Het juk van de schaamte, daar leden vooral de vorige generaties onder. Vroeger was het schaamtevol om je lichaam te tonen. Zelfs een ontblote enkel was aanstootgevend. Over seks werd niet gesproken, en als je intiem wilde zijn, dan deed je dat achter gesloten deuren. De keuze voor je partner werd geleid door schaamte – als je maar niet met iemand onder je stand gezien werd. Een afwijkende seksuele geaardheid hield je maar beter voor jezelf. Nederigheid was een deugd, fouten en tekortkomingen werden met de mantel der liefde bedekt, en voor de ergste zonden was er een biechtritueel uitgedacht waarbij je wel gehoord werd maar niet bekeken.

Vandaag haalt eerder de schaamteloosheid de bovenhand, lijkt het wel. Seks wordt openlijk besproken. Benen, armen en middenriffen ontbloot. Vrouwen weigeren steeds meer om schaamte te voelen over hun lichaamshaar en laten het (na een eerste poging in de jaren zestig) weer bewust staan. Schaamteloos zijn ook zij die zich vergrijpen aan vrouwen en daar – tot de metoo-hashtag – zonder consequenties mee wegkwamen. De Amerikaanse president Donald Trump is de belichaming bij uitstek van die schaamteloosheid. Hij sprak ongegeneerd de woorden “grab ‘em by the pussy” uit en stuurt valse berichten de wereld in alsof het een lieve lust is. Schaamte lijkt in 2019 ver te zoeken.

Maar dat schaamte tot het verleden behoort is allesbehalve waar. Schaamte leeft, al is het op subtielere manieren dan voorheen. De schaamte verdween niet, ze verschoof en nam andere vormen aan. Van schaamte over de ontblote kuit ging het naar schaamte om net té preuts te zijn. Van schaamte over lichaamshaar ging het naar schaamte omdat je je haar net wél afscheert. Schaamte omdat je een slechte feministe bent, omdat je niet progressief genoeg bent, omdat je soms politiek incorrecte gedachten hebt. We schamen ons als we te veel voelen, ons te kwetsbaar opstellen. De schandpaal is geen fysieke plek meer, maar leeft nu des te meer op sociale media. We schamen ons als we moeten toegeven dat we het deze zomer bij een staycation houden, terwijl we onze vrienden op Instagram voorbij zien dobberen op een roze flamingo in een zonovergoten zwembad. Even goed schamen we ons tegenwoordig net als we wél reizen. Dat vliegtuig vervuilt een hoop, en ben ik niet zwak als ik mijn eigen drang naar plezier belangrijker vind dan het welzijn van onze planeet? Ook in het #metoo-debat is schaamte allesbehalve ver te zoeken. De schaamte wordt als een hete bal doorgegeven van de slachtoffers die zichzelf de schuld geven, zich verdorven en beschaamd voelen en tot voor kort niet durfden spreken, naar de daders.

Toen de redactie van Streven samenkwam om dit themanummer te bespreken, bleek de ingeplande vergadertijd te kort om zelfs maar de vragen op te werpen die we rond het thema wilden verkennen. Het was al een uitdaging om het eens te worden over een definitie van schaamte. Die verschillende invullingen van het begrip worden weerspiegeld in de essays in dit nummer. Schaamte volgens een psycholoog of een politicoloog is niet wat het is volgens een filosoof. En ook filosofen zijn het onderling niet eens. Is schaamte altijd een gevoel van falen? Moet je je verantwoordelijk voelen voor dat falen? Moet je gezien worden om je te schamen? Kan je je schamen over iets wat je niet gedaan hebt, en is dat schamen dan gepast? Is het bijvoorbeeld gepast om schaamte te voelen over ons koloniaal verleden, of over grootouders die collaboreerden? En hoe dacht men vroeger over schaamte? Is de maatschappelijke waardering voor dit gevoel totaal veranderd doorheen de tijd of zijn er opvallende constanten?

Naast de vraag waarover we ons kunnen schamen, stellen meerdere auteurs in deze editie van Streven zich ook de vraag of er dingen zijn waarover we ons zouden moeten schamen. Is schaamte goed, moreel, deugdzaam? Of zijn we beter af als we aan dat terneerdrukkende gevoel van schaamte voorbijgaan, en de schaamte inruilen voor het productievere gevoel van schuld, bijvoorbeeld? En wat is dan het verschil tussen schuld en schaamte? Zijn er sociale verhoudingen en omgangsvormen waarin schaamte geboden is? Of is het altijd een nobel streven om mensen af te helpen van datgene waarvoor ze zich schamen?

In de psychologie wordt schaamte ondergebracht bij de sociale emoties. Nog specifieker is het een zelfbewuste emotie: met schaamte vellen we een oordeel over onszelf vanuit het oogpunt van een ander. In die zin lijkt schaamte goed, omdat het ons bewust maakt van het feit dat we niet alleen zijn, dat er anderen zijn met wie we rekening houden en dat er bepaalde normen zijn waaraan we willen voldoen. Schaamte kan een controlemechanisme zijn dat ons beschermt voor losbandigheid en achteloosheid, iets dat ons motiveert om goed te doen. Anderzijds werkt schaamte sociaal isolement in de hand en kan het destructief zijn voor het zelfbeeld. Schaamte wekt agressie op of verlamt ons, eerder dan dat het ons aanspoort tot positieve handelingen. De sociale impact van schaamte is niet te onderschatten. Schaamte werkt ongelijkheid in de hand omdat de emotie vaak precies bij de meest kwetsbare groepen het hardst leeft. Is het bij schaamte zomaar een verhaal van de gulden middenweg, niet te veel en niet te weinig schaamte, of valt er meer over de waarde van schaamte zeggen?

In dit themanummer van Streven komen auteurs vanuit verschillende disciplines en achtergronden aan het woord, omdat het thema daar volgens ons om vraagt. Ook in de vorm kozen we bewust voor variëteit, zo vindt de lezer naast columns en langere essays ook een brief, een neergeschreven gesprek en illustraties terug. De illustraties zetten volgens ons de geschreven stukken kracht bij zoals enkel beeld dat kan. Om de vragen te beantwoorden die wij hen voorlegden, gaan de auteurs onder meer te rade bij de ontwikkelingspsychologie, de oude Grieken, het circus, twee vrouwen in een bioscoop in Utrecht en de klimaatactiviste Greta Thunberg. Elk artikel kan in principe apart gelezen worden naargelang interesse, maar de stukken zijn zo gezet dat ze in hun huidige volgorde ook als een meanderend verhaal lezen.

Schaamte wordt vaak in verband gebracht met een behoefte aan verbergen, bedekken of verhullen. In dit nummer van Streven nodigden we onze auteurs uit om net bloot te leggen en uit te pakken. Dat leverde een kwetsbaar en persoonlijk nummer op, dat we u met plezier en helemaal zonder schaamte voorleggen.

Hier kunt u het nummer los bestellen. Komt u naar onze lezingenavond op 18 december? Dan krijgt u het gratis mee.

De samenstellers,

Harriët Bergman
Martha Claeys
Herbert De Vriese
Gilke Gunst
Nynke Van Uffelen