DRIFT, in Streven, maart 2018

Benjamin De Mesel * 

‘Woorden zijn daden.’ ‘Geen woorden maar daden.’ U hebt vast beide ooit gehoord, misschien met beide ingestemd, misschien zelf uitgesproken. Maar hoe kunnen woorden daden zijn én tegengesteld zijn aan daden?

Het woordenboek is geen lijst van daden en ik ben op dit moment geen daden aan het tikken. De gedachte achter ‘woorden zijn daden’ is dat wie woorden uitspreekt of neerschrijft iets doet. Soms niet meer dan woorden uitspreken of neerschrijven, maar meestal wel: op de vraag welke handeling een spreker stelt, is ‘woorden uitspreken’ zelden een gepast antwoord. Sprekers en schrijvers benoemen en beloven dingen, verleiden en stellen zich aan, prijzen en beledigen.

Vooral in verband met dat laatste wordt benadrukt dat woorden daden zijn. Wie iemand vreselijke woorden toeslingert, stelt een vreselijke daad, maar een die minder moeite kost en risico inhoudt dan fysiek vreselijke daden. Wie iemand aan de andere kant van het land wil treffen, spaart dankzij een welgemikte belediging op Twitter een retourticketje uit en is beveiligd tegen een mogelijke afranseling. Een verbale slachtpartij op sociale media is als een gratis en gewelddadig videospelletje waarbij de agressor veilig achter een scherm ‘moedig’ zit te wezen, maar dan wel een videospelletje met echte slachtoffers.

Wie woorden gebruikt, kan slachtoffers maken, en bij dergelijke situaties past ‘woorden zijn daden’, terwijl ‘geen woorden maar daden’ dan bijzonder cynisch klinkt. Die laatste uitspraak duikt niet op waar beledigd, maar wel waar gepalaverd wordt over dingen die men zal doen of zou moeten doen. Wie aanhoudend blaaskaakt over het nieuwe terras dat hij zal aanleggen, maar niets onderneemt, riskeert ‘geen woorden maar daden’ te worden toegebeten. Durft hij de repliek ‘Maar woorden zijn daden!’ aan, dan riskeert hij dat zijn echtgenote door middel van een verbale slachtpartij de ware betekenis van die woorden gaat illustreren.

Het probleem van de palaveraar is niet dat zijn woorden geen daden zijn, maar dat hij verbale daden stelt die niet gewenst zijn (palaveren), terwijl hij non-verbale daden vooropstelt die wel gewenst zijn (het terras aanleggen). Het omgekeerde komt ook voor: iemand stelt non-verbale daden die niet gewenst zijn en we roepen op tot verbale daden die wél gewenst zijn. Als de geërgerde echtgenote de palaveraar met een pan op het hoofd slaat, smeekt hij om te praten. Het is merkwaardig dat we voor dergelijke spiegelbeeldsituaties van ‘geen woorden maar daden’ niet de spiegelbeelduitdrukking ‘geen daden maar woorden’ gebruiken. We roepen conflicterende partijen op om ‘rond de tafel te gaan zitten’.

Met dat laatste, of met ‘geen daden maar woorden’, bedoelen we dan niet dat beledigen altijd beter is dan in elkaar slaan. Zoals we met ‘geen woorden maar daden’ alleen oproepen tot gewenste niet-verbale daden, zo kunnen we met ‘geen daden maar woorden’ oproepen tot gewenste verbale daden. De bedoeling is niet om vreselijke daden door vreselijke woorden te vervangen en gewoon van wapen te wisselen. De vraag om te praten is subtieler. Ze is de vraag om het eigen perspectief niet als het enig mogelijke te zien. De bereidwilligheid om te praten houdt in, nog voor het eigenlijke praten begint, dat men de eigen neiging (om iemand het hoofd in te slaan) heeft omgevormd tot een opvatting (ik wil je het hoofd inslaan) binnen een ruimte waarin ook andere opvattingen (dat is geen goed idee) een plaats kunnen krijgen.

Net als ‘geen daden maar woorden’, kunnen ook ‘geen woorden maar daden’ en ‘woorden zijn daden’ gelezen worden als uitnodigingen om de eigen neiging in een ander licht te zien. Aan de palaveraar wordt gevraagd om de ogen te openen voor het perspectief van de echtgenote, die al jaren hunkert naar een zomers terrasfeestje. Aan de Twitterslachter wordt gevraagd om slachtoffers niet langer als virtuele personages in een videogame te zien, maar als kwetsbare mensen die je niet kan heropstarten wanneer je ze afgemaakt hebt. Hoe verschillend ze ook zijn, ‘woorden zijn daden’, ‘geen woorden maar daden’ en ‘geen daden maar woorden’ hebben iets belangrijks gemeen.