Boekbespreking Herman Simissen*

 

De Nederlandse koloniale bestuursambtenaar Louis Westenenk (1872-1930) werd vroeg in 1914 aangesteld als een van de twee inspecteurs-generaal in Armenië en Anatolië – de ander was de Noorse militair Nicolai Hoff. Zij kregen tot taak leiding te geven aan hervormingen in de regio, die de achtergestelde positie van de Armeense bevolking – vaak aangeduid als de ‘Armeense kwestie’ – drastisch moesten verbeteren. Deze voorgenomen hervormingen waren, na het verval van het Ottomaanse Rijk met de Balkanoorlogen (1912-1913) als slothoofdstuk, afgedwongen door de Europese grote mogendheden. Westenenk reisde met zijn echtgenote naar Constantinopel, waar hun kinderen zich later bij hen voegden, om zijn missie in het oosten van Turkije voor te bereiden. De Turkse regering werkte hem echter stelselmatig tegen: de bij verdrag opgelegde hervormingen werden ervaren als niet minder dan een vernedering, een belediging van de nationale trots. Westenenk heeft daardoor zelfs geen begin kunnen maken met zijn werkzaamheden, en niet eens zijn standplaats bereikt in de regio waarvoor hij verantwoordelijk zou worden – het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog betekende dat hij, noodgedwongen en onverrichter zake, met zijn gezin vanuit Constantinopel moest terugkeren naar Nederland. Tijdens de voorbereidingen op zijn missie hield Westenenk een dagboek bij, pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw gepubliceerd, dat een eigen licht werpt op de voorgeschiedenis van de Armeense genocide die in 1915 begon.

De partner van journaliste Nadette de Visser (*1970) is een achterkleinzoon van Louis Westenenk. Voor haar onlangs verschenen boek Missie Turkije over de wederwaardigheden van Westenenk in 1914, kon zij juist daardoor beschikken niet alleen over diens dagboek (dat in haar boek is opgenomen), maar ook over andere bescheiden, deels uit het familiearchief van Westenenk: dagboekaantekeningen van een van de dochters van het echtpaar Westenenk, briefwisselingen, foto’s, en dergelijke meer. Daarmee lijken alle ingrediënten voorhanden voor een buitengewoon boek: een belangrijk onderwerp, de toegang tot uniek bewijsmateriaal, en een persoonlijke, zij het niet al te directe, betrokkenheid van de schrijfster bij haar onderwerp. Helaas is Missie Turkije niet dit buitengewone boek geworden: de auteur slaagt er jammer genoeg onvoldoende in, de grote lijn van haar betoog vast te houden. Het waaiert uit naar allerlei kwesties, die alle op zich best belangwekkend zijn, maar het verband met haar eigenlijke onderwerp wordt niet duidelijk. Zo bespreekt de schrijfster onder meer de ontwikkeling van de maatschappelijke positie van de vrouw en het vrouwenkiesrecht in Turkije na de Eerste Wereldoorlog; het verloren gaan van de persvrijheid onder de huidige president Erdogan; en de Arabische Lente (inderdaad, in de eenentwintigste eeuw) – maar hoe deze zaken zich nu verhouden tot de missie van Louis Westenenk blijft de vraag. De politieke context en historische achtergrond van diens missie daarentegen krijgen dan juist weer minder aandacht dan zou mogen verwacht.

Daarmee is, en het is jammer dit te moeten constateren, Missie Turkije uiteindelijk een gemiste kans: het boek heeft een interessant en mooi onderwerp dat een meer afgewogen behandeling verdient. De vele zijpaden die De Visser inslaat leiden af van haar onderwerp, in plaats van het te verhelderen.

 

Nadette de Visser,  Missie Turkije. Louis Westenenk en de Armeense kwestie, Querido, Amsterdam 2021, paperback, geïllustr., 472 blz., ISBN 9789021409504, € 24,99