Boekbespreking 

Jan Koenot *

 

Michelangelo is voor de videokunstenaar Bill Viola weliswaar nooit een directe bron van inspiratie geweest, maar beider werken stemmen in dit opzicht overeen dat ze uitdrukking geven aan een geestelijke queeste. Om deze spirituele diepgang onder de aandacht te brengen organiseerde Martin Clayton, een van de hoofdconservatoren van de Britse Koninklijke verzameling, in Londen een tentoonstelling waarop tekeningen van Michelangelo tussen video-installaties van Viola werden opgesteld. Daarbij verscheen een fraaie catalogus met prachtige afbeeldingen en ook waardevolle bijdragen over beide kunstenaars.

Niet de uiterlijke verschijning van de dingen, maar de binnenkant van de werkelijkheid en innerlijke beleving van de mens vormt de inhoud van hun kunst. Dat de uitdrukking van de onzichtbare bron en inwendige roerselen noodzakelijk verloopt via de uitbeelding van lichamelijkheid – waarin beide kunstenaars schitteren – is minder paradoxaal dan het lijkt. In de neoplatoonse traditie waartoe Michelangelo zich bekent, is het lichaam een strijdtoneel dat de ziel heen-en-weer slingert tussen blinde passies en een drang, opwaarts, naar bevrijding. Daarover gaan de mythologische motieven van de tekeningen die hij maakte voor zijn jonge vriend Tommaso de’ Cavalieri. In de Oosterse bronnen waaraan Viola zich laaft, is ervaring en training van het lichaam een weg van bewustwording en verlossing.

De verschillen tussen Michelangelo en Viola worden niet weggemoffeld. In zijn opstel en in zijn toelichtingen bij de tentoongestelde tekeningen herinnert Martin Clayton aan het samenvloeien, in de Italiaanse renaissance, van het neoplatoonse gedachtegoed en het christelijk geloof. Naarmate hij ouder werd en de bekommernis om zijn eigen zielenheil toenam, concentreerde Michelangelo zich op de meditatie van Christus’ offerdood ter redding van de mensheid. Volgens Clayton was het tekenen van de gekruisigde Jezus voor Michelangelo een vorm van geestelijke oefening. Tussen haakjes: Martin Clayton citeert strofen uit meerdere gedichten van de kunstenaar, in het Italiaans en in Engelse vertaling, en dat maakt zijn uiteenzetting bijzonder waardevol.

Terwijl bij Michelangelo de dood en verrijzenis van Christus centraal staan, focust Viola zijn aandacht op het mysterie van de eeuwige cyclus van geboorte, leven en dood, en opnieuw geboren worden. Dat de beschouwing van dat mysterie bij hem toch wel gepaard gaat met innerlijke onrust, met vurig verlangen en slechts geleidelijke overgave, blijkt uit de verhelderende bijdrage van de hand van Kira Perov, de echtgenote en medewerkster van de kunstenaar. In het boek is ook een lang en inhoudsrijk interview met Viola opgenomen (over zijn ontwikkeling, zijn werk, de invloed op hem van de middeleeuwse en klassieke kunst, enz.). Maar dat interview dateert van 2001 en is reeds verschenen in de catalogus bij de tentoonstelling Going Forth By Day (Guggenheim, New York/Berlijn, 2002).

Martin Clayton en Kira Perov, Bill Viola. Michelangelo. Life Death Rebirth, een uitgave van de Royal Academy of Arts, Londen, 2019, 160 blz., 49 euro, ISBN 978-1-910350-99-7.