In Streven, mei-juni 2018

John A. Dick *

Ruim een jaar na de inauguratie van Donald Trump als vijfenveertigste president van de Verenigde Staten bestaat in de hele wereld een groeiende consensus, dat hij niet geschikt is voor deze functie. Hij is – om het vriendelijk te zeggen – een impulsieve, oneerlijke, racistische, vrouwonvriendelijke en onvoorspelbare megalomaan. Ik heb net Fire and Fury. Inside the Trump White House van Michael J. Wolff gelezen. Ik ben ervan overtuigd dat de president lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis, maar als historicus weet ik dat achttien van de eerste zevenentwintig presidenten van de Verenigde Staten tijdens hun leven psychiatrische stoornissen kenden – tien ervan vertoonden tekenen van geestesziekte terwijl zij in het Witte Huis zetelden. Abraham Lincoln, een van de grootste Amerikaanse presidenten, leed volgens de gangbare normen aan depressies die zijn functioneren in de weg stonden; Lyndon B. Johnson had een bipolaire stoornis; Richard Nixon en Ulysses S. Grant waren alcoholici. Het is duidelijk dat een psychiatrische stoornis bij een zittende president niet betekent dat hij zijn werk niet kan doen.

Maar nu we beginnen aan het tweede jaar van de regering Trump en verder kijken dan alleen de persoon van Trump, betreffen mijn zorgen meer de aard en de plannen van zijn regering, waarin vicepresident Michael Pence een sleutelrol speelt. Pence kan wel eens de meest machtige aanhanger van het christelijk suprematisme in de Amerikaanse geschiedenis zijn. Tijdens zijn politieke leven was Pence een betrouwbare strijder voor de zaak van de christelijke jihad – nooit wankelend in zijn gedrevenheid voor een ‘Amerika Eerst’-militarisme, tegen de evolutieleer, voorstander van het tot een misdrijf maken van abortus, en getuigend van een volstrekte haat tegen homoseksuelen. Pence en zijn streng christelijk-fundamentalistische aanhangers willen een door God geleide regering. ‘Dat is de enige legitieme regering’, stelt Jeff Sharlet, auteur van twee boeken over radicaal religieus rechts in Amerika, waaronder The Family. The Secret Fundamentalism at the Heart of American Power. ‘Dus wanneer zij spreken over zaken doen’, schrijft Sharlet, ‘dan hebben zij het niet over iets dat los staat van God, maar zij hebben het over wat in de kringen rond Mike Pence “Bijbels kapitalisme” wordt genoemd, de idee dat het economische systeem door God is ingesteld’.

Mike Pence en zijn aanhangers van radicaal religieus rechts streven naar het vestigen van een christelijke theocratie in de Verenigde Staten. Zij zijn opgetogen nu zij het Witte Huis, het Huis van Afgevaardigden en de Senaat beheersen, en hopen hun religieus fanatisme op te leggen aan het Supreme Court en het voor de komende decennia naar rechts te verschuiven.

Maar waar past Donald Trump in dit verhaal? Eerlijk gezegd: maar weinigen beschouwen hem als een toonbeeld van christelijke deugdzaamheid. Donald Trump is als een paard van Troje voor een sterke en kapitaalkrachtige groep van fundamentalistische zeloten die al lange tijd verlangen naar een christelijke fundamentalistische theocratie in de Verenigde Staten, en Michael Pence is er een van de meest gelauwerde voorvechters van. Pence bood Trump de geloofwaardigheid die hij nodig had bij protestante kiezers en bij het establishment in de Republikeinse Partij, waar Pence (die best zou kunnen eindigen als de zesenveertigste president) zou kunnen leiden naar een Apocalyps van de regering wanneer de Verenigde Staten een theocratie worden. De aanwezigheid van Pence in het Witte Huis is een zegen voor religieus rechts. Protestante leiders in het hele land vergelijken hem met een profeet die het conservatieve christendom terugvoert naar zijn rechtmatige plaats in het hart van het Amerikaanse leven. ‘Mike Pence is een vierentwintig karaats gouden model van wat we in een christelijke politicus willen zien’, benadrukte Richard Land, de voorzitter van het Southern Evangelical Seminary en een van de adviseurs van Trump op godsdienstig gebied. ‘Ik ken niemand die meer beginselvast is in het vertalen van zijn evangelisch-christelijk wereldbeeld in publiek beleid.’

