Gie Van den Berghe*

 

Het spreekwoord ‘horen, zien en zwijgen’ is alom gekend, wordt sterk aanbevolen en door velen opgevolgd. Het bestaat in verscheidene varianten, wordt aan verschillende bronnen toegeschreven, heeft uiteenlopende betekenissen en wordt niet zelden uitgebeeld door drie naast elkaar zittende aapjes die de handen voor de ogen, de oren of de mond houden.

Golden Mountain tempel (boeddhisme), Bangkok, Thailand (foto: Chris A. Tweten, 2018, https://unsplash.com/photos/wLx_WCkWvHg)

De zich doof, blind en stom houdende aapjes zouden geluk brengen en de beeldjes zijn dan ook een gewild souvenir en geschenk. Ze bestaan in allerlei materialen en gedaanten: apen, honden, katten, olifanten, varkens, uilen, pinguïns, sneeuwpoppen, boeddha’s, matroesjka’s, engelen, de Mona Lisa, mensen… Op de website van Emil Schuttenhelm, een verzamelaar die alles bijhoudt wat met de aapjes te maken heeft, vind je tal van illustraties en vaak interessante informatie (www.three-monkeys.info). De man kondigt ook de jaarlijkse drie-apendag in Europa en de VS aan, je kan er oude en nieuwe apensets aanschaffen of het eigen exemplaar op waarde laten schatten.

Jüsp [Spahr, Jürg] – ‘Frei nach Munch’, Nebelspalter. Das Humor- und Satire-Magazin, 1983, nummer 46. De Nebelspalter is een Zwitsers tijdschrift, het oudste satirische blad (1875)
Soms is er een vierde aapje van de partij. Die hangt de aap uit, lacht schalks of trekt rare snuiten, bedekt met beide handen het geslachtsdeel of maakt suggestieve gebaren, dat alles om duidelijk te maken dat plezier, seks en kwaad uit den boze zijn. Op verjaardagkaartjes betekent het dan weer ‘ga maar lekker uit de bol’.

In vredesnaam

Volgens sommigen is het spreekwoord een parafrase van een uitspraak van de Chinese filosoof Confucius (Kǒng Fūzǐ, ‘Meester Kong’, 551-479 voor onze tijdrekening) over de essentie van zedelijkheid: ‘Kijk niet naar wat tegen het fatsoen indruist. Luister niet naar wat onzedelijk is. Spreek niet over het onfatsoenlijke. Doe niet wat ingaat tegen de wetten en de etiquette’.[1]

Tegenover deze onvoorwaardelijke morele regel staat een voorwaardelijke, op eigenbelang gebaseerde levenswijsheid, het uit de veertiende eeuw daterende Audi, vide, tace, si vis vivere in pace (‘hoor, zie en zwijg, als je in vrede wil leven’). Variaties op dit middeleeuws-Latijns gezegde bestonden in alle grote Europese talen, met als vroegste spoor een Parijs sermoen van rond 1300. Eind veertiende eeuw nam de Franse dichter Eustache Deschamps het al in één van zijn ballades op, een gedicht dat later de titel Pour vivre en paix il faut être aveugle, sourd et muet kreeg.

Qui veult vivre paisiblement
Sanz avoir peril de son corps,
Si ait gueule comme oliphant,
Et com taupe les oeulx dehors,
Et n’oie ne c’uns harens sors
S’il veult son corps et biens garder,
El face ainsi com s’il fust mors,
Sans veoir, oir ne parler.[2]

 

Doodzwijgen

Het lijdt geen twijfel dat ‘horen, zien en zwijgen’ in veel alledaagse situaties en menselijke contacten een verstandige en handige houding is. Iemands fouten en tekortkomingen luidop vaststellen wordt je zelden in dank afgenomen, al helemaal niet als de ander zeggenschap of macht heeft over jou. Wie dit niet in acht neemt, riskeert de eigen gemoedsrust, vaak veel meer. Het hoeft dus niet te verbazen dat het een wijdverbreide volkswijsheid is, terug te vinden in vrijwel alle talen en tijden.[3] In het Nederlands kennen we onder andere: ‘Waar klappen goed is, is zwijgen beter’, ‘Zwijgen en denken zal niemand krenken’, ‘’t Is al een goed spreken dat een goed zwijgen beteren kan’ en ‘’t Is beter gezwegen als van spreken schande gekregen’.[4] Dat deze sociaal handige houding in hypocrisie kan verkeren, moge blijken uit deze Engelse variant: ‘He that would live at peace and rest / Must hear and see, and say the best’.[5]

