Frank Saenen*

 

Zoals elke ochtend stapte ik weer op de fiets, op weg naar het werk, zo’n kleine 10 kilometer van huis. Eerst door het eigen dorp (dat op deze pagina’s ooit figureerde als illustratie van een storend heterogeen woningbouwbeleid), door een park, tot uiteindelijk aan de school waar ik les geef. Zo’n dagelijkse op en neer, en op en neer kan heel routineus worden, een traject dat je nog zoveel honderden keer zal moeten doen.  De keerzijde van deze sleur, is dat je je het afgelegde traject stilaan steeds meer eigen begint te maken. Banale veranderingen in het vertrouwde traject vallen jou als  routiné sneller op dan de toevallige passant, de omgeving dringt meer binnen, de dagelijkse tocht wordt zo een fenomenologisch verschijnsel. En het is het stukje ‘park’ dat me zo al een tijdje bezig houdt, elke dag opnieuw tijdens het passeren ervan.

Het is een groene long aan de rand van de middelgrote stad, een publiekslieveling in de ruime omgeving. Al een hele poos ondergaat dat park druppelsgewijs een metamorfose die bij veel buurtbewoners en bezoekers bewondering opwekt. Een mooie speeltuin, een verkeers-fietstuin voor de kinderen (met échte verkeersborden en stoplichten!), een rozentuin,  een sprookjeshuis, een kinderboerderij, een doolhof, een minigolfbaan, een openluchttheater, maken van dat park een levendige plek met veel sociale activiteit. Een zegen in een  buurt waarin veel mensen nauwelijks over een balkon beschikken om de woonkamer even te verlaten. Maar het zijn vooral de prachtige plantencollecties, met veel unieke azalea- en andere bloemen waardoor dit park steeds bekender lijkt te worden. Niet zo lang geleden won dit park een Green Flag, een wimpel met internationaal prestige in de parkenwereld. Het beheer van zo’n  park, het groenonderhoud, opzichters tegen diefstal en vandalisme, … er zal flink wat management bij komen kijken.

Misschien verdwijnt zo steeds meer het deel van het park dat ongemanaged is. De vrije wei, waar ieder zijn eigen versie van een déjéuner sur l’herbe kan organiseren. Waar het spontane wedstrijdje voetbal instant van start kan, zonder dat je, om het veld te mogen betreden,  een lidkaart moet hebben van een voetbalclub. Voetbal, misschien wel de enige uitlaatklep voor de als illegaal bestempelde buurtbewoners die in de loop van de dag in het verborgene in hun schuilhol-appartement moeten blijven, maar bij valavond naar de vrije wei durven trekken om er met vier truien twee goals te maken, waarna het spelplezier kan beginnen. De vrije wei als een hedendaagse versie van de historische commons, gemeenschappelijk land dat niet in handen van een privéeigenaar is. De vrijplaats waar je net iets minder in goeie banen geleid wordt door het parkmanagement. Waar groepjes jongere en oudere mensen ietwat samenzweerderig de wereld verteren. Een torteltuin, dat kleine hoekje ongemanaged groen waar Annie M.G. Schmidt haar Pluk van de Petteflet samen met de door een betonboer bedreigde dieren liet vergaderen om in actie te schieten tegen nakende groenvernietiging. Een ruimte om  het waardevolle leven er iets minder weerloos te maken.  Maar kan onze hypergeorganiseerde samenleving  nog wel zo’n anarchistische hoekjes aan? Het ongemak waarmee de autoriteiten reageren op de recente raves, de niet officieel georganiseerde (en dus niet officieel toegelaten) dansfeesten  in onder andere Nederland, België en Frankrijk, is veelzeggend. De overgereguleerde samenleving weet zich geen raad met het niet-officieel bestaande.

Ik ben het park alweer uitgereden. Ik kom op school aan. Een fijne werkplek waar een handvol collega’s samen met wat leerlingen al lang een vrije muur vragen, waarop een groepje creatieve en soms virtuoze graffiti-artiesten in de vrije momenten het beste van zichzelf zouden kunnen geven. Hun vraag blijft natuurlijk onbeantwoord. Hoeveel niet-controleerbare boodschappen zou zo’n muur wel niet kunnen bevatten. Wie weet hoeveel opruiende en gezagsondermijnende dingen er niet in verstopt zitten, zaken waar de school geen grip op kan krijgen. Te mijden dus.

De school moet, met Pink Floyd, de kids niet helemaal alone laten. Maar misschien soms toch ook een beetje wel…