Herman Simissen*

Ongeveer 350 poststukken trof cultuurwetenschapper Marijke Roukens na het overlijden van haar moeder aan in de nalatenschap van haar ouders. Het betrof hoofdzakelijk correspondentie tussen haar vader en moeder uit de jaren voor hun huwelijk en uit de oorlogstijd toen zij, woonachtig in het voormalige Nederlands-Indië, langdurig van elkaar gescheiden raakten. Vader Jaap diende in het KNIL en werd uiteindelijk krijgsgevangene van de Japanse bezetter, moeder Elvire – in verwachting – moest zich met twee, later drie kinderen zien te redden. Wat te doen met deze correspondentie? Uit respect voor het persoonlijk leven van haar ouders als al te intiem ongelezen laten en vernietigen, of toch niet? Na overleg met haar twee zussen en drie broers besloot Marijke Roukens de brieven niet – zoals aanvankelijk werd overwogen – met haar moeder te begraven, maar te bewaren en te bekijken. Immers, zo stelde een van haar zussen, dit bood een zeldzame kans hun ouders te leren kennen in een tijd die de kinderen niet hadden meegemaakt,  of maar zeer ten dele – wat alleen gold voor de twee oudsten.

Op grond van deze brieven en van uitvoerig aanvullend onderzoek heeft Marijke Roukens het onlangs verschenen boek De ware Jacob geschreven – een mooie dubbelzinnige titel. Haar vader Jaap was immers voor haar moeder Elvire ‘de ware Jacob’; maar uit de correspondentie kwam ook een heel andere Jacob naar voren dan de kinderen zich uit hun jeugd herinnerden. In hun beleving was hij afstandelijk en autoritair, met weinig aandacht voor zijn kinderen, wier opvoeding hij vooral aan zijn echtgenote overliet. Maar uit de briefwisseling kwam een heel andere Jacob – de ware! – naar voren: een man die hartstochtelijk veel van zijn vrouw en kinderen hield, en er enorm onder leed dat hij door de oorlogsomstandigheden van hen gescheiden was geraakt, en uiteindelijk zelfs lange tijd in onzekerheid verkeerde over de vraag of zij nog in leven waren. Juist die aanhoudende bezorgdheid, angst en onzekerheid, en de fysieke ontberingen als militair in oorlogstijd respectievelijk als krijgsgevangene, veranderden hem in de afstandelijke man die de kinderen zich herinnerden. Dat hij regelmatig te veel dronk om de demonen uit zijn verleden te bezweren, iets wat de schrijfster niet onbenoemd laat, maakte het er voor zijn gezin niet gemakkelijker op…

In haar boek volgt de auteur de chronologie van het leven van haar ouders, vanaf hun eerste kennismaking (daarbij hun voorgeschiedenis inbegrepen) tot aan het overlijden van haar vader en, jaren later, haar moeder. Zij citeert vrijelijk en veelvuldig uit hun brieven, en plaatst gebeurtenissen en ontwikkelingen uitvoerig en zorgvuldig in hun historische context. Daarbij schroomt zij kritische kanttekeningen niet. Haar terecht verontwaardigde commentaar op de omgang van de Nederlandse regering met haar vader die – net als veel lotgenoten – nog maar net terug uit Japanse krijgsgevangenschap meteen weer werd gescheiden van zijn vrouw en kinderen om te worden ingezet in de koloniale oorlog tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders, laat niets aan duidelijkheid te wensen over.

Dit alles maakt De ware Jacob tot een indringend boek, een mooi eerbetoon van de auteur aan haar ouders, opgedragen aan haar vader voor wie zij juist door het schrijven van dit boek veel meer begrip heeft gekregen. Het is geschreven in een toegankelijke, glasheldere stijl, en prachtig uitgegeven, met tal van illustraties. Het verscheen in eigen beheer – vreemd genoeg kreeg het geen plaats in het fonds van een van de landelijk opererende uitgeverijen. Merkwaardig, want het is een indrukwekkend boek, dat de particuliere familiegeschiedenis verre overstijgt, en het verdient dan ook een breed lezerspubliek.

 

Marijke Roukens, De ware Jacob. Een ontdekkingsreis door Nederlands-Indië, Australië en Nederland in 350 geheime brieven van een KNIL-vlieger en zijn vrouw, 1910-2010, in eigen beheer, z.p., 2023, paperback, geïllustreerd, 400 blz., ISBN 9789090373423, € 29,50, te bestellen in de boekhandel of via: https://marijkeroukens.nl/