De anonieme auteur van een rond 1695 geschreven schotschrift waarin een honderdtal Groningse kosters meedogenloos op de korrel worden genomen, Olipodrigo,’t malle-kostersboekje,[6] sluit zijn vlijmscherpe kritiek wijselijk als volgt af:

De laatste zin betekent: ‘…zijn als een goede vrucht’ https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?identifier=MMKB05:000037641:00001&coll=boeken&query=olipodrigo&rowid=1

Horen, zien en zwijgen wordt van jongsaf aangeleerd, al dan niet bewust. Kinderen die er zich niet aan houden, krijgen de les gespeld. Vrijwel iedereen leert in de pas lopen. Over tekortkomingen en fouten van met gezag beklede, hogergeplaatste personen (bijvoorbeeld ouders) en instanties (bijvoorbeeld scholen) leer je als vanzelfsprekend zwijgen. Deze als respect verhulde vorm van onderdanigheid-uit-zelfbehoud wordt ook afgedwongen door de kloof tussen machthebbers en machtelozen, door discriminerende aanspreekvormen en titels, archaïsche kledij, oubollige riten en imposante gebouwen en een nog altijd discriminerende toepassing van regels en wetten. De meeste volwassenen houden zich dan ook gedeisd, roeren zich hooguit achter de rug. De stelregel geraakt verinnerlijkt als gewoonte, iets waar men zich nog ternauwernood rekenschap van geeft, behalve als een iemand de norm overtreedt en daarom als ab-normaal wordt weggezet.

St. Nicholas. An Illustrated Magazine for Boys and Girls (XLIX, no 6, april 1922, p. 579), een wijdverbreid Amerikaans jeugdmagazine.

In 1967, het jaar voordat flink wat maatschappijkritiek losbarstte, had charmezanger Will Tura het in zijn Horen, zien en Zwijgen over ‘het spreekwoord van [z]ijn vader toen [hij] als kleine jongen met [z]ijn schoolverhaaltjes thuiskwam en over de eerste onrechtvaardigheden in [z]ijn leven begon te klagen’. Wie hoort, ziet en zwijgt, die gouden raad volgt, nooit over andermans daden oordeelt, vervolgt Tura, ‘doet nooit iemand kwaad’, zal ‘steeds zijn vrienden bewaren – dat moet je ‘eeuwig lang onthouden’. (https://www.youtube.com/watch?v=ARIsULsIcDg).

Zwijgplicht

‘Horen, zien en zwijgen’ hoort natuurlijk ook thuis bij geheime operaties (van militaire tot misdadige) en organisaties (van Opus Dei tot Vrijmetselarij).

De maffia brengt het spreekwoord als omertà in de praktijk. Wie de ‘wet van de stilte’ verbreekt, maffiapraktijken aan het licht brengt – ook al is de verrader geen maffialid – wordt met de dood gestraft. In april 2019 plaatste de actiegroep Reżistenza Malta afbeeldingen van de drie wijze apen en een Omertà-spandoek, voor het politiehoofdkwartier in Valletta als protest tegen het politioneel wegkijken van de om zich heen grijpende corruptie en misdaad.

‘Omertà’: three wise monkeys placed outside police headquarters’, Times of Malta, 13.4.201
https://timesofmalta.com/articles/view/hope-lies-with-the-truth-rezistenza-says.707225

In 1942 werd voor de uitvoering van het Manhattanproject (het grootschalig nucleair onderzoek voor de aanmaak van de eerste atoombom) een vrijwel onbewoond gebied in Tennessee bezet. In Oak Ridge waren alle betrokkenen aan absolute geheimhouding gehouden. Op het terrein moest iedereen een herkenningsteken dragen en bij elke toegang werd grondig gecontroleerd. Overal hingen posters en stonden borden die de geheimhouding verder inpeperden. Ook de drie apen waren van de partij.

Oak Ridge. Bord geplaatst op 31 december 1943. (Foto: James E. Westcott, een Amerikaans militair die er werkte)- Publiek domein https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Oak_Ridge_Wise_Monkeys.jpg?uselang=de
Atomic Heritage Fondation https://www.atomicheritage.org/history/security-and-secrecy

 

Ook vrijmetselaars moeten horen, zien en zwijgen. Audi, vide, tace werd er voor het eerst gebruikt op de Free-Masons Calendar van 1777. Sinds 1813 prijkt het motto op het wapenschild van de United Grand Lodge of Engeland, op de gevel van de Freemasons’ Hall in Londen, op banieren en op talloze maçonnieke voorwerpen wereldwijd. Tot de jaren 1950 was het de lijfspreuk van de Grand Lodge of South Australia and Northern Territory en het siert nog steeds de gevel van de Freemasons’ Hall in Adelaide.

