hier zie ik een parallel met de periode na 1989 toen de Oost-Duitsers, zoals zij nu worden genoemd, zich plotseling moeten aanpassen aan weer een nieuwe realiteit en ideologie. Weliswaar zelf gekozen maar dan nog ze kenden het Westen en het kapitalisme alleen van de televisie en niet echt. Net zoals na 1945 de oud-Nazi’s zich snel hebben aangepast.[3] Maar ook na 1945 en na 1990 zijn de sociale conflicten niet of onvoldoende besproken. Vraagt u zich af waarom er nu weer of nog steeds een onzichtbare scheidslijn tussen Oost en West bestaat? Erover praten, nee, dat gebeurt niet. Na 1945 probeerde men zich zo goed mogelijk aan de nieuwe maatschappij aan te passen! En de grote ellende die men heeft aangericht als Duitsland en de trauma’s die men heeft opgelopen zo gauw mogelijk te vergeten en er niet meer over praten. En een andere parallel is het niet verwerken van geschiedenis van de DDR in een herenigd Duitsland. Weer werden de verhalen in de doofpot gestopt! Ze mochten niet bestaan in het nieuwe, zich verenigende Duitsland. Daardoor lijkt het in Duitsland vaak alsof de Koude Oorlog nooit heeft plaatsgevonden. Het zijn verregaande uitspraken, ik weet het. Maar in vele gesprekken met docenten in Oost en West drong zich dezelfde conclusie op: het thema DDR of Koude Oorlog komt amper of helemaal niet voor in het onderwijs.

Hoe moeten de generaties Europa uitbreiden bij gebrek aan kennis van geschiedenis?

En er was in 2008 in Duitsland een groot onderzoek onder docenten en leerlingen van verschillende leeftijden en niveaus.[4] De uitkomst van dit onderzoek naar het beeld van de DDR onder leerlingen zal niet verrassen. Het past in de lijn van dit artikel. Nu, zoveel jaren later, kijk ik vol verbazing naar de negatieve gevolgen die het niet onderwijzen van dit hoofdstuk heeft. Zo moest ik in 2021 mijn zestienjarige nicht vertellen dat er in Duitsland, helemaal niet ver van waar zij nu woont in de Harz, een muur stond die in 1961 gebouwd werd. Haar antwoord was: ‘Ach so!’ Het erge hieraan is dat zij bij het Duitse leger ging solliciteren als tandartsassistente, en deze en andere vragen over de DDR niet kon beantwoorden. Het valt haar niet kwalijk te nemen! We doen er allen aan mee, haar en al die andere toekomstige generaties die Europa verder moeten uitbouwen, in deze soort onwetendheid achter te laten. Voor mijn nicht kan het niet zo’n kwaad, omdat ze de politiek niet in zal gaan. Maar wat ik bij mijn nicht zie, zie ik in Europa in het groot, met steeds scherpere lijnen tussen Oost- en West-Europa. Zonder hierover veel te willen uitweiden, het zal tijd worden dat Oost en West elkaar vragen gaan stellen over waar men eigenlijk vandaan komt, en hoe Europa vorm te geven! Door bijvoorbeeld al die snelle verwijten van Europa aan Hongarije wordt niet veel bereikt. Of de snel uitgevaardigde sancties tegen Wit-Rusland! Ja, er moet iets aan gedaan worden met Wit-Rusland, maar of de weg van sancties de juiste is? Bovendien, leer mij de Russen en de Wit-Russen kennen. Als zij last hebben van kritische journalisten uit eigen rijen, dissidenten of opstandelingen, hebben zij toch echt andere middelen om deze mensen de mond te snoeren. Hier zit een plan de campagne achter. Rusland verkeert in intern verval, het verliest al zijn ‘machtige’ structuren en personen en medestanders uit de Koude Oorlog. Ook zij worden een dagje ouder en moeten hun taken neerleggen! Dat heeft effect op de leiding. Poetin voorop! Wat probeert Europa met de sancties te bereiken? Zelfs ik als Europeaan lach een beetje om de acties vanuit Europa. Is er dan nog steeds niets geleerd over de omgang met dictaturen? Wordt verwacht dat Wit-Rusland Moskou de rug toekeert en zegt: ja, Europa, we willen nu democratie en mensenrechten? Ook hier vallen vele parallellen te trekken met de verhouding tussen Oost en West tijdens de Koude Oorlog. Maar terug naar het onderwijs. In Rusland bestaat nu geen open samenleving, en geen open en eerlijk onderwijs of vrije journalistiek. Rusland voedt zijn bevolking op via de weg van het patriottisme. Maar in het democratische en open Duitsland zou het onderwijs alle kanten van één geschiedenis moeten laten zien, ook de zeer pijnlijke. En nu zijn er nog Zeitzeugen van beide toenmalige kanten om gebruik van te maken. We hebben als samenlevingen er alle belang bij de nieuwe generaties klaar te stomen voor de toekomst.

