Streven mocht per e-mail vele reacties ontvangen over de stopzetting van het gedrukte tijdschrift.
Enkele hieruit publiceren wij graag hier:

*

Het culturele magazine Streven ontvangt geen subsidies meer voor haar gedrukte editie. Het was altijd heerlijk Streven in mijn brievenbus te vinden. Telkens had je een collectie van voortreffelijke Nederlandstalige bijdragen. Voortaan zal Streven alleen nog maar online publiceren. Daarbij was de print-editie altijd een parel qua typografie en lay-out. Ze lag in elke betere boekhandel. Streven verscheen 86 jaar lang maandelijks; dat moet je maar doen. Vanaf 2018 verscheen het wegens besparingen op subsidies slechts tweemaandelijks. Vanaf januari 2020 kan het alleen nog maar online gepubliceerd worden. Dat is een schande voor Vlaanderen.

Streven is een jezuïetentijdschrift. De stem van het Vaticaan is het weliswaar nooit geweest. Toen ik op St. Ignatius (UFSIA) filosofie studeerde, koesterde ik een diepe verering voor professoren zoals Libert Vander Kerken, Karel Van Isacker en Albert Poncelet. Het waren jezuïeten en ze schreven allemaal voor Streven. Mocht men in het Vaticaan geweten hebben wat deze geleerde paters met hun ascetengezichtje zo allemaal verkondigden, zouden ze in de ban van de kerk geslagen zijn. De geëxcommuniceerde Duitse theoloog Hans Küng was een plechtig communicantje in vergelijking met de onbuigzame en ketterse jezuïeten van de Scheldestad.

Reden te over om in het Nederlands te publiceren, trouwens.

Streven is geen tsjevenblad. Confessionele beperkingen heb ik nooit waargenomen (ikzelf ben VUB-medewerker). Het is een magazine dat de Nederlandse taal als medium van culturele en wetenschappelijke communicatie in ere houdt.

Tal van andere Nederlandstalige tijdschriften van dat kaliber bestaan niet meer. Met de afscheidseditie van Streven gaat een parel van intellectueel Vlaanderen ter ziele.

Ralph Bisschops

*

Dat is even schrikken! Ik besefte niet dat de situatie zo dramatisch was. Dit betekent een verarming van het intellectueel leven in Vlaanderen. Ik hoop dat het toch nog mogelijk zal zijn om digitaal verder te gaan.

Luc Rasson

*

We hadden Streven graag het eeuwige leven gegund. Een tijdschrift dat we in het middelbaar ontdekten – met wat nu longreads zou heten (maar toen gewoon essays waren) over onder meer Ingmar Bergman, stukken die onze passie voor film en kritiek prikkelden – en waar we vele jaren later zelf (met argumenten) onderbouwde essays mochten plegen die reflectie trachtten te stimuleren.<

Het heeft niet mogen zijn. Print en longreads mogen verdwijnen volgens de overheid. Samen met kritische reflectie. Literaire tijdschriften (Lektuurgids, Leesidee, Leeswolf,…) werden eerst losgekoppeld van de klassieke zuilen, om niet veel later vakkundig geliquideerd te worden. En nu is het de beurt aan Streven, een blad dat afwijkt van de eenheidsworst die publicaties geacht worden te leveren en ook niet meteen past bij een steeds meer marketinggeleide journalistiek. Bloggen is fijn (zij het individualistisch) maar wij zullen de solidariteit en uitwisseling van ideeën missen. De overheid niet.

Ivo De Kock

*

Streven laat mij weten dat het blad niet meer op papier verschijnt. Dat zat eraan te komen, en toch schrikt een mens. Elk blad dat verdwijnt is een stem, een perspectief, een rijke ader die verdwijnt. Als lezer, abonnee en medewerker die het blad veel verschuldigd is, betreur ik dit zeer. Ik zie voor mijn netvlies veel voorbijgaan, met dankbaarheid en melancholie. Van Frans Van Bladel tot Ludo Abicht. En vele anderen. Ook als collega-bladenmaker wil ik dit even zeggen:

Het is gezien. Het is niet onopgemerkt gebleven.