De Verenigde Staten waren altijd, en zijn nog steeds een representatieve constitutionele democratie. In een constitutionele democratie wordt het gezag van de meerderheid wettelijk en institutioneel beperkt, opdat de rechten van individuen en minderheden worden gerespecteerd. Zo – wanneer het goed werkt – kan het algemene goed worden gehandhaafd, de menselijke waardigheid en gelijkheid van allen verzekerd, en ieders recht op leven, vrijheid en het nastreven van geluk gehandhaafd.

Maar op verscheidene momenten in de geschiedenis van de Verenigde Staten hebben echo’s van een ondemocratische theocratie weerklonken in het land.

De negentiende-eeuwse idee van een Manifest Destiny bijvoorbeeld benadrukt de deugden van het Amerikaanse volk en zijn van God gegeven zending de wereld te verlossen, en te herscheppen naar het beeld en gelijkenis van de Verenigde Staten. Aan het einde van de Spaans-Amerikaanse Oorlog (12 april – 9 augustus 1898), waarmee de Verenigde Staten een koloniale macht werden, voelde president William McKinley zich geroepen door God, en sprak een delegatie van methodistische kerkleiders als volgt toe: ‘Avond na avond ijsbeerde ik door het Witte Huis, tot middernacht, en ik schaam mij niet, heren, u te vertellen dat ik op mijn knieën ging en God Almachtig om licht en leiding bad, meer dan eens. En op een nacht, laat, drong het tot mij door – ik weet niet hoe, maar het drong door… dat ons niets anders restte dan hen allemaal op te nemen en de Filippijnen op te voeden en hen te beschaven en te kerstenen, en met Gods genade het beste voor hen te doen, als onze medemens voor wie Christus ook was gestorven. En toen ging ik naar bed en ging slapen, en sliep goed, en de volgende ochtend ontbood ik de chef-ingenieurs van defensie (onze kaartentekenaars) en vertelde hen de Filippijnen op de kaart van de Verenigde Staten te zetten’.

Ik herinner mij de woorden van de voormalige president George W. Bush over de invasie in Irak: president Bush beweerde op missie voor God te zijn toen hij de invasies van Afghanistan en Irak begon. Toen hij een Palestijnse delegatie ontmoette tijdens een Israëlisch-Palestijnse top in de Egyptische badplaats Sharm el-Sheikh, vier maanden na de door de Amerikanen geleide invasie in Irak in 2003, zei Bush tegen deze delegatie: ‘Ik word gedreven door een opdracht van God. God zei me: “George, ga tegen de terroristen vechten in Afghanistan”. En dat deed ik. En toen zei God tegen me: “George, ga een einde maken aan de tirannie in Irak”. En dat deed ik’.

In een theocratie bepalen religieuze overtuigingen de wetten van het land, het staatshoofd wordt gezien als van Godswege benoemd, en religieuze leiders bepalen de normen en waarden van de maatschappij. Tegenwoordig bestaan er krachtige islamitische theocratieën in Afghanistan, Iran en Saoedi-Arabië. In een theocratie bestaat er weinig ruimte voor verandering, voor afwijkende meningen of discussie, omdat de leiders van de samenleving worden gezien als mensen die spreken en handelen op gezag van God. Meestal is de theocratische God er een, gemaakt naar het beeld en gelijkenis van autoritaire mannen en vrouwen.

De Verenigde Staten zijn nog geen theocratie, maar we horen krachtige echo’s van de theocratie uit de regering van Donald Trump en Mike Pence en hun belangrijkste adviseurs. Afkomstig uit Michigan, herinner ik aan de toespraak die de voormalige strateeg van het Witte Huis, Steve Bannon, gaf bij een diner van de Republikeinse Partij in Warren, Michigan, een jaar na de verkiezing van Donald Trump tot president. In de woorden van Bannon was deze verjaardag ‘de eerste verjaardag van de hoogheilige dag van MAGA’.[1] Bannon – die nu zijn eigen weg gaat – is een vreemde figuur die zichzelf vergelijkt met ‘Dick Cheney, Darth Vader en de Duivel’.[2] In zijn visie op de Verenigde Staten roept hij op tot ‘vernietiging van de overheid’. Hij beschouwt zichzelf als een katholieke christen, maar ik zie in zijn waardesysteem weinig dat past bij het katholicisme of het christendom. Voor zover kan worden gezegd dat hij een theologie heeft, is het een ingewikkeld mengsel van verschillende en soms tegenstrijdige ideeën, ontleend aan extreem rechts nationalisme, een alternatief christendom, pseudohistorische verhalen, en islamofobe fictie. Er bestaat geen twijfel aan de invloed op de retoriek en het vroege beleid van de regering-Trump. Bannon was medeauteur van de eerste inaugurale rede van Trump, met het refrein ‘Amerika eerst’, uitverkoren door God’, en ‘onstuitbare natie’. Inderdaad, Steve Bannon is ontslagen uit de Nationale Veiligheidsraad, en onlangs ook uit zijn leidinggevende positie bij Breitbart News. Maar zijn invloed blijft groot.

