Sus van Elzen*

 

Wat we Palestina noemen — omdat het sinds de Romeinse tijd zo heet — bestaat sinds de oorlog van 1967 uit Israël, en de door Israël bezette Palestijnse gebieden van de Westoever, Oost-Jeruzalem en de Gazastrook. De Palestijnen in de bezette gebieden hebben zich altijd verzet tegen de Israëlische bezetting, en doen dat nog. De Joodse Israëli’s (er zijn ook ‘Arabische Israëli’s’, met goed 2 miljoen mensen 21 % van de bevolking) streven ernaar, in het kader van het zionisme, de bezette gebieden te annexeren en op te nemen in een Israël ‘van de rivier tot aan de zee’ (de rivier is de Jordaan), en daaruit geleidelijk aan de Palestijnen te verwijderen. Dat is de zionistische droom.

De Oslo-akkoorden van 1993 beloofden met de ‘Twee Staten Regeling’ het conflict te beëindigen middels de oprichting van een Palestijnse staat naast Israël, min of meer binnen de grenzen van 1967. De ‘Palestijnse Autoriteit’ die daaruit ontstond, ging de Westoever en Gaza regeren en daar de veiligheid van Israël garanderen, terwijl verder zou worden onderhandeld over de invulling en uitbreiding van de Oslo-akkoorden.

Met het doodlopen van de akkoorden en het stoppen van die onderhandelingen, en ook de splitsing van de Palestijnse gebieden in enerzijds de door Fatah en de Palestijnse Autoriteit (PA) geregeerde Westoever, en anderzijds de door de islamistische Hamas geregeerde Gazastrook na een soort staatsgreep in juni 2007, is een nieuwe situatie ontstaan. De twee groepen — de politieke Fatah en de islamistische Hamas — zijn nog steeds in blijvend conflict met elkaar. Terwijl de PA op de Westoever trachtte door samenwerking met Israël zo veel mogelijk binnen de logica van de Oslo-akkoorden voort te werken, bleef Hamas in Gaza bij gewapend verzet tegen de bezetting. Dat nam onder meer de vorm aan van beschietingen van zuid Israël met rudimentaire raketten. Sinds de machtsovername door Hamas in 2007 heeft Israël de Gazastrook in een middeleeuws aandoende totale blokkade afgezonderd van de wereld, en tot een ware openluchtgevangenis gemaakt met 2,2 miljoen gevangenen.

Terwijl Israël onder premier Benyamin Netanyahu geleidelijk verder weg dreef van de Twee Staten Regeling (de officiële politiek van de zogenaamde ‘internationale gemeenschap’: VS, EU, Rusland e.a.) en daarvoor steun zocht in Washington, vertrouwde de PA van haar kant op diezelfde VS om de regeling in leven te houden. Af en aan hervat en weer verlaten, met periodieke grote en kleine gewelduitbarstingen, bleef het Israël/Palestina debat vele jaren lang voortsukkelen zonder veel veranderingen. Behalve dan dat Israël intussen de bezette gebieden was gaan bevolken met Joods Israëlische kolonies, die eigenlijk in de Oslo-akkoorden waren ‘vergeten’, zodat het aantal kolonisten in april 2023 op één miljoen werd geschat. Een betrekkelijk nieuwe factor die de politieke verhoudingen in Israël zou gaan bepalen, en een bevolkingsgroep die een echte Twee Staten Regeling met nadruk zou blijven weigeren.

De nieuwste oorlog van Israël tegen de Palestijnen is ondanks alle voortekenen nog als een verrassing gekomen. Verrassing door het moment, maar ook door de diepte en de bloederigheid ervan, de klaarblijkelijke minachting voor mensenlevens, internationaal recht, en noties als oorlogsmisdaden of proportionaliteit. Alle ogenschijnlijke gewenning van jaren is in een halve dag tijds vervangen door woede, haat en schuimbekkende oorlogsretoriek met alles wat ermee samenhangt. Is daarmee meteen ook het politieke landschap in het Midden-Oosten veranderd — of zelfs het geostrategische landschap? De oorlog zal het zeggen — enkele quasi-zekerheden over de regio zijn er alvast door geschokt.

De Tweede Nakba

Ook in het Midden-Oosten komen ideeën niet uit de lucht vallen. Neem de avonturen van een stadje op de Westoever, Jenin. Er is iets met Jenin. Het is een stadje ten noorden van Nabloes in het noorden van de bezette Palestijnse Westoever, met iets meer dan 40.000 inwoners. En 17.000 inwoners in een bijbehorend vluchtelingenkamp. Zo’n vluchtelingenkamp in Palestina is al lang geen verzameling tenten meer, maar een opeenstapeling van wegens gebrek aan middelen slecht gebouwde huizen en krotten, in Jenin allemaal op minder dan een halve vierkante kilometer oppervlakte. Nabloes en Jenin, allebei oeroude steden die, tot hun ongeluk, in het Bijbelse Samaria zijn gesitueerd en onder de Palestijnse Autoriteit (PA) vallen, staan bekend als koppige centra van verzet tegen de bezetting.

Zo gebeurde het twintig jaar geleden, in 2002 tijdens de ‘Tweede Intifada’ dat Israël Jenin aanviel en het kamp plat bombardeerde met gevechtshelikopters, en met bulldozers grotendeels met de grond gelijk maakte om daar het verzet onder puinhopen te smoren. De operatie maakte 54 Palestijnse doden en 23 Israëli’s. De huizen van Jenin, en het kamp, zijn intussen weer opgebouwd; de kinderen van de overlevenden van 2002 zijn nu twintig jaar of iets ouder.

