Harold Polis*

Konden we maar doen alsof onze neus bloedt. Helaas. Of het nu gaat om migratie, klimaatopwarming, vergrijzing, de slabakkende economie of ons ongepaste calorieverbruik: wij hebben het gedaan. Of beter: wij moeten beslissen wat te doen. Moeten we ondergaan en braaf slikken wat anderen ons opdragen? Of zullen we zelf beslissen? Die verantwoordelijkheid jaagt ons de stuipen op het lijf, want onze persoonlijke plichten zijn al groot. Het wordt van ons verwacht dat we feilloos gelukkig zijn, succesvol, welvarend en gezond. En daar komen nog de grote vragen van onze tijd bij. En nu diep ademhalen.

Als we de ervaringen van onze voorgangers zouden kunnen oproepen, dan zouden we voelen dat onze verwarring legitiem is, en niet uitzonderlijk. Wij, westerlingen, leven al heel lang in de moderniteit. Dat betekent zowel enorme kansen en vooruitgang als intense vervreemding, een verlies van ijkpunten en chaos. Elke generatie reageert anders op die dubbelzinnigheid en vergeet de ervaringen van de voorgangers. In ons geval kampen we met een dominant conformisme dat weinig ruimte laat voor mislukkingen, afwijkingen en onzekerheid. Nochtans blijven we als mens fundamenteel onaf en eindig, ontstaat welvaart door te ondernemen, verwerven we kennis niet vanzelf en is onze pacificatiedemocratie hard werken. Dat alles is rommelig en vervelend, en doet sommigen verlangen naar autoriteit: leiders met charisma, Chinese volgzaamheid en Italiaanse treinen (want die reden onder Mussolini op tijd). En dan is er ook nog België (of nog erger, Brussel). Arend Lijphart zou er een consociationalistische snoepkast in herkennen. Anderen vinden het onecht of overbodig. Waarom kan dat allemaal niet eenvoudiger? Als we nu gewoon vergeten dat we een geschiedenis hebben, feiten (fake), een geografie (beton!), instellingen (‘de vod’), mores (vervelend), mensen (inwisselbaar), afwijkende meningen (cultuurmarxisten). Weg ermee en we bestellen gewoon een nieuwe wereld bij bol.com, ‘de winkel van ons allemaal’. Gratis thuisgeleverd, geniaal plan. Die deplorabele vorm van conservatisme is vandaag vaak ons deel: een kakafonie van reactionaire wanklanken, historische leugens en magisch denken. Dit hoeven we toch niet te aanvaarden?

Er zijn, om in de retoriek van ‘de waarheid’ te blijven, heel veel dingen die verdampen. België uiteraard, maar ook Vlaanderen, Europa, de ideeën van de Verlichting, alle ideologieën, het christendom, werkzekerheid, opgelegde solidariteit. We krijgen er nieuwe vormen van realisme voor in de plaats (eco-, euro- en verlichtingsrealisme, of nog erger: cultuurchristendom). Dit realisme laat zich als relativisme lezen. Het is een vorm van (politieke) newspeak die ons in slaap sust, zodat we efficiënter te manipuleren zijn. Of het gaat om neologismen die domweg moeten verdoezelen dat men eigenlijk ook niet meer weet hoe het verder moet. Het is minstens even populair om redeneringen, concepten en inzichten om te keren, zodat geen enkele betekenis nog vastligt en alles een nihilistisch spel om macht en invloed wordt – de satirische biopic Vice (2018) van Adam McKay zou zich in elke democratie kunnen afspelen. Debatfiches vervangen dan kritisch denken. In plaats van gedachten uit te wisselen en te luisteren naar elkaar, wordt er extern en intern gecommuniceerd, vaak op theatrale wijze. De communicatie verloopt bij voorkeur gestroomlijnd, geheel in lijn met de commerciële marketing voor om het even welk product.

