Benjamin De Mesel*

 

Aan de grens van de Europese Unie, tussen Wit-Rusland aan de ene kant en Polen en Litouwen aan de andere, zitten duizenden mensen vast. In erbarmelijke omstandigheden proberen ze de vrieskou te overleven. Er sterven mensen van ontbering. Ze willen naar Europa, maar worden tegengehouden. Hendrik Vos, politicoloog aan de UGent, stelt vast dat er voor velen ‘slechts één beleidslijn overblijft: het moet migranten onmogelijk worden gemaakt om de Unie te bereiken. Of ze uit oorlogsgebied komen, wordt niet meer onderzocht. Als ze in de buurt van de Europese grens komen, worden ze als schurftige honden teruggedreven. Bootjes worden weer in zee geduwd, ook bij donkerte en hoge golven.’[1] Daar kan je nog aan toevoegen dat wie een schurftige hond redt op heel wat likes kan rekenen, terwijl migranten helpen in het beste geval een bombardement van bagger en in het slechtste geval een rechtszaak oplevert.

Hoe komt het dat er voor velen maar één beleidslijn mogelijk lijkt? Veel factoren spelen een rol, één aspect wil ik in het bijzonder uitlichten. De situatie aan de Wit-Russische grens wordt vaak beschreven in termen van een conflict tussen de Europese Unie en Loekasjenko, waarbij die laatste migranten inzet als wapen. ‘Weaponization of migration’ is een frase die voormalig NAVO-opperbevelhebber Philip Breedlove gebruikte toen hem gevraagd werd waarom de Syrische dictator Assad met de hulp van Poetin zijn eigen bevolking terroriseerde. De bedoeling was volgens Breedlove om een stroom vluchtelingen richting Europa op gang te brengen, vluchtelingen als wapen met de Europese Unie als doelwit.

Die ‘migranten als wapen’-retoriek is niet onschuldig.[2] Ten eerste versterkt ze de neiging om slechts twee partijen te zien: Loekasjenko en de Unie. Niet toevallig verdwenen de mensen aan de grens zo goed als volledig uit beeld in de reacties van de Europese Unie op de situatie, die stuk voor stuk op Loekasjenko gericht waren: we moeten hem strenger sanctioneren, zijn aanvoerlijnen droogleggen, enzovoort. Men probeert er in de eerste plaats voor te zorgen dat ‘zoiets’ niet opnieuw kan gebeuren. Dat is nodig, maar de vraag naar wat we nu moeten doen met de mensen die vastzitten, raakt helemaal ondergesneeuwd. Ten tweede heeft ‘migranten als wapens’ tot gevolg dat, wanneer het toch over de migranten gaat, ze niet anders dan als dreiging kunnen worden gezien. Wapens hebben geen rechten en je houdt ze zo veel mogelijk buiten.

Het beeld van migranten als wapens is een misleidend beeld. Migranten zijn in de eerste plaats mensen, en zodra je je afvraagt hoe we met de mensen aan de grens moeten omgaan, is het antwoord relatief eenvoudig: we hebben de morele plicht om mensen in nood te helpen, zeker als die nood acuut is en als alles zich onder onze ogen afspeelt. Dat relatief eenvoudige antwoord staat in schril contrast met de moeilijkheid om een goed functionerend migratiebeleid uit te bouwen. Maar het gaat hier niet om migratiebeleid. Of je nu voor strengere regels bent of niet, je laat mensen niet sterven van kou, honger of andere vormen van ontbering. Punt. Elke ‘als’ of ‘maar’ is misplaatst (‘als we ze redden, dan …’, of ‘ja maar, dan …’). Dat zou een moreel uitgangspunt moeten zijn van om het even welke politieke positie over migratie. Ik beweer niet dat je aan iedereen asiel moet geven of dat de asielprocedures minder streng moeten worden, ik zeg alleen dat je mensen niet onder je ogen mag laten creperen. Wie vindt van wel, heeft zijn of haar morele prioriteiten niet op orde.