Coat of Arms of the United Grand Lodge of England ©Museum of Freemasonry, London 

Bovenop het wapenschild staat de Ark van het Verbond, gedragen door twee cherubijnen en bekroond door het Hebreeuwse ‘Geheiligd zij de Heer’.[7]

Wapenschild op de voorgevel Freemasons’ Hall, Londen (foto: Ethan Doyle White, 2019 – Wikimedia commons)
https://www.pinterest.co.uk/pin/392024342544768706/ (foto: Jim Campbell)

‘De eerste twee woorden, audi, vide’, legt een vrijmetselaar uit, ‘verwijzen naar de alertheid die tot kennisverwerving leidt. Want door deze twee zintuigen verzamelen we het merendeel van onze informatie. Zwijgen of stil zijn, gaat over de verspreiding van informatie, wijst op de wenselijkheid na te denken vooraleer te spreken, beslissen wat verborgen moet blijven en altijd de waarachtige vrijmetselaarsdeugden in gedachten te houden: stilte en omzichtigheid.’

Geheimhouding, vervolgt de man, is een vrijmetselaarsdeugd en plicht. Ingewijden hebben er zich toe verbonden de ‘waardevolle geheimen’ van de Orde en van de inwijdingsgraden nooit te onthullen. Wie dat wel doet stelt zich bloot aan de verachting en afschuw van alle goede vrijmetselaars. Geheimgehouden moet worden: het esoterisch werk met zijn verplichtingen en wijzen van erkenning; persoonlijke zaken en zorgen van een broeder; liefdadigheidsacties van de loge; de tijdens ceremoniële procedures gehuldigde doctrines, vanzelfsprekend voor sommigen, altijd verborgen voor anderen.[8] Verbreekt iemand de geheimhouding dan zullen vrijmetselaars wraak nemen.

 

Aap uit de mouw

Eind jaren 1950 toonden twee onderzoekers onafhankelijk van elkaar aan dat het drie-apen-motief uit het Verre Oosten komt – Japan, mogelijk ook China. Het Japans spreekwoord luidt mi-zaru, kika-zaru, iwa-zaru: niet zien, niet horen, niet spreken. De ontkenning zaru (‘niet’) wordt in klassiek Japans op dezelfde manier uitgesproken als saru (‘aap’). De associatie gaat dus vermoedelijk terug op een woordspel.[9]

De drie Wijze Apen, Nikkō (Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=156767)

Op een zijgebouw van het beroemde mausoleum van Nikkō (zo’n 140 km ten noorden van Tokyo), opgericht ter vergoddelijking van een van de machtigste Japanse heersers, worden op een van de gevelpanelen Drie Wijze Apen afgebeeld. Het gebouw diende vroeger als stal en de apen werden verondersteld te waken over de heilige paarden. De apen zijn op heel wat Japanse tempels, schrijnen en op monumenten in de vrije natuur terug te vinden. Het zijn overblijfselen van een in vergetelheid geraakte volksreligie, het kōshin-geloof uit de Edoperiode (1603-1868). Een korte uitweiding over traditionele Japanse genees- en kalenderkunde kan een en ander verduidelijken.

 

Wormstekig

Volgens de traditionele Chinese geneeskunde wordt het menselijk lichaam bevolkt door veel geesten of zielen die iemands welzijn kunnen bevorderen of schaden. Het zijn geen transcendente wezens, maar veeleer een soort bacteriën. Onder hen de Drie Wormen, een soort parasieten. In het vroege taoïsme volgden sommige aanhangers ascetische diëten om de wormen uit te hongeren en zo eeuwig te leven.

Drie apen die assisteren bij ascetische onthouding. Schrijn op het Japanse eiland Iki
(kaze ni fukarete, http://blowinthewind.net/sel-sekibutu/ondake.htm 2015).

Dit geloof kreeg geleidelijk een ethische invulling. Als mensen slapen, luidt het, verlaten de wormen het lichaam om de ‘Hemelheerser’ (Ten-Tei, de vergoddelijkte Poolster) te berichten over onfatsoenlijk gedrag van hun ‘gastheer’. Ten-Tei straft vervolgens met ziekte of vroege dood. Geluk bij een ongeluk is dat de wormen het lichaam maar om de zoveel dagen ontstijgen, namelijk de zestigste dag van een traditionele cyclus van de Chinese kalender. Die dag hoort thuis in de veranderingsfase Metaal en het dierenriemteken Aap. In het Japans heet deze metaal-aapdag kōshin.