Mensen hebben dat door. Als hedendaagse consumenten hebben we een enorm scherp afgestelde bullshitmeter. In die omstandigheden is het niet vreemd dat wij als kiezers geen vertrouwen meer hebben in politici. Verkiezingen worden daardoor een roetsjbaan. Partijen worden in zichzelf gekeerde, op machtsbehoud gerichte organisaties – zeker in België, waar je eigenlijk alleen maar kleine partijen hebt. Uiteraard kunnen we dit niveau overstijgen en werkbare compromissen sluiten – zelfs in een fundamenteel ondemocratische particratie lukt dat. Als het werkbare compromis echter niet wordt bereikt, dan wordt de sfeer hoogst onaangenaam en neemt het heilloze verlangen naar een radicale eindoplossing weer toe.

We hoeven echter niet volledig te radicaliseren. Foert zeggen lucht uiteraard op. Het is iedereen gegund. En vervolgens kunnen we onze verbeelding, onze kennis en ons gezond verstand inzetten om het algemeen belang te herontdekken. Het is bijvoorbeeld niet aanvaardbaar dat zoveel Europeanen zich, om zeer uiteenlopende redenen, buitengesloten voelen. We moeten het mogelijk maken dat ze weer aansluiting vinden bij elkaar en dus bij het compromis. Dat doen we door de welvaartsstaat en de liberale democratie te hervormen: meer inspraak, meer economische kansen, meer positieve perspectieven. In plaats van empathie te voelen voor extremisten en radicale noodoplossingen als onvermijdelijke ontwikkelingen te slikken, kunnen we ook de nuchtere waarheid zoeken, de wetenschap volgen en concrete plannen uitwerken voor meer rechtvaardigheid, meer sociale inclusie en een vrije markt die het goede leven mogelijk maakt. In plaats van ideologische stugheid en magisch denken, hebben we onderscheidingsvermogen, maatschappelijke en economische souplesse nodig.

Europa is gebouwd op oorlogsruïnes. Ergens diep onder het puin van de wereldoorlogen ligt ook het gruis van de reformatie en de daaropvolgende Tachtigjarige Oorlog, die in onze streken op veler verzoek wat langer duurde. De orgie van geweld dat toen Europa ontwrichtte, verplichtte mensen ertoe zich een andere wereld in te beelden. Voor Descartes en zijn tijdgenoten vormde wetenschap de taal waarmee het verleden werd bedwongen. Ook na de Eerste Wereldoorlog was er een generatie die alles opnieuw bedacht: van Karl Barth of Martin Heidegger tot Jacques Maritain of Ludwig von Mises. Na de Tweede Wereldoorlog bouwden we de Europese Unie op. Vandaag, dertig jaar na de Val van de Muur en op het einde van de naoorlogse globalisering aanbeland, komen we weer op een kantelpunt. Wat verwachten we van onze wereld? We zoeken antwoorden zonder onszelf te verloochenen. Zo kan er geen sprake van zijn om te gedogen dat er in Europa nieuwe tweederangsburgers worden gecreëerd, net zomin als het acceptabel is om de socio-economische achterstelling van Europese burgers te laten escaleren. En waarom zouden we aanvaarden dat solidariteit niet meer tot onze beschaving zou behoren, of een volwassen en respectvolle manier van samenwerken en van mening verschillen?

We moeten onze plaats in de wereld opnieuw bepalen. Terwijl er zich een instabiele multipolaire economie vormt, kampen wij met lage groei en hoge schulden. De (gepercipieerde) gevolgen van globalisering zijn hete politieke hangijzers geworden: inkomensongelijkheid, het schurkengedrag van multinationals of het ontstaan van ongrijpbare globale productielijnen. Ook een aantal illusies speelt ons parten, zoals het geloof dat het afgelopen is met Europa, nationalisme dat zichzelf (en vooral zijn eigen aanhangers) als doel beschouwt of het oppoken van zinloze culture wars. Het zijn omstandigheden die onvermijdelijk lijken en tot rampen kunnen leiden, zoals bij de Brexit. Maar de wereld gaat niet naar de knoppen en kent geen voorspelbare loop. Zo makkelijk gaat het niet. Gelukkig.

