John A. Dick*

 

Toen ik begon aan deze reeks bijdragen, werd ik geïnspireerd door regels uit het gedicht Little Gidding van T.S. Eliot:  ‘Het woord van vorig jaar past bij de taal van vorig jaar. En het woord van volgend jaar wacht op een nieuwe stem’.[1]

Ik was ervan overtuigd dat het nodig was dat we anders keken naar, en spraken over, onze ervaringen in cultuur en kerk. Die noodzaak is vandaag de dag nog net zo krachtig als toen. Ik ben er niet zo zeker van dat ik in deze bijdragen altijd op de goede weg was, maar ik ga door met mijn overdenkingen en pogingen.

Een paar dagen geleden trof het mij, in een gesprek met vrienden over hedendaagse kerkelijke onderwerpen, hoe gemakkelijk we overgaan tot het eenvoudigweg herhalen van wat we keer op keer hebben gezegd. Dat is slechts het herhalen van ‘het woord van vorig jaar’. Oudere mensen doen dat. Maar ook jongere mensen. We moeten allemaal ons gesprek anders voeren. Het gesprek anders voeren vergt nieuwe aandacht – een veranderd perspectief – voor wat werkelijk belangrijk is.

Sinds de jaren 1990 heeft een groot aantal Amerikanen het christendom verlaten en zich gevoegd bij degenen die niet zijn aangesloten bij een godsdienst. Momenteel zijn drie van de tien Amerikaanse volwassenen (29%) in godsdienstig opzicht ‘niets’ – atheïsten, agnosten, of ‘niets in het bijzonder’. De katholieke kerk heeft de meeste leden verloren in dit proces van ontkerkelijking. Volgens Gallup is het percentage katholieken die zich omschrijven als ‘lid’ van een kerk sinds het jaar 2000 met 20% gedaald.

Het gesprek? Het perspectief? In november 2021 nam de Amerikaanse bisschoppenconferentie het initiatief voor een driejarige eucharistische herleving, die moet uitmonden in een Nationaal Eucharistisch Congres in Indianapolis in 2024. Het doel is dat 80 000 of meer mensen dit nationale congres bijwonen. De herleving omvat het ontwerpen van nieuw onderwijsmateriaal, een training voor leidinggevenden is bisdommen en parochies, het opzetten van een nieuwe herlevingswebsite, en het opzetten van een speciaal team van vijftig priesters die het land doortrekken op de preken over de eucharistie. Tot dusver bedraagt het kostenplaatje $ 28 miljoen.

De Amerikaanse bisschoppen waren geschokt door de onthulling dat slechts ongeveer 30% van de Amerikaanse katholieken gelooft in de aanwezigheid van Christus in de eucharistie. Een van de patroonheiligen van hun eucharistische herleving is de Spaanse bisschop Manuel González García (1877 – 1940), die bekend stond als de ‘bisschop van het tabernakel’. Hij werd in 2016 heilig verklaard door paus Franciscus. Garcia beschreef Jezus als vanuit het tabernakel roepend tot katholieken: ‘Kom je me bezoeken? Wil je naar me kijken? Wil je tijd met me doorbrengen?’

Is de katholieke eucharistische herleving een goed hedendaags aandachtspunt? De bisschoppen menen dat, door de werkelijke aanwezigheid van Christus in het geconsacreerde brood te benadrukken, afgevallen gelovigen zullen worden teruggebracht naar de kerk. Ik zou liever zien dat de bisschoppen de eucharistische gemeenschap benadrukten, verzameld rond de tafel van de Heer als een groep meelevende en elkaar ondersteunende zorgzame vrienden. In Eucharistievieringen zijn zij – wij – bemoedigd en ondersteund door de aanwezigheid van Jezus zoals beschreven in Matheus 18:20: ‘Waar er twee of drie in mijn naam bijeen zijn, ben ik in hun midden’.

Het gesprek veranderen betekent, denk ik, het verleden en het heden op nieuwe manieren bezien en bevragen, en nieuwe strategieën en nieuwe patronen voor het kerkelijk leven ontwikkelen. Het betekent creatief denken, en diepere vragen stellen. Het betekent dat het woord van vorig jaar niet noodzakelijk ook nu nog werkt, wanneer het is opgesloten in de mentaliteit en taal van vorig jaar.