Veel gelovigen waren ervan overtuigd dat de wormen het lichaam niet konden verlaten als je in de kōshin-nacht niet sliep maar waakte. Zo ontstond de kōshin-wake, een volkscultus die een en ander ontleende aan het taoïsme, shintoïsme en boeddhisme.

Kon men drie jaar na elkaar verhinderen dat de wormen het lichaam verlieten, dan werd een gedenksteen opgericht. Omdat Kōshin ook een wegen-god was, reizigers zijn gunst afsmeekten, werden vanaf de zestiende eeuw gedenkstenen opgericht op kruispunten waar je mogelijk gevaarlijke onbekenden tegenkomt.[10]

Foto: Otota DANA, Chiba, Japan – Flickr, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=12394843
Kitamuki Koshindo Nara stenen monument – Kochizufan, CC BY-SA 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons

 

Na-apen

Toen het Japans boeddhisme het kōshin-geloof overnam, kwam een dreigende godheid, Shōmen Kongō, centraal te staan. Die werd doorgaans afgebeeld in het gezelschap van drie apen, mogelijk vanwege de associatie met het dierenriemteken Aap. Apen die niets horen of zien, kunnen niets verklappen. Ze beelden het tegendeel uit van wat de wormen verondersteld werden te doen: hun gastheer verraden. De apen werden beschermengelen, zorgen ervoor dat men onbekommerd zijn gang kan gaan. Ware geluksbrengers.

Emil Schuttenhelm, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3251935

Het drie-apenmotief komt niet voor in Europese bronnen van voor 1875. Apen waren niet inheems en Japan was lange tijd een hermetisch gesloten gemeenschap. Pas toen daar verandering in kwam, westerlingen het land konden bezoeken en geboeid raakten door de Japanse cultuur, maakten ze ook kennis met de drie wijze apen. In de ogen van westerlingen beeldden die het westers ‘horen, zien en zwijgen’ perfect uit. Vanaf 1884 doken de aapjes regelmatig op in Engelstalige reisgidsen, niet zelden gekoppeld aan ‘kwaad’. Het kwade mag je niet horen of zien, daarover moet gezwegen worden. Anders dan in het Japanse volksgeloof, is hier ook geen sprake meer van eigen tekortkomingen maar van andermans fouten of kwaad in het algemeen.

‘Three Wise Angels’, detail van een glasraam in de St Peter’s parochiekerk, Wrockwardine, Shropshire (foto: R J Higginson, 2009 wikimedia commons – het glasraam stamt vermoedelijk uit de negentiende eeuw)
 https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Wrockwardine_Church_02.jpg

In 1917 stelde een Engels museum een Three Wise monkeys medaillon tentoon dat ‘werd gedragen als geluksbrenger’. Drie jaar later werden er ook in Engeland drie-aapjes-beeldjes geproduceerd.

 

Monddoden

De in oorsprong zelf-beschermende norm (‘als je in vrede wil leven’) groeit bijna vanzelf uit tot een ontwijkende houding tegenover fout gedrag waar men geen zeggenschap over heeft. Men wendt het hoofd af, kijkt de andere kant op, doet alsof er niets aan de hand is, houdt zich van den domme, bemoeit zich nergens mee.[11] Deze zeer menselijke houding versteent niet zelden in afzijdigheid, onverschilligheid en apathie, een kleinburgerlijke levenshouding.

Wie zich uit (veronderstelde) machteloosheid, gemakzucht of angst niet bemoeit met wat zich buiten de eigen kleine kring afspeelt, leidt misschien wel een rustig leven maar speelt onbedoeld in de kaart van machthebbers, bestendigt mogelijk misbruik en wantoestanden. Denk aan uitbuiting, onderdrukking en misbruik van ondergeschikten als kinderen, vrouwen en moderne slaven (arbeidsmigranten). Denk aan sociaaleconomische en politieke fraude, verheerlijking van nationale verledens en kolonialisme. Of het wegkijken en ontkennen van de faliekante klimaatverandering en het uitbesteden van de vluchtelingencrisis aan armere landen. Wie zwijgt, stemt toe. Wie zich monddood maakt bekrachtigt zijn ondergeschiktheid, castreert zichzelf.

Daarom wordt het drie-apenmotief ook ingezet als aanklacht tegen het doodzwijgen van levensgevaarlijke, mensonwaardige praktijken en toestanden, om mensen aan te zetten tot meer burgermoed.