Een van de huidige ‘geestelijke adviseurs’ van Donald Trump heeft beweerd dat Trump rechtstreeks door God tot president werd gemaakt. Paula White, 51, vertelde verslaggevers dat zij had gezien dat Trump ‘bij veel gelegenheden’ berouw toonde, en dat zij gelooft dat God hem tot zijn rol heeft verheven. White is de leider van het New Destiny Christian Centre, een kolossale kerk van de Pinkstergemeente bij Orlando, Florida. Zich verzetten tegen de regering-Trump, benadrukt zij, is ‘als vechten tegen de hand van God’.

Een andere belangrijke adviseur van de regering-Trump is de zuidelijke baptistendominee Robert Jeffress. Begin augustus 2017 prees Jeffress de agressieve verklaring van Trump over Noord-Korea als het uitdrukken van de wil van God. ‘Nu het aankomt op de vraag hoe we moeten omgaan met zondaars’, zei Jeffress, ‘de Bijbel, in het boek Romeinen, is heel duidelijk: God heeft de leiders begiftigd met de volledige macht om te doen wat noodzakelijk is – daarbij oorlog inbegrepen – om het kwaad te stoppen. In het geval van Noord-Korea heeft God Trump het gezag gegeven om Kim Jong-Un uit te schakelen’. Dominee Jeffress gebruikt de Bijbel om openlijk op te komen voor het recht van president Trump te regeren met Goddelijke goedkeuring; feitelijk houdt dit in dat Trump kan doen wat hem het beste lijkt.

Nog een belangrijke adviseur van Trump inzake godsdienst is Ralph Drollinger, een voormalige NBA-speler, die twintig jaar geleden de organisatie Capitol Ministries (CapMin) opzette, oorspronkelijk met als doel het bekeren van politici in Sacramento, Californië. Tegenwoordig heeft CapMin zijn invloed sterk uitgebreid in Washington, ook op de regering-Trump, met een duidelijk theocratische focus. Drollinger droomt van een Amerikaans christelijke theocratie, en hij wil dat ‘volgelingen van Christus’ de regering van Amerika overnemen.[3] Ralph Drollinger is een volijverige fundamentalist. Hij interpreteert de Bijbel letterlijk. Hij gelooft dat de wereld in zes dagen is geschapen. Hij wijst de idee van door mensen veroorzaakte klimaatverandering af, en waarschuwt tegen de zonde van de homoseksualiteit. In een brief op de website van CapMin uit 2016, ondertekend door Drollinger, staat: ‘Op geen enkele wijze is het Woord van God voor de LGBT.[4] Alleen wie de Schrift verdraait kan iets anders beweren’. Drollinger meent ook dat vrouwen met jonge kinderen die buitenshuis werken ‘zondaars’ zijn, en hij waarschuwt dat het rooms-katholicisme een van de belangrijkste valse godsdiensten van de wereld is. Sinds maart 2017 houdt Drollinger wekelijks fundamentalistische Bijbelsessies in het Witte Huis, voor leden van de regering-Trump. Drollinger is de huisadviseur in godsdienstige zaken geworden voor vicepresident Pence, en de ministers Carson (Volkshuisvesting en Stadsontwikkeling), DeVos (Onderwijs), Perry (Energiebeleid), Perdue (Landbouw) en Pompeo (CIA), procureur-generaal Sessions, en anderen dichtbij de president. Drollinger houdt wekelijks drie Bijbelsessies in Washington, DC: een voor het Huis van Afgevaardigden op maandag, een voor de Senaat op dinsdag, en die voor de regering-Trump op woensdag. Zijn versie van het christendom benadrukt dat de staat de ‘wreker van gramschap’ moet worden, en de van God gegeven verantwoordelijkheid moet nastreven ‘de gevallen wereld met het gebruik van geweld te verbeteren’. Zijn versie van het christendom biedt weinig ruimte voor de nadruk die Jezus legt op medelijden, liefde en verdraagzaamheid. Zijn visie wordt sterk gedomineerd door het mannelijk-overheersende. Opnieuw Drollinger: ‘De Bijbel zegt dat mannen moeten worden onderwezen door mannen. Er wordt nooit gezegd dat vrouwen mannen moeten onderwijzen. Natuurlijk kunnen vrouwen onderwijzen, maar alleen vrouwen of jongens tot een zekere leeftijd. Maar vrouwelijke leden van de wetgevende macht mogen aanwezig zijn als mannen de Bijbel bestuderen. Ik heb veel vrouwelijke leden van de wetgevende macht die mijn sessies bijwonen. Het kan moeilijk worden ontkend dat God hier mannelijk leiderschap beschrijft. Ik zou het misschien niet op dezelfde manier hebben georganiseerd, maar Hij heeft het zo gedaan, en ik wil mij daaraan houden. Dit is wat het inhoudt een dienaar te zijn die enkel en alleen het maal op de juiste manier uit de keuken binnendraagt, en het niet verandert’.