 

Enkele voorstellen voor hedendaagse overweging en optreden:

  1. Zie de kerk minder als een instelling, en meer als een geloofsgemeenschap. Wat gebeurt er in je eigen geloofsgemeenschap? Welke zijn de levensvragen die je familie en vrienden echt aangaan? Wat betekent het voor je, God tegenwoordig te ervaren? Waar vind je steun? Hoe kun je mannen en vrouwen in je gemeenschap helpen elkaar echt te dienen? Wat houdt ons af van het experimenteren met nieuwe vormen van parochies, en van parochieel leven? Zou een parochie misschien een verzameling van kleinere geloofsgemeenschappen kunnen zijn? Mijn vrouw en ik behoorden ooit tot een dergelijke parochie. We ontmoetten elkaar thuis in kleine groepen voor gebedsbijeenkomsten, Bijbelstudie, en discussiegroepen. Onze zoon deed, zoals alle kinderen in onze parochie, zijn Eerste Communie thuis, met de plaatselijke buurtparochiegroep. Later kwamen alle communicanten samen in de kerk met de hele parochiegemeenschap voor de plechtige viering van hun Eerste Communie. We herinneren ons de vroege christelijke familiegroepen waarin gezinshoofden – mannen en vrouwen – voorgingen in informele eucharistische liturgieën. Dat kunnen we weer laten gebeuren.
  2. Kijk verder dan het tekort aan priesters en vragen rond vrouwelijke diakens en priesters. Laten we kijken naar de betekenis van het priesterschap zelf. Laten we kijken naar de idee van gewijd priesterschap zelf, en het onderzoeken. Jezus heeft niemand gewijd. Laten we diep nadenken over nieuwe vormen van priesterschap, en loskomen van oude patronen en paradigma’s. Waarom laten we niet gevorderde masterstudenten, met een tijdelijke wijding, helpen in universiteitsparochies? Waarom wijden we geen vrouwen en mannen voor diensten in kleine of wat grotere parochiegroepen? Misschien zou een parochie een aantal gewijde parttime krachten kunnen hebben, die ook ‘reguliere’ banen hebben? De afgelopen vijftien jaar zijn veel ‘progressieve’ priesteropleidingen gesloten door conservatieve, op het verleden gerichte bisschoppen. Staan de hedendaagse priesteropleidingen in contact met het moderne leven? Zijn dergelijke ouderwetse priesteropleidingen mogelijk niet de beste vormen voor de opleiding en vorming van hedendaagse priesters?
  3. En waarom kiezen we geen leiders van bisdommen voor een beperkte tijd? Waarom geen termijn van vijf jaar voor een bisschop, die nog eens met vijf jaar kan worden verlengd? En moeten bisschoppen de leidinggevenden in bisdommen zijn? Waarom geven we de verantwoordelijkheden voor de kerkelijke leiding niet aan een leidinggevend team? Ik stel me een team van ten minste drie mensen voor: een beheerder van het bisdom, hetgeen zowel een man als een vrouw zou kunnen zijn die niet noodzakelijk is gewijd; een directeur van de pastorale vorming in het bisdom, hetgeen zowel een man als een vrouw zou kunnen zijn die niet noodzakelijk is gewijd; en een bisschop (een vrouw of man) die kan dienen als spirituele leidsman en sacramenteel coördinator van het bisdom. Een gedeelde verantwoordelijkheid en besluitvorming is een mooie manier om de klerikale ‘ouwe jongensclub’ te ontmantelen.
  4. Een gezond katholicisme wortelt in een gezond christendom. Dus wat betekent het werkelijk om vandaag de dag een volgeling van Jezus Christus te zijn? Dit roept vragen naar kennis en geloof op. Wat weten we eigenlijk van de historische Jezus? Hij was in elk geval niet wit. Waarschijnlijk donkerbruin. Hoe zit het dan met al die heel witte en androgyne afbeeldingen van Jezus met blauwe ogen, die echt vertekenen wie hij was en waar het hem om ging? Was zijn biologische vader de Heilige Geest of een man die we Jozef noemen? Is de ‘maagdelijke geboorte’ niet veeleer veelzeggend over de heel bijzondere mens die hij was dan een analyse van de biologie van zijn verwekking? Wat als Jezus homoseksueel of getrouwd was geweest? Zou dat verschil maken? Zou dat zijn betekenis voor gelovige christenen veranderen? Waarom? Was Jezus God? Vroege Joodse Christenen, onder wie de heilige Paulus, zouden dat nooit hebben gezegd. Zij begrepen Jezus als de openbaring van de goddelijke genade en liefde. De openbaring van Gods intieme band met het mensdom. Openbaarde Jezus ook geen authentieke menselijkheid? Jezus is ‘Heer’, de ‘Christus’, ‘de Mensenzoon’, en de ‘Zoon van God’. Al onze godsdienstige taal wijst op zijn uniciteit. Het belangrijkste dat we van Jezus weten is zijn zending, en zijn boodschap ging over liefde en mededogen en helemaal niet over macht over mensen.
  5. Oecumenische vraagstukken. Wat zijn de echte verschillen tussen kerkelijke groeperingen binnen het christendom van nu? Zijn er goede redenen waarom we niet kunnen beginnen samen vieringen te houden? Zijn we niet opgesloten in middeleeuwse theologische begrippen over ‘zij’ en ‘wij’? Zijn structurele kerkelijke onderscheiden tussen protestantisme en katholicisme gebaseerd op nog altijd belangrijke verschillen in geloof? Is, bijvoorbeeld, de gewijde zending niet ‘geldig’ in alle christelijke tradities? Wat maakt vandaag de dag het unieke van het katholicisme uit? Het doel van oecumenische samenwerking zou vandaag de dag het vergeten van oude, denigrerende stereotypes over ‘andere kerken’ moeten zijn, en het groeien in ons respect en waardering voor ‘de ander’, en leren van alle tradities.
  6. Zeven sacramenten. Tegenwoordig weten we natuurlijk dat de zeven sacramenten zijn geschapen door de christelijke gemeenschap, niet door de historische Jezus. Ik heb hierover onlangs een boekje geschreven. Wat is dan de betekenis van een ‘sacrament’ tegenwoordig? Wie beheerst de sacramentele vormen? Heeft het zin te twisten over de vraag wie sommige sacramenten ‘geldig’ mag toedienen? Toen ik trouwde werd mij, gebaseerd op de katholieke opvatting van de sacramenten, geleerd dat mijn vrouw en ik als gedoopte gelovigen elkaar ‘het sacrament toedienden’, en dat de priester eenvoudig een officiële getuige was. Goed, maar wat zegt dat over gedoopte homo’s en lesbiennes die trouwen? Is hun huwelijk niet net zo ‘sacramenteel’ als het mijne? Hoe zit het met leken pastoraal werkers in zieken- en bejaardenhuizen? Vaak zijn zij de belangrijkste zielzorgers in het leven van deze mensen. Waarom mogen zij de zieken en stervenden niet ‘bedienen’? In vroeger tijden, werd het bedienen van de zieken eeuwenlang gedaan door niet-gewijde mensen. Zouden leken pastoraal werkers er niet gewoon mee moeten beginnen?
  7. Ga verder dan de aloude voortdurende discussie. Het is tijd om iets te doen. Het gesprek veranderen kan ook betekenen dat we van het gesprek overgaan tot handelen. En we moeten nu beseffen dat verandering maar zelden van de top komt. In de katholieke traditie bijvoorbeeld begint verandering op het laagste niveau. Mensen zien de noodzaak en beginnen te veranderen. De wijding van vrouwen is een goed voorbeeld. De verandering begint. Leiders aan de top klagen, en veroordelen het. Niettemin, het oude patroon wordt historisch bewezen: verandering wordt doorgevoerd; de verandering wordt veroordeeld door de leiding; de verandering zet door; de leiding staat de verandering toe als beperkt ‘experiment’; de verandering raakt breder verspreid; en ten slotte staat de leiding de verandering toe als ‘deel van onze traditie’.