We hebben kennis, talent en middelen genoeg om alternatieven te ontwikkelen die onze onvolmaakte, want immer veranderende samenleving dienen. Wij zullen dat doen als vrije burgers in een open economie, als zelfbewuste, redelijke mensen die hun geschiedenis kennen en ergens thuishoren niet verwarren met nativisme. Andere delen van de wereld zullen die vrijheid willen inruilen voor een strengere staat of zullen juist in opstand komen tegen de Leviathan. Om die reden is een stevige Europese organisatie nodig, die we vandaag vooral vanuit de natiestaat zullen aansturen. Het trage, maar noodzakelijke corrigeren van het onevenwicht in de Europese Unie, het uitwerken van Europese solidariteitsmechanismen en het invullen van Europese sociale rechten als aanvulling van de eenheidsmarkt zullen het werk van een generatie zijn. Belgen en Vlamingen zouden er goed aan doen om voluit de Europese samenwerking na te streven. Het is de enige manier om onze toekomst in eigen handen te houden.

Technocraten die de samenleving uitsluitend benaderen vanuit een Excelblad hebben niet meer het laatste woord. We zijn zo succesvol geweest dat we vergeten waarom we in een democratie leven. Echte politiek gaat om het vinden van een alternatief dat mensen met andere meningen samenbrengt, dus ook burgers die zich het slachtoffer voelen van het succes van anderen. De radicale vrijmaking van de markt, met Thatcher als heraut, heeft niet de vereiste resultaten opgeleverd, zodat de crisis van 2007 niet alleen een economische, maar ook een ideologische schok is geweest. Nadien kwam alles samen: stagnerende inkomens, migratie, een gebrekkige sociale mobiliteit, de neergang van de maatschappelijke elites, de dreiging van een plutocratie en een toxisch (sociale) mediaklimaat. In het Westen brokkelt de middenklasse af en verdwijnen haar politieke vertegenwoordigers. Nogal wat leden van de klassieke middenpartijen zakken weg in het moeras van de rechtse, op identiteit en migratie gerichte angst. Velen klampen zich vast aan een kleurloos reformistisch eenheidsdenken dat de diepe sporen vertoont van bestuursmoeheid. Het virus van de derde weg heeft iedereen aangetast: alle ideologische veren zijn afgeschud.

Je kan die omwentelingen ook positief benaderen. Omdat Europa als project bestaat, kunnen we globale uitdagingen als vergrijzing en klimaatverandering beter en menselijker aanpakken. Omdat we er ons nu scherp bewust van zijn dat migratie een deel uitmaakt van onze werkelijkheid, kunnen we migratie met open vizier benoemen, begrijpen en beheren. Omdat we de gevolgen van de globalisering hebben gevoeld, kunnen we op een veel minder naïeve manier dan in het verleden haar kansen benutten en onze bevolking beschermen tegen de excessen ervan. Het trage einde van klassieke middenpartijen biedt in dat opzicht een enorme kans. Er is wel degelijk ruimte voor en nood aan een nieuw politiek aanbod: een politieke beweging die een humaan, vooruitstrevend, sociaal en ambitieus toekomstplan opbouwt voor ons land in Europa.

Overal in Europa hebben de afgelopen jaren politieke schermutselingen en opstanden de macht van de klassieke politieke families gedecimeerd. Naarmate het midden kromp, nam ook de ruimte voor compromissen af, wat op zijn beurt stilstand bevorderde en extremen meer armslag gaf. Die ontwikkeling kan je op uiteenlopende manieren lezen. Belangrijker is het om je af te vragen waarom we onszelf per se in het ravijn zouden willen storten. Hoe kunnen we elkaar weer hoop geven? Isaiah Berlin deelde de wereld in vossen en egels in. Vossen zijn mensen die zich door één idee laten leiden, dat alles moet verklaren. Egels zijn mensen die zich beroepen op een veelheid van ervaringen en ideeën: Erasmus, Herodotus, Shakespeare, Joyce, Balzac. Die hebben we nodig vandaag. Wat te doen? Michel de Montaigne, een bewonderenswaardige egel, schreef: ‘De waarde van het leven ligt niet in de lengte der dagen, maar in het gebruik dat we hiervan maken.’ En liefst met moed.

Dit essay verscheen in Streven, september-oktober 2019.

Hebt u dit essay graag gelezen? U kunt onze werking steunen met een abonnement. Maar ook uw eenmalige donatie is zeer welkom.
[doneren_met_mollie]