***

Desondanks, het moet opnieuw worden benadrukt, zijn de Verenigde Staten geen theocratie. Zij moeten ook geen theocratie worden. Ik meen dat het grootste probleem van een theocratie is, dat de leiders van een theocratische natie de angst voor God gebruiken om wetten en beleid op te leggen waarbij alleen zij zelf baat hebben. Om zich te kunnen ontwikkelen en vooruit te gaan, moeten leiders herkennen wanneer verandering nodig is. Maar theocratische regeringen kunnen dit niet omdat zij gewoonlijk steunen op onveranderlijke geloofswaarheden waaraan moet worden gehoorzaamd als belangrijkste waarheid. Ten slotte zijn de straffen die in een theocratie worden opgelegd aan weerspannige burgers vaak primitief, onmenselijk en wreed.

Wat moet er gebeuren? De belangrijkste bescherming tegen een theocratie is een strikte scheiding van kerk en staat. Dit beschermt de staat. Het verzekert dat de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht hun verantwoordelijkheden vrijelijk kunnen uitoefenen. Dit behoudt, beschermt en verdedigt de grondwet. Maar een strikte scheiding van kerk en staat beschermt ook religieuze instellingen. Het verzekert dat zij de leiding en macht houden over de eigen religieuze instellingen.

Een strikte scheiding van kerk en staat beschermt ook wat we de publieke moraal noemen. De publieke moraal handhaaft de morele en ethische normen in een samenleving die het individuele leven en vrijheid beschermen, en het algemene goed ondersteunen en handhaven. Voor alle maatschappelijke groeperingen. Voor alle godsdienstige groeperingen. Voor alle niet-godsdienstige groeperingen. Voor alle etnische groeperingen. Enzovoort.

Ja, natuurlijk, religieuze instellingen hebben een verantwoordelijkheid om maatschappelijke houdingen en ontwikkelingen te bekritiseren, en passende veranderingen en bijstellingen aan te raden ten aanzien van morele normen en waarden. Maar zij beheersen de publieke moraal niet. Het is hun verantwoordelijkheid, deel te nemen aan een goede gemeenschappelijke dialoog die eigen is aan iedere gezonde samenleving.

Samengevat: het hedendaagse Amerika heeft op geen enkele wijze behoefte aan een zichzelf verkopende christelijke ayatollah om de dienst uit te maken.

 

Dit artikel werd geschreven in het Engels voor Streven en naar het Nederlands vertaald door Herman Simissen

 

 

 

 

[1] ‘Make America Great Again’ – Maak de Verenigde Staten weer groots (noot van de vertaler).

[2] Darth Vader is een fictief personage uit de Star Wars-films (noot van de vertaler).

[3]

 Op capmin.org/about/ staat dat ‘Capitol Ministries Exists To Make Disciples Of Jesus Christ In The Political Arena Throughout The World’ (noot van de redactie).