Begin september 2018 deden filosofiehuis Het zoekend hert * The searching deer en cultureel maatschappelijk tijdschrift Streven een speciale oproep, omdat wij samen op zoek wilden gaan naar jonge en diverse stemmen die op literaire of poëtische wijze filosofisch kunnen reflecteren. Elf jonge schrijvers werden geselecteerd en Sanne Huysmans, jongste teamlid van Het zoekend hert, werd gevraagd om als twaalfde maar eerste een algemene intro te schrijven. Wij noemden deze creatieve denkers en schrijvers ‘De Tegenhangers’ omdat we van hen nieuwe, aparte, eventueel eigenzinnige perspectieven verwachtten. De opdracht aan de geselecteerde auteurs was en is bovendien expliciet dat zij elk reflecteren over een van de lezingen in het filosofische programma ‘Denkers van de intieme inkeer. Over het verlangen naar verstilling’ van Het zoekend hert (zie: www.hetzoekendhert.be). De teksten verschijnen, voorzien van een samenvatting van de lezingen waar zij een link mee hebben, gaandeweg ook hier op de deze site. Dit is Tegenhanger #7, Mira Aluç. Zij reageert met dit stuk op een lezing van Inigo Bocken over Jacob Boehme. Veel leesplezier!

Mira Aluç*

De deur klikt een bekend geklik. De sleutel wordt tegen de klok in gedraaid en het mechanisme reageert met een routineuze opeenvolging van geluiden. Ik ken dit geluid. Dit geluid heb ik al eens eerder gehoord. Gisteren nog, en ook de dag daarvoor. Elke nacht, sinds bijna twee jaar. Hoe dicht de muren van mij af staan, herken ik ook. Ik voel hoe mijn eigen lichaamswarmte wordt teruggekaatst door de muren en hoe dichtbij die zijn.

Ik ga rechtop zitten en knijp met mijn oogleden voordat ik ze open. Ik verwacht een donkere kamer te zien, maar het lampje naast mij brandt nog. Ik ben in slaap gevallen met het licht aan. Van de voordeur af hoor ik voetstappen, eerst dichterbij komend, dan verder weg. Het geluid van een televisie ter afsluiting. Op het aangelaten lampje na niets dat anders was dan gisterennacht. Snel knip ik de schakelaar uit, omdat ik me schaam dat ik dronken in slaap ben gevallen en het lampje ben vergeten.

Ik merk dat het bed waarin ik lig anders staat. Een kwartslag gedraaid in de richting van het raam. Het is kleiner, het is bedoeld voor één persoon. Net voordat er geen licht meer is, realiseer ik me dat de lamp ook niet het bedlampje is dat normaal naast mijn bed staat. Mijn ogen wennen aan het donker. Ik zie dat het lampje op een kleine tafel staat die ik niet ken. Alleen de aanblik van de kamerdeur en de geluiden van de televisie zijn hetzelfde als normaal.

En ik voel dan de gelatenheid van het geleefde. Ik ben ouder dan ik dacht te zijn. Ouder dan de gemoedstoestand waarin ik gisteren verkeerde, toen de kamer nog normaal was. Met mijn eigen bed en mijn eigen ladekast en bedlamp. Ik woon hier niet meer. Het bed waarover ik vertel staat ergens anders. Dit is mijn kamer geweest, ooit. Maar hier staan niet meer mijn spullen. Ik dacht dat ik 16 was, ik dacht dat ik morgen naar school moest, ik dacht aan de was die ik morgenochtend moest ophangen. Ik ben weggegaan, maar elke nacht is doorgegaan.

Nachtschade

Het begin van de filosofie als een verlangen om de wereld te begrijpen, was als het ontwaken in het donker. Als niet-weten waar je bent, maar dankzij wennende ogen toch enig idee hebben van de contouren in verschillende vlakken van zwart fluweel. Op de tast uitmaken of een vlak hoeken heeft of een helling een roze kleur. Helaas is het donker gebleven en kan je niet horen wat je voelt of proeven wat je ziet. Daarom is Thales in de put gevallen. Niet omdat hij bezig was met grote zaken boven de aarde, maar omdat hij de aarde en stenen onder zijn voeten niet kon zien. Misschien kunnen we stellen dat elke filosofie begint met melancholie na een ontwaken in het donker. Een treuren om het onvervulde verlangen alles te begrijpen. Een kater na een avond die beter had kunnen zijn.

Wie heeft beweerd dat verwondering positief is? Dat verwondering voortkomt uit een eerbiedige bewondering voor de wereld zoals we die zien? Dat we het binnenste van rozenknoppen willen kennen, omdat we rozen mooi vinden? Kan het niet zijn dat we gewoonweg niet begrijpen waarom rozen mooier zijn dan distels? Het binnenste van de knoppen lijkt er toch hetzelfde uit te zien? De verwondering over de wereld waarin we wakker werden, kwam niet uit de ervaring van schoonheid, maar uit het besef dat alles zo snel lelijk kan worden. Dat rozen uiteindelijk altijd sneller vergaan dan distels.

Nataliteit

Beginnen. Be-ginnen. Te ginnen. Te gaan. Hannah zei dat we er niets aan konden doen dat we geboren werden, maar dat het de tweede keer is die telt. Dat de eerste keer niet telt, omdat je dan enkel je lichaam krijgt. Pas bij de tweede geboorte krijg je jezelf en kan je beginnen en gaan. Dat je ‘ja’ kan fluisteren waar je aanvankelijk ‘nee’ hebt geroepen. Nee, ‘krijgen’ was niet het juiste woord. Hannah zei dat het een starten van jezelf is dat niet verwacht kan worden. Niet te verwachten zoals regen dat is, maar onverwacht als het werkelijke moment van in slaap vallen. Slapen is niet het einde van een dag. Slapen is de uiting van de drang een nieuw begin te maken in de wereld waarin we zijn geboren. Geboren worden leek vanzelfsprekend, want je kon er niets aan doen. Jezelf starten was dat niet. Als jezelf starten vanzelfsprekend was, was het misschien niet zo gemakkelijk om ongelukkig te zijn. ‘Wees verassend onverwacht als de wereld doordringt,’ zei Hannah. ‘Elke keuze is een klein wonder.’

Vergeving

Tegen alle eenrichtingswegen van het leven in, is er vrijspraak. Vrijspraak van de richting die niet de juiste bleek te zijn. De mechanische stem van een navigatiesysteem op de achtergrond die vraagt om te keren. Gratie is slechts een opheffing om te gaan. De andere kant op gaan. In tegengestelde richting het fietspad op de leien gebruiken. Gratie – om gelijk te krijgen als een automobilist in een rode Renault Twingo denkt dat je verkeerd fietst. Schreeuwen tegen veiligheidsglas. Kwijtschelding, want de woorden komen niet aan en raken kwijt. Elk proces-verbaal is niet meer dan een welles-nietesverhaal. Een politiebureau, een kleuterklas met gummiknuppels.

In het omschakelen van een lichtknopje moet er stroom overblijven die tussen de schakelaar en de fitting beweegt. Deze reststroom moet opgebruikt worden of wegvloeien. Zit er tijd tussen de schakelaar en het doven van de lamp? Als het zo is dat de lamp later dooft dan het moment van omschakelen, is deze de laatste bestemming van de reststroom. Als de lamp op hetzelfde moment dooft als het omschakelen van de schakelaar, valt de stroom weg. Gewoon, verloren, vergeven, weg.

Te vergeven, om alles wat wonder was te herwonderen. Voor alles dat ’s nachts ging slapen en ’s nachts ging etteren. Voor al de zwarte gal die ’s nachts wordt opgehoest.