De PA is in twintig jaar verworden tot een grotendeels parasiterende, autoritaire bureaucratie die nog slechts zorgt voor haar eigen voortbestaan. Dat dit is gebeurd onder Israëlische en ook internationale druk, in naam van de Oslo-vredesakkoorden waaraan Israël zich vanaf het begin niet heeft gehouden, interesseert de jonge generatie Palestijnen niet meer. Die zien dat de PA samenwerkt met Israël, plooit voor alle Israëlische (of anders wel de Amerikaanse) eisen en dat, als zij zich met geweld verzetten tegen Israël, ‘hun’ PA zich dan tegen hen zal keren, en niet tegen Israël. Hun opstand, in hun kampen, is dan in eerste lijn tegen de PA. Want dat is de eerste lijn van Israël.

Ze zijn twintig jaar oud, en zijn niets vergeten. Israël heeft hen daarbij geholpen: meer dan elders heeft het bezettingsleger in de voorbije twintig jaar Jenin onder de voet gelopen, militanten geëxecuteerd, huizen afgebroken, jongeren gevangen meegevoerd. Meer dan elders is het verzet er levend gebleven, nergens heeft de Palestijnse Autoriteit minder te zeggen. In Jenin floreerde het befaamde Freedom Theatre, het ‘Vrijheidstheater’, waar internationale artiesten naartoe kwamen. Israëlische soldaten kwamen het sluiten.

Tegelijk heeft Israël een versnelde verdere kolonisering ingezet van de bezette gebieden. Het doet dat op twee verschillende manieren. Systematisch worden nieuwe kolonies ingeplant in bezet Oost-Jeruzalem en op de Westoever om het gebied volledig te ‘verjoodsen’, terwijl bestaande inplantingen worden vergroot en versterkt. Op de Palestijnen heeft dat naast de fysieke realiteit dat ze hun land steeds meer zien verschrompelen, ook een psychologische werking. Het is een uitnodiging om hun dromen op te geven. Voor hen is ‘de tweede Nakba’ bezig, de tweede Verdrijving, met een etnische zuivering en het roven van land. Dit gaat gepaard met raids van Joodse kolonisten die in de kolonies wonen, en de omliggende Palestijnse dorpen terroriseren, de boeren voor de oogst verjagen van hun akkers en olijfgaarden, bomen omhakken en vernielingen alom organiseren onder het beschermend oog van het leger. Geregeld vallen hierbij doden. Israëlische soldaten, grenspolitie en kolonisten zijn dan in de ogen van getergde Palestijnse verzetsgroepen logische en legitieme doelwitten. Daar vallen dan slachtoffers, die door Israël officieel of door kolonisten op eigen houtje worden gewroken met nachtelijke raids, executies van verdachte Palestijnen en militaire invallen. De laatste tijd stuitten die militaire raids op gewapend verzet. Zo in Jenin op 19 juni, toen er Israëlische Apache-helikopters aan te pas moesten komen om hun vastgelopen soldaten te ontzetten. Resultaat vijf dode Palestijnen voor een toch wel smadelijke aftocht.

In zes maanden waren er in de Westoever 140 Palestijnse doden gevallen, tegen 30 Israëli’s.

Vandaar de actie in Jenin eerder dit jaar. Om één uur ’s nachts viel Israël het kamp aan met drones en raketten. Honderden soldaten trokken binnen — uiteindelijk zouden het er duizend worden — en begonnen de klopjacht op militanten. Israëlische gepantserde bulldozers reden door huizen en trokken voren in straten om ambulances de doorgang te beletten. Alle uitgangen van het kamp werden afgesloten.  Van het Freedom Theatre bleef een puinhoop over. Traangas en wat losse munitie werden ziekenhuizen in geschoten. Het leger ontkende dat er inwoners uit het kamp werden verjaagd, hoewel er foto’s zijn van een massale uittocht. De Palestijnse Rode Halve Maan zegt 3000 mensen uit het kamp te hebben geëvacueerd. Later, woensdag en donderdag, begonnen zij terug te keren naar de resten van hun huizen. Het dodental leek zich uiteindelijk te stabiliseren op twaalf Palestijnse doden en 120 gewonden.

Israël verkoopt dit uiteraard als defensieve acties tegen ‘terroristen’. Men dient dit te interpreteren. Voor Israël zijn namelijk alle Palestijnen potentiële terroristen, en Palestijnen die zich effectief verzetten, — kinderen die met stenen gooien, pubers die met katapulten schieten, en al zeker losse militanten met geweren — zijn échte terroristen, en dus vogelvrij. Van enig recht op verzet, ook gewapend verzet, tegen een militaire bezetting, is in deze retoriek geen sprake.

Toch veranderde het schouwspel in Israël en Palestina vrij snel van karakter. De nieuwe regering trad aan in december vorig jaar. In dat jaar 2022 werden 146 Palestijnen vermoord. In 2023 volgens cijfers van UN OCHA 360 (eigenlijk 197 doden tot 6 oktober). Vaak wordt dit beschreven als ‘een spiraal van geweld’. Die begint ermee dat, na een periode van relatieve kalmte, Israëlische militairen of ‘speciale diensten’ in Palestina leiders van een verzetsgroep vermoorden omdat die Joodse Israëli’s dan wel militairen zouden hebben aangevallen of vermoord, of dat plannen. Dit kan gebeuren met drones of met een raid in welke Palestijnse stad dan ook, en meestal is er ook ‘collateral damage, dat zijn onschuldige slachtoffers in de omgeving. Een drone kan immers niet kiezen, en de soldaten schieten op alles wat beweegt. Als er dan genoeg zogenaamde ‘terroristen’ dood zijn, komt er een reactie — vaak wellicht een spontane — en vallen Palestijnen Joodse kolonisten of militairen aan, waarbij opnieuw doden vallen. De ratio hangt ongeveer op 1 dode Israëli voor 10 dode Palestijnen. Als dit eenmaal is gebeurd, en de publieke opinie in Israël goed opgezweept door de media, komt er weer een raid.