Luc Devoldere

*

Dat meer en meer tijdschriften in de toekomst alleen elektronisch zullen verschijnen ligt voor de hand – en is minstens beter voor het milieu: je merkt trouwens nu al dat nogal wat vaktijdschriften, die zich tot een select maar wereldbreed publiek van specialisten richten, alleen voor papierversies blijven kiezen omdat grote bibliotheken zo goed of zo gek zijn jaar na jaar buitenissige abonnementsprijzen te blijven ophoesten. De echte gebruikers lazen of consulteerden ze intussen op hun schermen.

Dat lag voor Streven dus anders. Ik nam mijn eerste abonnement ergens midden de jaren tachtig en bleef dat doen omdat ik in elk nummer essays vond die ik nooit zou aangeklikt hebben: je gaat op internet nu eenmaal op zoek naar dingen waar je mee bezig bent en die je dus al min of meer kent. Mijn zeer hartelijke dank voor een paar honderd opstellen die maand na maand in mijn brievenbus vielen en die ik, vrees ik,  anders nooit zou bekeken hebben.

Dat zal dus voortaan niet meer kunnen. Streven bleef al die jaren goedkoop dankzij -kort geformuleerd- ‘idealistische’ sponsoring en zulke bronnen willen weleens opdrogen. Jammer maar helaas: ik was zeker niet de enige lezer die het bijzonder apprecieerde elke maand opnieuw te vernemen dat de wereld zoveel breder, diverser en boeiender is dan het misschien ook boeiende maar onvermijdelijk evengoed wat smalle pad waar je op je dagdagelijkse werkvloer naar best vermogen aan meetimmert. Om een bekende slagzin te parafraseren: plus est autour de vous!

Paul Pelckmans

*

Op verschillende niveaus tegelijk wordt de rijke verscheidenheid van het culturele leven in Vlaanderen afgebouwd. Het is een schande. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het beleid af wil van een intellectuele cultuur – zoals die bijvoorbeeld sedert jaar en dag in Streven aanwezig is – en dat is op termijn een heel jammerlijke zaak voor het Nederlandstalige cultuurgebied. Investeringen in een verkeerd begrepen democratisering resulteren in een zichtbare achteruitgang van het algemene intellectuele niveau. De verblindende zaallichten van succesvolle evenementen staan symbool voor de duisternis die in voorbije perioden van onze geschiedenis vernieling en ellende heeft teweeggebracht. Het is tijd om daar voor de komende generaties de aandacht op te vestigen.

Pol Hoste

*

Met heel veel spijt las ik dat u de gedrukte uitgave van Streven moet stopzetten.

Ik wil mijn treurnis met u delen met volgende gedachte: net als internet liet ook Streven zien dat medium en boodschap samenhangen en daarom slechts aan de oppervlakte inwisselbaar of concurrenten zijn. Internet heeft een enorme reactiesnelheid en capaciteit, maar de Streven-nummers brachten synthese en concentratie, niet alleen met een ruime blik op de wereld, maar ook omdat de bijdragen de lezer zonder veel voorkennis meenamen naar een hoog niveau. Dat kon dankzij de zorgvuldig gekozen onderwerpen en auteurs, maar niet in de laatste plaats ook dankzij het papier, dat afzondering bood en afstand van andere bronnen. De zegeningen van een enorme hoeveelheid informatie die op elk ogenblik en op elke plek beschikbaar is, hebben dit niet voorbijgestreefd, in tegendeel. Het was voor mij zo vele malen makkelijker om mij open te stellen voor andere thema’s dan mijn vakgebied en interesses.

Streven is zo wellicht niet ontstaan. Ik las Streven al voor ik het woord ‘internet’ voor het eerst hoorde (eerst dankzij het abonnement van mijn ouders, later via mijn eigen abonnement), toen papier nog vanzelf sprak en niets bijzonders uitdrukte. Maar deze rol heeft het wel opgenomen.

Bovendien was het in het Nederlands (en Afrikaans), hier op dit kruispunt bij Frans, Duits en Engels. Hoewel ik aan het lezen in die talen evenveel plezier beleef, gaf het Nederlands als uitdrukking voor de gedachten uit deze gemeenschap een eigen toegang en perspectief.
Het zal heel moeilijk worden een volwaardig alternatief te vinden.

Leest u deze gedachten en gevoelens als dankbaarheid voor wat u al die jaren gepresteerd heeft, en niet als protest tegen u of uw beslissing, die u ongetwijfeld met pijn in het hart genomen heeft, daar ben ik rotsvast van overtuigd.

Jeroen Van Pottelberge