 

Dit zijn maar enkele suggesties om het denken op gang te brengen. Creatieve en kritische overdenking is geen gevaarlijke activiteit en kan een levensbron zijn, omdat zij een nieuwe blik, een nieuw gesprek, en nieuwe verandering brengt.

 

(vertaling: Herman Simissen)

 

Reageren? Mail naar jadleuven@gmail.com

 

John Alonzo Dick (*1943) bekleedde als derde the Chair for the Study of Religion and Values in American Society aan de KU Leuven. Hij is voormalig academisch decaan van het American College van de KU Leuven en hoogleraar. Hij publiceerde onder meer samen met K. Schelkens en J. Mettepenningen A Aggiornamento? Catholicism from Gregory XVI to Benedict XVI (Brill, Leiden en Boston, 2013). Recent verscheen zijn boek Jean Jadot: Paul’s Man in Washington (Another Voice Publications 2021), een biografie van de Belgische bisschop Jean Jadot die van 1973 tot 1980 Apostolisch Afgevaardigde in de Verenigde Staten was.

 

[1]  Geciteerd uit de vertaling van Herman Servotte: T.S. Eliot, Four Quartets, vertaald, ingeleid en van commentaar voorzien door Herman Servotte, AMBO tweetalige editie, De Nederlandse Boekhandel, Kapellen, 1983, blz. 139. (Noot van de vertaler)