Een voorbeeld

– Op 26 januari 2023 vielen eenheden van het leger en de grenspolitie het vluchtelingenkamp van Jenin binnen. Ze waren op zoek naar drie leiders van de groep Islamitische Jihad, en wilden een ‘geplande terroristische aanslag’ verhinderen. De aanval eiste tien Palestijnse doden, wat hun aantal voor het jaar op 30 bracht, van wie 20 vermoord in Jenin.

– Op 27 januari werden zeven Joodse Israëli’s gedood door een Palestijn bij de synagoge in Neve Yaakov, een kolonistenwijk in bezet Oost Jeruzalem.

– Op 22 februari deed Israël bij dag een gecombineerde raid in Nabloes van bezettingsleger, grenspolitie en als religieuze Palestijnen verklede speciale eenheden, op het uur dat winkels en markten open gaan, met als resultaat een ware veldslag waarbij elf Palestijnse doden en 100 gewonden vielen, van wie zes kritiek. Weer ging het erom twee, of drie, Palestijnse verzetsleiders ‘op te pakken’, lees ‘uit te schakelen’.

Op zondag 26 februari schoot een Palestijn twee Joodse kolonisten dood bij Huwara, een stadje dichtbij Nabloes.

– Na zonsondergang werd Huwara vervolgens aangevallen door honderden Israëlische kolonisten die, beschermd en vaak ook geholpen door het leger, huizen en voertuigen in brand staken. Brandweerwagens werden in brand gestoken, ambulances aangevallen. Hoeveel méér dan honderd gewonden en doden daarbij vielen is niet duidelijk, omdat het leger de wegen naar Huwara blokkeerde en ambulances tegenhield. Tegelijk werden over heel de noordelijke Westoever stadjes door kolonisten aangevallen: Burin, Asira Qabliya, Beita, Beit Furiq en Za’atara in Zuid Nabloes.

De regering had overigens, op 12 februari, negen ‘wilde voorposten’ van kolonies in de Westoever gelegaliseerd, wat sinds 2012 niet meer was gebeurd. Dit is natuurlijk niet echt nieuw, maar het valt wel op dat alles nu veel openlijker gebeurde. Israël is bijna altijd zijn intenties voor de Westoever blijven verhullen: nu niet meer. Dat werpt meteen een hel licht op de zogenaamde ‘spiraal van geweld’ waarvan sprake is: die bestaat niet. Wat er is, is geweld, op veel manieren. Geweld dat er altijd op is gericht de Palestijnse bewoners uit hun land te verdrijven. Als die zich verzetten, dan heet het dat ze Israël aanvallen, en Israël, zal Washington dan zeggen, en de EU zal dat nazeggen, heeft dan het recht zich te verdedigen.

Wat Israël zelf betreft: daar dient men niet te veel oppositie te verwachten tegen deze politiek. Ten eerste omdat de Joods Israëlische bevolking die politiek al lang heeft geslikt en grotendeels ook verteerd. Palestijnen worden er niet meer gezien als een noodzakelijk kwaad maar als iets dat er niet hoort te zijn, dat moet verdwijnen, of dat nu op demografische, religieuze of gewoon racistische gronden, door gewoon pesten of met geweld gebeurt.

De oorlog in Oekraïne maakte dit alles grotendeels onzichtbaar: niemand vond nog tijd zich bezig te houden met dat Palestijns probleem dat al zo lang opgelost had moeten zijn. Dat kwam goed uit voor de Europeanen die hun hart hebben verpand aan de status quo, voor de Amerikanen waar niemand erop uit is zijn handen te branden aan dit hete hangijzer, voor het Israëlische militaire en inlichtingen-establishment dat nu dankzij de ultrareligieuzen in de legertop bijna alle macht in handen heeft, en voor Bibi die niet in het gevang zal gaan. De retoriek blijft immers dat Israël, zoals de Oekraïners, het recht heeft zich te verdedigen, terwijl het nota bene niet de Palestijnen zijn die Israël bezetten, maar juist Israël dat de Palestijnse gebieden bezet, en steeds meer.

Maar na de kolonistenaanval op Huwara konden Israëli’s zelfs op hun eigen nieuwsmedia horen dat het hier over een ware ‘pogrom’ ging. Dàt, alleszins, was nieuw.

In ‘Israël zelf’

Het begon op 7 januari, kort na de vorming op 29 december 2022 van de nieuwe regering onder premier Benyamin ‘Bibi’ Netanyahu, die hiermee begon aan zijn zesde ambtstermijn als eerste minister. De regering is, als resultaat van de zoveelste verkiezingen die door niemand werden gewonnen, samengeraapt rond het Likud-blok dat er als grootste uit kwam, door haar samenstelling uit zes partijen de meest rechtse uit de geschiedenis van de staat Israël, met ultranationalistische, racistische, ultra-religieuze en quasi fascistische partijen erin. (Het zijn deze lieden die in november 1995 premier Yitzhak Rabin lieten vermoorden omdat hij over vrede met de Palestijnen onderhandelde.) Hoewel die partijtjes maar weinig zetels inbrengen zijn ze nodig om een regering te kunnen vormen en daardoor hebben ze een overgrote invloed op het programma. Mèt hen heeft Netanyahu in de Knesset een meerderheid van 64 zetels op 120.