Soms is mijn democratie een verklede wolf

Ik schrik van mezelf dat ik democratie, met alles erop en eraan, nog steeds onvoldoende onder de knie heb. Ik dacht dat ik dat wel had! Als cultuurwetenschapper ben ik mijn eigen val getrapt. Ik vertel over andere periodes dat het belangrijk is deze in hun context te bezien, en zich de toenmalige denkbeelden voor proberen te stellen in het besef dat men toen niet anders kon denken. Maar hoe denk ik zelf eigenlijk, na te zijn opgevoed in een dictatuur? Nu kan ik wel zeggen dat ik als democraat denk, maar ik heb de dictatuur als onderdeel nog steeds geïnternaliseerd. Verwarring en schaamte komen in me op! De werking van de dictatuur sluimert weliswaar, maar sluimert wel in mij en mijn generatie uit de jaren ‘70. En ik ben toch fatsoenlijk opgeleid bij de Open Universiteit! Ik voel me democratisch, trots, zeker als ik mag stemmen in Nederland. Ik ga felle discussies aan als iemand tegen me zegt dat hij of zij niet gaat stemmen omdat… Het is je recht en plicht om te stemmen! Maar dat was niet de schok over mezelf. De schok kwam toen ik hoorde dat het Nederlandse kabinet was gevallen in 2021. Ik dacht niet: ‘natuurlijk is dit logisch, dat het kabinet moet aftreden’. Mijn reactie was een kinderlijke verbazing, ‘vanwege zoiets’, wat slap, maar ook ‘maar hoe dat zo’? Waarom aftreden? Er zijn toch ergere zaken dan dit om voor af te treden? Ik snapte er oprecht even niets van. Mijn verstand wel, maar niet mijn gevoel. Democratie moet geleerd worden, dat was me opeens duidelijk. En democratie leer je niet op het moment dat een nieuw systeem het oude overneemt. Democratie is geïnternaliseerd bij de meeste burgers van Europa, een proces dat in bijvoorbeeld Nederland en Frankrijk al eeuwen aan de gang is. Maar niet in Duitsland, vanaf 1870 niet, en al helemaal niet in dat deel van Duitsland dat op 7 oktober 1949 is ontstaan. Het internaliseren van iets ontwikkelt zich door de cultuur van de groep waartoe men behoort, maar vooral door de opvoeding in het onderwijs. Maar wat als die oude socialistische democratische groepscultuur op slag, ik bedoel écht op slag: binnen een jaar, wegvalt en men zich onmiddellijk moet aanpassen aan juist die door de DDR verworpen ‘klassenvijandige’ nieuwe kapitalistische democratische groepscultuur? En dat tot in het onderwijs aan toe. Stel je de situatie voor: de ene dag nog als zesjarige meisje met tanks rekenen in je rekenboek, en het andere moment kritische vragen mogen en moeten stellen en alles in twijfel trekken en dat nog hardop in de klas verkondigen ook! Ik kan niet anders dan het vergelijken met het sterven van een dierbare. Opeens kun je niet meer terug naar de oude veilige en herkenbare situatie of nog iets veranderen of goedpraten of… Dus ook de docent uit de DDR die gisteren in de klas nog socialistische lessen predikte over kameraadschap, een goede socialist worden en vechten voor vrede en socialisme – diezelfde docent uit de DDR die ook zelf nooit heeft geleerd kritische denkers van kinderen te maken, onderwijst ons nu in de nieuwe sceptische kapitalistische democratie.