Salzburger Nachrichten, 21 september 1982, p. 2. Wolfgang Mieder, een autoriteit op het vlak van de ‘drie aapjes’, koppelt dit cartoon aan protest tegen kernenergie. Bij nazicht blijkt het om een cartoon te gaan bij het voornemen van de Oostenrijkse Volkspartij om het constitutioneel gerechtshof in te schakelen als de Sociaaldemocratische Partij blijft eisen dat grote financiële schenkingen aan partijen publiek gemaakt moeten worden.

In 1989 gaf de Noord-Amerikaanse kunstenaar Keith Haring de apen het silhouet van mensen om ze tot actie tegen AIDS aan te zetten. Het jaar daarop overleed Haring aan de gevolgen van het virus.

https://migrosmuseum.ch/toolbox-united-by-aids-an-exhibition-about-loss-remembrance-activism-and-art-in-response-to-hiv-aids …
https://www.pinterest.com/pin/319474167288656219/
https://krant.telegraaf.nl/krant/depsycholoog/fotos/psycholoog.haring.evil.week34.jpg

 

Belangrijkste geraadpleegde werken

Mieder, Wolfgang, ‘Nichts sehen, nichts hören, nichts sagen’. Die drei weisen Affen in Kunst, Literatur, Medien und Karikaturen, Praesens, Wenen, 2005

Scheid, Bernhard, ‘Affen, Würmer und durchwachte Nächte, in: Religion-in-Japan: Ein Web-Handbuch, Universität Wien, sinds 2001

Taylor, Archer, ‘‘Audi, Vide, Tace’ and the Three Monkeys’, in: Fabula, 1 (1957), blz. 26-31 (zie eventueel https://deproverbio.com/audi-vide-tace-and-the-three-monkeys/)

 

[1] Opgetekend in het twaalfde boek van de Analecten, de ruim na de dood van Confucius gepubliceerde bloemlezing van gesprekken met leerlingen over levenskunst.

[2] In het verzameld werk van Deschamps (gepubliceerd in 1878) wordt het gedicht voorafgegaan door ‘Eloge de la médiocrité’, ook uit 1392. Beide ballades werden in de Oeuvres complètes d’Eustache Deschamps (1878) ondergebracht bij de Balades de moralitez.

[3] Maar niet in de joodse bijbel. Daar luidt het dat als ‘iemand zwijgt zelfs een dwaas voor wijs gehouden wordt. En als hij zijn lippen op elkaar houdt, geldt hij als iemand met inzicht’ (Spreuken 17:28).

[4] G.A. Mesters, Spreekwoordenboek, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1967.

[5] Nathan Bailey, An Universal Etymological English Dictionary, London, 1728.

[6] Olipodrigo is een verbastering van een Spaans woord voor een gerecht dat uit een mengsel van vlees en groenten bestaat. Letterlijk betekent het ‘bedorven pot’, net als het Franse ‘potpourri’. Figuurlijk staat het voor mengelmoes, ratjetoe.

[7] Deze ark verwijst naar de Bijbelse ark (kist, koffer) die het verbond bevatte dat Jahweh met zijn volk had gesloten, met name de aan Mozes overhandigde stenen tafels met daarop de tien geboden (Exodus 25, 40:3, 20). In ruil voor exclusieve aanbidding – god zegt een ‘jaloerse god’ te zijn (Exodus 20:5, Deuteronomium 4:24) – en naleving van de geboden zou Jahweh het volk Israël beschermen en helpen bij het verdrijven en uitroeien van andersgelovige volkeren.

[8] George H. T. French – ‘Audi, Vide, Tace’, The Texas Freemason, september 1973, http://skirret.com/archive/misc/misc-s/seehear.html.

[9] In hedendaags Japan heten ze Minai, Kikanai, Iwanai en Shinai (-nai is de moderne ontkenningsvorm).

[10] Het geloof dat kruispunten gevaarlijk zijn is veel ouder dan gemotoriseerd verkeer. Er zouden gevaarlijke geesten ronddwalen, de duivel huisde, je kon er je ziel kwijtraken. Vandaar dat ook in onze contreien op kruispunten veel kapelletjes en Christusbeelden terug te vinden zijn.

[11] ‘Bemoeien’ betekent zich mengen in andermans zaken om ze recht te zetten of in orde te brengen; zich om iemand bekommeren. Het werkwoord is afgeleid van moeien dat onder meer betekent ‘moeite, last, hinder veroorzaken’. Wie zich met veel bemoeit, wordt een bemoeial genoemd.

Horen, zien en spreken