Voor veel Israëli’s heeft Bibi deze regering absoluut nodig omdat hij enkele processen tegen zich heeft lopen, onder meer voor corruptie, en hij, eenmaal premier af, zijn onschendbaarheid zou verliezen en wellicht zou worden veroordeeld. Hij kan dus niet — zelfs als hij dat zou willen — zijn been stijf houden tegen de eisen of de chantage van zijn extremistische coalitiepartners.

Prioritair in die eisen, naast meer faciliteiten voor de religieuzen en gunsten aan de kolonisten, zaken waar Israëli’s aan gewend zijn, is de aanval op de gerechtelijke instellingen van het land, met name op het hooggerechtshof. Het is de bedoeling het Supreme Court de macht te ontnemen rechters aan te stellen, en wetten die in de Knesset zijn aanvaard ongrondwettelijk of onredelijk te verklaren. Als deze grendels eenmaal zijn weggehaald, ligt de weg open voor een reeks andere wetten die het democratische en moderne dat Israël nog heeft in zijn instellingen en levenswijze tot op het bot zouden aantasten. Het geheel wordt door tegenstanders een gerechtelijke staatsgreep van uiterst rechts genoemd, en dit wordt ook zo aangevoeld door een zeer grote groep Israëli’s.

Voor Netanyahu, met 15 jaar de langst regerende premier van Israël, de doodgraver van de Oslo-akkoorden en de Twee Staten Regeling, de man onder wie de Israëlische politiek een nooit geziene en blijvende ruk naar rechts maakte, kan men redenen voor deze politieke opstelling bedenken. De eerste is dat hij waarschijnlijk niet anders meer kan. Hij moet ten koste van alles aan de macht kleven om uit de gevangenis te blijven, daarom heeft hij die regering nodig, en de extremistische partijen daarin kunnen hem moeiteloos vooruit jagen. Ten tweede komt de hervorming hemzelf goed komt uit: ze laat hem toe de rechters aan te stellen die over zijn proces beslissen. Een grote massa Israëli’s, die zich in de hele constructie van Bibi’s regeringsvorming en dito programma, de ‘gerechtelijke staatsgreep’, niet voelden geconsulteerd, vond het genoeg en kwam de straat op. Het begon zoals gezegd al gauw, op 7 januari, en het is, tot 7 oktober de nieuwe crisis bracht,  niet meer opgehouden. Deze gigantische betogingen waren een totaal nieuw gegeven. Door hun afmetingen, met geregeld honderdduizenden betogers, door het feit dat ze alle steden van Israël aandeden en niet alleen de ‘bubbel’ Tel Aviv, en door hun eensgezinde radicaliteit.

Na enkele weken bleek bovendien dat ook de IDF aangetast was, de Israeli Defense Force, het leger en de luchtmacht. Reserveofficieren van strategische onderdelen stelden in open brieven dat zij, als de aanval op hun ‘democratisch Israël’ werd voortgezet, niet meer zouden antwoorden op een oproep voor de dienst. Het leger, de IDF, is zowat de basis van Israël, het is de smeltkroes waar ongeveer àlle jongeren doorheen gaan en hun ‘nationale’ opvoeding, dan wel hun hersenspoeling krijgen. Als dit leger uit elkaar dreigt te vallen, is Israël in moeilijkheden. Op dat punt begon dan ook de regering uit elkaar te vallen. De episode waarin minister van Defensie Yoav Gallant vroeg om de ‘Hervormingen’ uit te stellen en prompt werd ontslagen, was illustratief voor de atmosfeer: de manifestaties verdubbelden, en Netanyahu zag zich genoodzaakt Gallant weer op te nemen, en de ‘hervorming’ een paar maanden op te schorten. Maar aangezien niemand Bibi nog vertrouwde bleven de betogingen onverminderd plaatsvinden. De scherpe politieke analist Adam Keller in Tel Aviv werd er haast optimist bij: ‘Opmerkelijk is dat we veel jongeren in die betogingen zien,’ zei hij, ‘zelfs hele blokken voetbalfans (vooral van de ‘linkse’ club Hapoel Tel Aviv). Met de slogan “Je hebt de verkeerde generatie gekozen!”.’ In en rond de IDF breidde het protest zich uit als een olievlek. Het zijn vooral de elitetroepen, gespecialiseerde eenheden zoals eenheid 8200 (cyber-intelligence) waar elke slimme Israëli wel bij zou willen (50 reserve-officieren), of Sayeret Matkal, het elitebataljon waarin Bibi Netanyahu zelf heeft gediend, of de marine-commando’s, of de honderden militaire artsen, of de 161 officieren van de luchtmacht, die de meeste aandacht kregen. Maar defensie- en inlichtingenspecialist Yossi Melman had het over duizenden gevallen, en schreef (in het dagblad Haaretz) van een ‘georganiseerde, volkomen terechte, militaire staatsgreep’.

Dat leger kreeg de afgelopen paar jaar overigens ernstige kritiek van Israëli’s, over de sterk afgenomen staat van paraatheid. De IDF richtte zich volgens hen enerzijds steeds meer op de geavanceerde IT- en spionage oorlogvoering met inlichtingen-specialisten aan computers, en niet op de meer aardse taken als klaar zijn voor het slagveld. Waar de gewone soldaten en reservisten toch op het terrein werden ingezet, was dat om de border police bij te staan bij het tiranniseren van Palestijnen op de Westoever en in Oost-Jeruzalem, en het beschermen van pogrom lopende kolonisten. Dit leger, zei men, zou een echte oorlog op het terrein, een veldslag, niet meer aankunnen. Argument te meer daarvoor was dat de IDF de laatste keer dat het een oorlogje had gevoerd, met name in Libanon, ernstige klappen had gekregen van de Hezbollah, toch maar een militie.