Ook doet onderwijs over bepaalde onderwerpen pijn. Ook moet je jezelf verantwoorden en stelling nemen ten opzichte van je vroegere gedrag. Juist dat moet je voor kinderen niet achter houden om historisch besef te kweken. Stellingnemen met alle consequenties bestond in de DDR en bestaat ook nu. Alleen zijn de consequenties nu gelukkig anders. In de DDR was er een grote kans, afhankelijk van welk type men was, als politieke gevangene te worden weggestopt of zelfs verkocht aan de BRD.

Onderwijs moet de leerling democratie leren

In de film Das schweigende Klassenzimmer wordt de jonge generatie voor de toekomst klaargestoomd door de oudere generatie die de Tweede Wereldoorlog nog heeft meegemaakt. Deze jonge generatie wilde uitbreken en een eerlijke democratie scheppen, terwijl zij de Tweede Wereldoorlog niet bewust heeft meegemaakt. Ik laat hier buiten beschouwing wat er over de Tweede Wereldoorlog in het DDR-onderwijs werd onderwezen, en hoe de rol van de Duitsers daarin behandeld werd. Dat is overigens al op zich een scriptie of een boek waard… Wat ik in de film ook terugzie is, dat beide Duitse landen toen niet bezig waren die geschiedenis te verwerken en dat er toen zeker geen Zeitzeugen langs scholen gingen om over de Tweede Wereldoorlog te vertellen. Wat niet wegneemt dat elke school in de DDR werd verplicht om een concentratiekamp te bezoeken. Zo heb ik als negenjarige met de klas Langenstein-Zwieberge bezocht. Wat mij van dit bezoek vooral is bijgebleven is het leed te zien en zonder dat het hardop werd gezegd de fascist, de klassenvijand dus, hiervoor verantwoordelijk was en niet de Duitsers in de DDR. En vooral als veertienjarige een bezoek brengen met school aan Buchenwald. Het idiote hiervan was dat de aandacht in concentratiekamp Buchenwald voornamelijk ging naar communist Ernst Thälmann en weinig tot niet naar de slachtoffers om wie het toch echt had moeten draaien in het kamp.[5] En nergens stond vermeld dat de Russen na 1945 Buchenwald als een Speziallager hadden gerund. Thälmann werd in Buchenwald vermoord en alle kinderen tussen de 11 en 14 jaar droegen ter ere van hem het rode halsdoek. En was men in die periode een trotse Thälmann-Pionier.

Concentratiekamp Buchenwald 1957 met de Pioniere

Het sprookje stopte ergens halverwege tussen goed en kwaad met de vraag wie of wat goed of kwaad was. De meest beroemde uitspraken van Duitsers in die periode was dan ook: ‘Wir haben es nicht gewusst’! Het equivalent voor Oost-Duitsers over de DDR luidt: ‘Es war ja nicht alles schlecht!’. Dit niet-verwerken kun je weer terugzien na 1990, in het nu weer herenigde Duitsland.

Democratie leer je door erover te praten

Weer wordt de Koude Oorlog-geschiedenis weggestopt.[6] En sterker nog de oude bondsstaten van na 1990 hebben iedereen verketterd die iets positiefs zei over bepaalde aspecten van het onderwijs in de DDR! Niet alleen verketterd, maar ook vele opleidingen en beroepen en diploma’s nietig verklaard. Zo ook de diploma’s van mijn nicht die op het moment van de Val van de Muur net klaar was met haar opleiding tot sportdocent en ‘Pionierleiter’. Zij kreeg de mogelijkheid opnieuw vier jaar te studeren, volgens westerse ‘Sport-leest’. Wat was er nu mis met sport! Alsof zij na 1990 de kinderen vanaf 14 jaar in de sportles met lege granaten liet gooien in plaats van met ballen, zoals dat in de DDR ging. Mikken, trouwens, niet gooien, gooien is te gemakkelijk. Over het onderwijssysteem uit de DDR praten was en is nog steeds taboe.[7] Deze manier van omgaan met de eigen geschiedenis lijkt sterk op hoe men eerder in Duitsland na 1945 dacht over het onderwijs tijdens het nationaalsocialisme. Ook na 1990 werd het kind met het badwater weggegooid. Uiteraard moet je de dictatoriale rottigheid uit het systeem weghalen en kijken of er dan nog iets waardevols overblijft. Maar waarom ook het waardevolle voor de leerlingen weggooien? Waardevol was dat de lesboeken praktisch opgezet waren zodat ook de ouders zonder moeite hun kind konden helpen met de lesstof. Probeert dat maar vandaag eens de lesstof als ouders over te brengen aan de hand van de lesboeken! Waardevol en praktisch was ook dat overal in de DDR dezelfde lesstof op hetzelfde moment werd onderwezen. Waardevol in het onderwijs in de DDR was bijvoorbeeld dat de natuurkundevakken een jaar eerder werden gegeven dan in de BRD. Zelf had ik als DDR-kind hiervan als leerling groot profijt, een betere algemene kennis. Dit wordt bevestigd door vele studies van vlak na de Val van de Muur. Vraag maar eens aan een BRD-burger wie Deutschland ein Wintermärchen heeft geschreven! Heine en vele andere klassiekers waren verplichte kost in het onderwijs in de DDR. Uiteraard alleen die onderdelen van de klassiekers die de DDR als waarheid kon verantwoorden. De BRD heeft Heine uit het onderwijs gehaald, omdat de DDR hem in het onderwijs gebruikte! Zo simpel kun je met waarheden omgaan in beide ideologische systemen, en de leerlingen zijn het slachtoffer.