Het moment had nog meer in zijn korf. De Amerikaanse politiek is altijd blijven schipperen tussen zijn fundamenteel pro-Israëlische opstelling en half doordachte pogingen om als arbiter te kunnen optreden in het conflict. Onder president Donald Trump veranderde dit. Die dacht het Palestijnse aspect te kunnen negeren, en een definitieve ‘vrede’ te regelen rond Israël alleen, op basis van macht en economie. Joe Biden heeft de Midden-Oosten-politiek van Trump geërfd, te weten die van de ‘Abraham-akkoorden’, waarbij Israël vrede sluit met de omliggende Arabische landen, in de eerste plaats de Golfstaten. Hij probeert dus Israël te verzoenen met — lees, in een bondgenootschap te krijgen — Saoedi-Arabië, dat ook zelf op zoek is naar een ander gewicht in de wereld. In Amerikaanse ogen kan dat natuurlijk een prima oplossing lijken: als alle Arabische landen vrede sluiten met Israël is het probleem van het Midden-Oosten opgelost, en kan men zich aan economie en petroleumwinsten wijden. De Saoedi’s zouden in ruil voor vrede (die ze eigenlijk toch al hebben) technologie en wapens vragen, plus een kernreactor. Prima. Het punt dat Amerikaanse ogen ontgaat is het Palestijnse probleem. In deze politiek wordt alles vergrendeld rond Israël, en de Palestijnen blijven als nietigheden buiten in de regen staan, op de meest onbuigzame koloniale manier.  Op het oog een rationeel, pragmatisch plan van macht, maar in het Midden-Oosten, ondanks alle drukmiddelen, onwaarschijnlijk dat het kon lukken. Hamas heeft daarop echter niet willen wachten. Heel explosief heeft het aangetoond dat de Palestijnen er nog wèl zijn, hoe onsympathiek ook in de ogen van de VS en Israëls andere bondgenoten. Kan het zo de geplande akkoorden met de Saoedi’s onklaar maken? Veel hangt nu af van hoe ver Bibi Netanyahu en zijn generaals zullen gaan in de oorlog tegen Gaza. Zoiets kan tot oprispingen leiden in de Arabische en verdere Islamitische wereld.

7 Oktober: als Hamas uit Gaza losbreekt

De grootste verrassing is wellicht dat het als zo’n grote verrassing is gekomen. Alsof er voor de verbijsterende aanval op Israël, dat grote Israël, door die piepkleine Palestijnse Hamas geen aanwijsbare aanleiding was, en nauwelijks een voorgeschiedenis.

In de vroege ochtend van zaterdag 7 oktober vlogen de eerste raketten vanuit de Gaza Strook naar Israël, het begin van een bombardement dat 3.000 of meer raketten zou omvatten. Dit gebeurt periodiek al meer dan twintig jaar, en door de bank genomen waren dit slecht gemaakte en onnauwkeurige ondingen die zelden of nooit iets raken, en heel weinig slachtoffers maken, grotendeels omdat ze uit de lucht worden geschoten door het Iron Dome antiraketsysteem dat de VS aan Israël leverden. Maar de raketten bereiken al de buitenwijken van Tel Aviv of, zoals nu, de bossen bij Jeruzalem. 3.000 raketten is veel, en de vraag rees dan ook onmiddellijk waar de Hamas dat gerief vandaan heeft. En hoe het materiaal de hermetisch gesloten openlucht gevangenis die de Strook toch is, is binnengeraakt. Hoe dan ook was de beschieting nog maar het begin.

Twee uur later waren eenheden van de IDF verwikkeld in dodelijke gevechten met — volgens de IDF — wel honderden Palestijnse strijders, van Hamas, die de afsluiting van de Gaza Strook hadden doorbroken en Israël waren binnengevallen. Dit, nota bene, was op deze schaal niet meer gezien sinds de Yom Kippoer oorlog precies 50 jaar geleden, van 6 tot 24 oktober 1973. Reden om te denken dat het tijdstip van deze aanval van Hamas een referentie kan zijn naar die vorige oorlog, een halve eeuw geleden? Waarom ook niet.

Deze groepen guerrillastrijders — Israël noemt ze consequent terroristen, die het dan wel de oorlog verklaart — vielen omliggende stadjes en kibboetsen aan, namen leger- en politieposten in, veroverden een Israëlische tank met bemanning, ontketenden, blijkbaar in het wilde weg om zich heen schietend op mannen, vrouwen en kinderen, paniek, woede en algemene chaos waar zij kwamen en ver daarbuiten. Wat zij ook deden was Israëli’s gevangen nemen, soldaten en burgers dooreen, en meenemen terug naar de Strook. 242 gijzelaars (volgens IDF cijfers) zou Hamas op die manier in handen hebben. Natuurlijk stuurde de IDF troepen naar het zuiden, terwijl de Israëlische luchtmacht al vanaf zaterdagmiddag systematisch bezig was gebouwen en posities van Hamas in de Gaza Strook te bombarderen.

Ergens binnenvallen, hoe quasi onmogelijk dat ook is waar men het sterkste leger van het Midden-Oosten en ver daar buiten weet, en in het wilde weg beginnen te schieten op al wat beweegt tot men zelf wordt doodgeschoten, wat voor militaire strategie kan dat zijn? De Hamas-leiding weet beter dan wie ook dat dit conflict niet militair kan worden gewonnen, en al zeker niet door haar. Stukken Israël bezetten was er dus uiteraard niet bij. Waartoe dan het blijkbaar nutteloze wederzijdse bloedbad? Deze operatie moet maanden voorbereiding hebben gevergd. Al weken vroegen waarnemers aan de grens van Gaza zich af of Hamas een nieuwe, grote massabetoging aan het plannen was zoals enkele jaren geleden, en waarom ze daar dan ineens mee leek te stoppen.

Vooral, ook, omdat het moment op zich méér in zich droeg.

Op de Westoever neemt de druk van Israël, van de IDF, van de kolonisten, en van de politici die de regering bevolken, gestaag toe. Het plan is daar nu openlijk en onomwonden de grootste stukken van de Westoever te annexeren, evenals Oost-Jeruzalem. De ingangen voor de Gaza Strook bijvoorbeeld, waarlangs de Palestijnse arbeiders in Israël naar hun werk moeten, en waarlangs alle handel — groente, fruit, goederen —Palestina uit en in gaat, werden door Israël af en aan gesloten.

Bij dit alles kan men zich voorstellen dat de Hamas-leiding, die misschien toch al kon vrezen dat ze in de ogen van hun Palestijnse bevolking dezelfde kant op ging als de Fatah van Mahmoud Abbas, zich gedwongen voelde om toch iéts te doen, dat de Palestijnse nood aan vooruitgang weer onder internationale aandacht zou brengen. Dat is, zie de uitspraken van alle bondgenoten van Israël, in de EU, in de VS en in alle westerse staten afzonderlijk alsook van hun media, dus uitstekend gelukt.

Anderzijds lijkt het er op dat Hamas Netanyahu hier een onverhoopt cadeau heeft gegeven. Had hij niet te maken met een quasi opstandige Joodse oppositie binnen (en buiten, in de diaspora,) Israël? Honderden officieren van elite-eenheden van de IDF, piloten, spionnen, reservisten, ondertekenden verklaringen dat zij voor zo’n Israël als Bibi Netanyahu hen wilde voorschotelen, niet zouden komen dienen. Het leek er bijna op dat Bibi een oorlog nodig had om dit verdeelde land weer verenigd achter zich te krijgen. Die heeft hij dus nu opgediend gekregen door Hamas. Zeer snel is de zogenaamde oppositie met onder meer Benny Gantz toegetreden tot een ‘regering van nationale eenheid’, en werd Hamas de oorlog verklaard. De reservisten zijn braaf naar de kazerne gegaan voor de oorlog, de piloten vliegen naar Gaza, wat de betogers gaan doen blijft open.

Een ander aspect is, opnieuw, de onverwachtheid van de actie van Hamas. Hoe was het mogelijk dat een kleine organisatie in een door-en-door afgeluisterd, gemonitord, gecontroleerd stuk grond maanden lang een oorlog kan voorbereiden zonder dat de befaamde Israëlische diensten dat in de gaten hebben? En niet alleen de voorbereidingen,  de aanvoer van wapentuig, de opleiding van soldaten, en dan bovendien het begin van de actie zelf: de Israëlische diensten wisten van niets. Dàt ook zal een opdoffer zijn, op z’n minst voor het vertrouwen van de Israëli’s in hun strijdkrachten.

Het Israëlische ‘antwoord’ op de onbetamelijke raid op 7 oktober van Hamas, is zaterdag 28 oktober dan gestart met de gedeeltelijke invasie na verpletterende bombardementen. Met 300.000 opgeroepen reservisten en bij de grens samengepakt materieel was het grondoffensief voorbereid. Onder voortdurende bombardementen, terwijl de ongelukkige Gazanen naar het zuiden van de Strook werden gejaagd, bleef het dodental bleef stijgen. Een paar dagen nochtans bleef het mogelijk te blijven hopen op een kalmte in de storm Er was immers op een voor Israël wel verrassende manier een internationale reactie van massale afkeuring tot stand gekomen, en daaraan beantwoordend toegenomen druk op Israël om de bombardementen te stoppen en een staakt het vuren te aanvaarden. Dat die druk ook van met Israël bevriende mogendheden in de EU, in de Arabische wereld en zelfs en beetje in de VS kwam, zal de Israëlische oorlogsmachine niet hebben verwacht.

Maar in New York waren de onderhandelingen voor de stemming van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties nog bezig, over een oproep voor een Staakt-het-Vuren die met een grote meerderheid tegen veertien tegenstemmen, tegen de expliciete wens van Israël in, zou worden aangenomen (zelfs België stemde vóór de oproep), toen het grote bombarderen van Gaza en de inval op de grond begon. Israël heeft geen boodschap aan de wensen van de Verenigde Naties.

Misschien, evenwel, kan Benjamin Netanyahu aandacht hebben voor de zeker evenmin verwachte reactie van woedende Joden in de diaspora. Zij schrikten Washington D.C. op met een betoging in de hal van het Amerikaanse Congress. Zij hielden betogingen in het hol van de leeuw, New York City, in Londen en Parijs, en eisten dat Bibi zijn oorlog moest stoppen. Want veel Joden in de diaspora kunnen het niet verdragen, al lang niet en hoe langer hoe meer niet, dat hùn Israël zich gedraagt zoals de regimes waartegen hun ouders zich wilden beschutten door de ‘veilige haven’ Israël te bouwen. Maar voor de geëxalteerden in de regering van Israël zijn dit geen echte Joden. Echte Joden, voor hen, zijn in Israël.

De vraag is nu, wat de verdere bedoeling, wat de strategie van Israël kan zijn? Vanuit Israël hoorden we uit drie verschillende bronnen — de regering met haar ministers en premier Netanyahu, de tv en de andere nieuws- en propagandakanalen, de strategische think-tanks — dat deze oorlog Hamas moet en zal vernietigen, uitmoorden, en voor Gaza een nieuwe aanpak verschaffen naar de schepping van een definitieve regeling. Het klinkt bloeddorstig, definitief en onheilspellend genoeg, maar behalve dat uitmoorden, blijven de opties behoorlijk vaag.