Juiste beeldvorming door erover te mogen vertellen

Het onderwijs in de DDR was best praktisch en verrijkte de geest op een andere manier. En zo plantte men eerder zaadjes bij kinderen voor andere beroepen, vakken en interesses. Ik steek zeker geen lofrede af over het DDR-onderwijssysteem! Niet alles was slecht omdat het uit de DDR kwam. Ook ik heb mijn ervaringen uit de DDR en heb veel van onuitgesproken regels op school opgestoken van mijn oudere broer. Hij moest door schade en schande kennis met de dictatuur in het onderwijs maken. Hij kreeg een 20 uur taakstraf van school omdat hij op een proefwerk had geschreven: ik weet niets en God weet alles. En zo zei ik als kind thuis iets tegen mijn ma dat in mijn ogen onschuldig was: dat ik München wilde bezoeken. Dat zag ik namelijk thuis op de televisie, op voor 1989 verboden westerse kanalen, bij ‘Die Sendung mit der Maus’. Het antwoord van mijn moeder, met enigszins bange ogen en opgestoken vinger: ‘Luister nu heel goed naar mij, vertel tegen niemand buitenshuis en vooral niet op school dat je naar München wilt’. Ik heb als kind al geleerd geen vragen te stellen wanneer er zoiets tegen mij werd gezegd – dan doe ik dit zeker niet.

Het kwalijke aan dictaturen en hun onderwijs is de psychologische strijd in het hoofd van het kind. De eigen gedachten tegenover de opgelegde gedachten, waarbij in de DDR natuurlijk alleen de laatsten mochten bestaan. In mijn gastlessen hier in Nederland vragen de leerlingen of ik in de DDR klappen kreeg van de docent als ik iets verkeerd deed in de klas. Mijn antwoord is steevast: ik had eigenlijk liever een klap gehad, omdat ik dan wist wat ik misschien verkeerd had gedaan, en dan was het voorbij. Maar in de DDR ging het nooit voorbij. Je moest op je hoede blijven met wat je zei en tegen wie, en vooral geen vragen stellen en ergens twijfelen. Bijvoorbeeld als de docenten in begin van de klas ons officieel begroetten met ‘Für Frieden und Sozialismus seid bereit!’. Wij als klas moesten dan de ‘Pioniergruss’ uitvoeren. Dit was opstaan en met een handbeweging naar het hoofd, liefst brullend, het antwoord geven: ‘Immer bereit!’. Het kwam als kind in mij niet eens op dat de keuze bestond om de begroeting niet te doen! Ik vond het toen wel gek dat ik op het moment van deze begroeting vanuit het raam mijn zestienjarige broer met zijn klas in legerkleding zag marcheren. Iedere zestienjarige jongen was verplicht een paar weken ‘Wehrsoldat’ te zijn: in de bossen soldaat spelen, met alles erop en eraan. Aan de docente vragen waarom het nodig was voor vrede en socialisme te marcheren? Had u de vraag gesteld?