Men kan zelfs denken dat tot op zekere hoogte de met veel overtuiging beloofde gruweldaden in de praktijk niet noodzakelijk uitvoerbaar zijn. Over het algemeen nochtans, lijken de meningen van de Israëlische strategen nogal eensluidend: de hele Gaza Strook moet worden heroverd. Daartoe worden de inwoners van Gaza Stad en de Strook vanuit de noordelijke helft naar het zuiden gejaagd. Aan de zuidgrens liggen de enige grensovergangen naar Egypte. Die zijn gesloten. Dit is de enige ontsnappingsroute uit Gaza die niét naar Israël leidt. Daarom kregen Palestijnen in Gaza oproepen van de IDF om hun woningen te verlaten en naar het zuiden te vluchten. Het voorspelbare resultaat daarvan is dat om en bij de 2,2 miljoen mensen worden samengepakt in het zuidelijkste stuk van de Gaza Strook. Israël zou dan trachten Egypte zo ver te krijgen dat het die vluchtelingen binnenlaat en, bij voorbeeld, twee miljoen mensen in vluchtelingenkampen in de Sinai zou onderbrengen. Tenten zijn al voorzien. Dit zou, in Israëlische ogen, het ‘menselijke gezicht’ zijn van de Tweede Nakba, of de Transfer van Palestijnen. Maar het is bekend dat Egypte die optie weigert, en de vluchtelingen uit Gaza niet binnenlaat. Ook de koning van Jordanië heeft al laten weten dat hij dit zou weigeren.

Het logische vervolg voor Israël zou dan zijn dat het blijft bombarderen, ook de zuidelijke helft van de Strook dus. Want ook tot eliminatie van alle Gaza-Palestijnen, tot genocide dus of op z’n minst etnische zuivering, wordt opgeroepen in Israël. Die oproep komt niet alleen uit de marge, wat niet nalaat veel Israëlische Joden te alarmeren, en wordt geschraagd op bijna systematische referenties naar de Holocaust, en naar Palestijnen als ‘menselijke beesten’.

Het is wellicht in deze logica dat de bedreiging van het Al-Shifa ziekenhuis in Gaza te situeren is. Shifa Hospital is het grootste en modernste ziekenhuis in de Gaza Strook. Het is nu ook een plek waar tienduizenden uit hun huis verjaagde Gazanen naartoe zijn gevlucht. Nu liet de IDF weten dat ze onder Shifa Hospital Hamas hoofdkwartieren vermoedt (wat de Palestijnen ontkennen), en dat ze die dus zal bombarderen. Gaza wordt aangemaand om Al-Shifa te ontruimen en met al die patiënten en hun gevolg naar het zuiden te evacueren. Alleen zou dit, zelfs zonder de voortdurende bombardementen en oorlogshandelingen en het binnenrukkende Israëlische offensief, onmogelijk zijn.

Waar zijn die bombardementen voor nodig?  Simpel: de 16 jaar durende blokkade van Gaza, waarin de gewoonte ontstond dat alles van enige waarde wat de Gazanen er opbouwden, door de Israëli’s werd stukgeschoten, bracht met zich mee dat ze ondergronds gingen bouwen, en een immens netwerk van tunnels hebben gegraven waarin al wat belangrijk is, verborgen bleef voor de drones boven. Ze hadden er zestien jaar de tijd voor. Nu moet de luchtmacht die tunnels bombarderen, zodat de soldaten er geredelijk kunnen binnen trekken, en eventueel naar de gijzelaars zoeken. Want intussen blijft het zeer menselijke probleem van de gijzelaars onopgelost. De 242 mensen, niet allen Israëli’s, die op 7 oktober door Hamas tijdens hun raid werden gevangen en meegevoerd. Natuurlijk zijn daarover onderhandelingen aan de gang tussen Israël en Hamas, maar men kan zich voorstellen dat Hamas (die aanvankelijk in ruil de vrijlating vroeg van alle 5000 Palestijnse gevangenen in Israël), even goed als de Israëlische generale staf, wacht op resultaten van de IDF-invasie alvorens aan al te grote toegevingen te denken. In afwachting hopen de gijzelaars en hun ongelukkige familieleden dat de bommen van de IDF hùn schuilplaats niet zullen vinden.

Het is de openlijke bloeddorst van de Israëlische regering, het spektakel van Netanyahu die de wandaden van Hamas wil wreken op een onmachtige burgerbevolking bijeengepakt op een paar vierkante kilometers — en dit met bombardementen die binnen zijn regering zelf worden vergeleken met die op Hiroshima en Nagasaki — die de aanvankelijk algemene sympathie voor Israël hebben doen afkalven. VS president Biden roept intussen al op voor een ‘pauze’ in de oorlog. Ook de slippendragers van Israël in de grote media beginnen bedenkingen te formuleren. Toch is de oorlog nog lang niet voorbij. Het bloedigste — voor Israël — moet misschien nog komen, onder de grond.

Een toekomst gezocht voor (een leeg?) Gaza

Als Israël deze acties en intenties met succes zou voltooien, hoe zou het dan verder moeten? Israël zal heersen dan over de al dan niet platgebombardeerde, al dan niet van Palestijnen ‘gezuiverde’ Gaza Strook. Wat zal het er mee doen? Er zou een tendens zijn in de regering om niét te proberen Gaza zelf te beheren. Ideeën worden geopperd (in die Think tanks) om internationaal een nieuwe consensus te zoeken over een nieuw statuut voor de Strook — sommigen zeggen dan, vooraleer ze weer te integreren onder de Palestijnse Autoriteit. Men zal moeten zien, want zover is het dus nog niet: één moeilijkheid lijkt te zijn dat Gaza nog steeds een deel is van de Palestijnse staat-in-wording, onder de PA dus. Een tweede moeilijkheid lijkt dat de PA in Ramallah weinig zin zal hebben om Gaza nu te gaan beheren voor rekening van de Israëli’s. Mohammed Shtayyeh, de Palestijnse eerste minister, verklaarde aan de Britse krant The Guardian dat de PA niet zal meewerken aan een regeling die geen deel is van een algemeen vredesakkoord voor heel Palestina, dat wil zeggen, zonder vredesregeling die ook de Westoever en Oost-Jeruzalem omvat. En de derde moeilijkheid lijkt internationaal: Egypte heeft historisch zijn zeg te doen over Gaza. De hele Arabische wereld lijkt nu geschokt door wat er in Israël en Palestina gebeurt, en kandidaat te zijn om mee te werken aan een oplossing voor Palestina, te praten met de Palestijnen van de PA en van de andere groepen, al was het maar, zei Stayyeh, omdat ze hun buik vol hebben van die Palestijnen, en een degelijke vredesregeling de enige manier lijkt om van hen af te raken.  Dan, zal men horen zeggen,  zal het aan de buitenlandse machten zijn om dit mogelijk te maken, via de nodige druk op Israël: aan de VS, de EU of afzonderlijke Europese landen omdat die het toch nooit eens kunnen worden over Palestina. Dit alles is al eerder gezegd, maar zelden was de dreiging van een algemene catastrofe zo groot.

Internationaal

Het gevaar van een uitbreiding van de oorlog is niet denkbeeldig. Beginnen we met een taalkundig-politieke correctie:  het algemene spraakgebruik wil nu, in navolging van het Israëlische voorbeeld, dat men spreekt van een oorlog tussen Israël en Hamas, hoewel moeilijk te verdedigen valt dat die 2,2 miljoen Gazanen allemaal aanhangers van Hamas zijn. In werkelijkheid is het natuurlijk een oorlog van Israël tegen de Palestijnen. Het ‘de oorlog tegen Hamas’ noemen, is een manier om niet van Palestijnen te hoeven spreken. Het is nodig dit op te merken, omdat de gehele Arabische en moslimwereld dat zo aanvoelt, en daarop reageert.

Als Israël op een al te éclatante manier te ver gaat (neem maar Al-Shifa Hospital, dat verleidelijk kan zijn) is het mogelijk dat aan zijn noordgrens in Libanon Hezbollah Israël begint te beschieten. Netanyahu heeft met het oog daarop al tientallen dorpen in het noorden van het land doen evacueren. In dat geval zal Israël terugschieten. Zal dat bij Hezbollah stoppen of verder in Libanon gaan? Zal Iran, toch een soort peetvader van Hezbollah, dan de aandrang kunnen weerstaan iets terug te doen? Of, eerder, zal Israël, of zullen de VS, toch de peetvader van Israël, van de gelegenheid gebruik maken om, preventief misschien, meteen Iran aan te pakken? En als het eenmaal zo ver komt, hoe zou het verder gaan, en wie zou het tegen kunnen houden? Niemand wil deze oorlog, zo blijkt, ook de Amerikanen willen dit afremmen. Zelfs de chef van de Libanese Hezbollah, Hassan Nasrallah, lijkt de boot te willen afhouden. Die wens is nochtans niet voldoende om zo’n oorlog tegen te houden. Vandaar de noodzaak van diplomatieke druk uit, zie boven, de EU en de VS.

In Palestina zelf is intussen de gestage ontruiming van de Westoever door raids van IDF en pogroms van — door de IDF beschermde — Joodse kolonisten in een hogere versnelling gegaan. Het vluchtelingenkamp van de noordelijke stad Jenin is gebombardeerd. In de voorbije drie weken telde de Palestijnse Autoriteit 110 doden in de Westoever. Ook hier is het de klaarblijkelijke bedoeling zoveel mogelijk mensen uit het land te verplaatsen — in dit geval naar Jordanië —, en de overblijvenden in steeds kleinere kringen op te sluiten.

Zou Gaza leeg lopen, en dan niet naar de Westoever, dan zou voor Israël de klus van het Transfer bijna zijn geklaard, en de zionistische droom werkelijkheid worden: Palestina Israël van de Jordaan tot aan de zee, zonder Palestijnen erin. En als kers op de taart, aangezien er dan van een Palestijnse staat toch geen sprake meer zou zijn, de enorme gasbel voor de kust van wat vroeger Gaza was, en die Israël dan met niemand meer zou hoeven te delen.

Dit is, in een paar lijnen, het beeld waar de Arabische landen niet mee kunnen leven. Zij kunnen aan hun bevolking immers niet verkopen dat ze hun Palestijnse broeders hebben verkocht, hoezeer ze er ook van af wilden, en hoe aanlokkelijk de financiële en economische dividenden van een samenwerking met Washington en Israël ook mogen schitteren.

 

 

Sus Van Elzen (°1945 Berchem, Antwerpen) studeerde Letteren en Wijsbegeerte, en Germaanse Filologie aan de UGent. Vanaf september 1973 was hij werkzaam als full time journalist bij Knack, vanaf 1979 verantwoordelijk voor de internationale rubriek. Hij schreef twee boeken over het Israëlisch-Palestijns conflict: Zand erover (over het vredesproces) en De zigzagmuur: Israël en Palestina tussen twee staten.