Mijn broer, 16 jaar, als Wehrsoldaat

Van dit psychologische effect kon ik me dankzij Nederland losmaken. Ik heb hier geleerd nieuwe dingen te doen en op te pakken, maar ook de verliezen en consequenties te dragen als het niet uitpakt zoals gedacht. Mijn hele familie daar, en generaliserend al die ex-DDR-burgers, zijn zich niet eens bewust van die psychologische klap uit de DDR. Over dit soort dingen werd ook onder elkaar na 1990 nooit gesproken! En als erover werd gesproken, waren de Koude Oorlogsfronten niet verdwenen. Wederzijds onbegrip van beiden kanten, ondanks dat die twee vechtenden nu één land vormden. De Oost-Duitser wacht in alles af, vraagt niets, ook al gaat het om de eigen gezondheid, zoekt niets uit en zoekt geen andere informatie en neemt veel voor waar aan, omdat iemand het zegt. Kritisch denken werd in het onderwijs in de DDR radicaal de nek omgedraaid. Het ontstond natuurlijk wel onder pubers zoals in Das schweigende Klassenzimmer te zien viel.

Oral history voorspelbaar? Saai? Teleurstellend?

Ieder sprookje heeft dezelfde structuur. Zo ook de verhalen uit de DDR! Het soort ‘inslapen’ of voorspelbaarheid lijkt op de zin van de reiziger over de verhalen uit de DDR. Mijn antwoord aan deze reiziger was: missie geslaagd! Zo voelt als een dictatuur voor ‘eensgezindheid’ en ‘gelijkheid’ zorgt voor alles en iedereen. Dit betreft ook de voorspelbaarheid van de verhalen van iedere burger van de voormalige DDR. Het verhaal van mijn oom is een verhaal van velen uit de DDR. Soms liep het goed af, en soms slecht, zoals ik beschreef in een eerder artikel over een andere oom van mij. Wat ik vervelend vind aan de voorspelbaarheid is, dat luisteraars er uiteindelijk door worden lamgeslagen, en er niet meer naar willen luisteren. De verhalen niet meer serieus nemen, en in vergetelheid laten raken. Dit leidt tot een soort patstelling: aan de ene kant blijven zoeken naar de sensatie van verhalen uit de voormalige DDR, en tegelijkertijd de desinteresse om ernaar te luisteren als die verhalen voorspelbaar zijn. Dit is mijn angst: dat dit nu ook met democratie dreigt te gebeuren – dat al die verhalen niets meer zeggen en ten onrechte in vergetelheid raken. Dit nog voordat deze verhalen zijn verwerkt in de geschiedenis van nú dertig jaar lang één Duitsland. Men is er nog niet begonnen met de verwerking en het stopt al.

 

Reageren? Mail naar: datkanja@gmail.com

 

Anja Fricke is geboren in de toenmalige DDR. Zij studeerde Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit, en werkt nu als DDR-(ervarings)deskundige, spreker, docent, reisbegeleider en auteur.

[1] https://www.bpb.de/geschichte/deutsche-einheit/lange-wege-der-deutschen-einheit/47253/zug-nach-westen?p=all, gezien op 19 maart 2020.

[2] Dahrendorf, Ralf, Gesellschaft und Demokratie in Deutschland, Verlage R. Piper & Co., München, 1965.

[3] Müller-Enbergs, Helmut, Wagner, Armin (Hg.), Spione und Nachrichtenhändler, Geheimdienst-Karrieren in Deutschland 1939-1989, Christoph Links Verlag GmbH, Berlijn, 2016.

[4] Deutz-Schroeder, Monika, Schröder, Klaus, Soziales Paradies oder Stasi-Staat?, Das DDR-Bild von Schülern – ein Ost-West-Vergleich, Verlag Ernst Vögel. Stamsried, 2008.

[5] https://www.buchenwald.de/532/ gezien op 23 november 2021.

[6] https://www.spiegel.de/lebenundlernen/schule/jugendforscher-nirgendwo-wird-die-ddr-im-unterricht-ausreichend-behandelt-a-518970.html gezien op 30 juni 2021.

[7] https://www.n-tv.de/leben/Die-Ostdeutschen-lachen-sich-scheckig-article20682707.html gezien op 30 juni 2021.