Waarom laat Polen dan geen hulp toe? Theo Francken, kamerlid voor de N-VA, redeneerde in een televisieprogramma als volgt: de Wit-Russische dictator Loekasjenko heeft die mensen naar de grens gebracht, dus is hij verantwoordelijk en moet hij hen helpen. Die redenering lijkt perfect compatibel met de erkenning van de morele plicht om mensen in nood te helpen: ‘Natuurlijk is er een plicht om te helpen, het is alleen niet onze plicht. Wij zijn niet verantwoordelijk, de plicht om te helpen komt Loekasjenko toe.’

Theoretisch klinkt dat misschien mooi, praktisch is het onzin. Je weet dat Loekasjenko zijn verantwoordelijkheid niet zal nemen, en dus kan je de mensen aan de grens niet laten zitten met een verwijzing naar plichten waar hij zich niets van aantrekt. Loekasjenko speelt een cynisch machtsspel. Daarmee is Francken het eens, maar voor hem lijkt het een extra argument om de mensen aan de grens niet te helpen. Dat wel doen zou neerkomen op toegeven aan de chantage van Loekasjenko, en dus kunnen we niet anders dan die mensen tegenhouden. Francken staat niet alleen met zijn chantage-argument. In De Morgen schreef Mark Elchardus, emeritus professor sociologie aan de VUB, het volgende: ‘Voorstanders van open grenzen beleven hun Neville Chamberlain-moment, bukken en toegeven aan Aleksandr Loekasjenko zoals weleer aan Adolf Hitler. Het was te zien in De Afspraak van 9 november, toen Europarlementslid Tineke Strik (GroenLinks) in debat ging met Theo Francken (N-VA) en ervoor pleitte iedereen via Polen maar meteen binnen te laten.’[3]

Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen twee vormen van ‘binnenlaten’. Voorstanders van open grenzen kunnen ervoor pleiten om iedereen recht te geven op een permanent verblijf in de Europese Unie, of zelfs om de hele idee van mensen die recht hebben om ergens te verblijven en mensen die dat niet hebben achter ons te laten. Maar ‘binnenlaten’ hoeft niet permanent te zijn, en kan er louter op gericht zijn om mensen de mogelijkheid te geven om asiel aan te vragen, niet om het te krijgen. Precies omdat Loekasjenko niet betrouwbaar is, zou het naïef zijn te denken dat hij het asielrecht gaat respecteren. De mensen aan de grens moeten toegang krijgen tot de Europese Unie omdat Europa enkel binnen haar eigen grenzen kan garanderen (of ten minste kan proberen te garanderen) dat het recht om asiel aan te vragen ernstig wordt genomen. Tot er een beslissing is, vang je mensen op. Zolang er twijfel is, stuur je ze niet terug naar een plaats waar ze acuut gevaar lopen. Zo zet je jezelf onder druk om snel en efficiënt te beslissen en neem je je verantwoordelijkheid.

Komt dat neer op toegeven aan de chantage van Loekasjenko? Toegeven aan chantage is onder druk datgene doen wat de chanterende partij van je eist, terwijl je het eigenlijk niet wil doen. Als we mensen binnenlaten om hen de kans te geven asiel aan te vragen, omdat dat de enige manier is om ons eigen rechtssysteem te respecteren en niet aan onze morele plicht te verzaken, doen we dan iets wat we eigenlijk niet willen doen? Ik hoop van niet. Elchardus spreekt over een ‘Neville Chamberlain’-moment en toegeven aan Loekasjenko zoals aan Hitler, maar die vergelijking snijdt weinig hout. Ze heeft wortels in het beeld van migranten als wapens, waar Elchardus gretig gebruik van maakt (zie ook de titel van zijn stuk), maar de mensen aan de Wit-Russische grens zijn niet de tanks van Hitler. Ze zijn slachtoffers van een cynische dictator, en tot op zekere hoogte ook van een wankel vluchtelingenbeleid. Bij vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog is enige terughoudendheid vaak gepast, maar als de migranten in Wit-Rusland dan toch vergeleken moeten worden met partijen uit de Tweede Wereldoorlog, dan met de Joden of Roma die nergens heen konden. Kwam hulp bieden aan vluchtende Joden of Roma neer op toegeven aan Hitler?

Francken en Elchardus willen niet naïef zijn en in de kaart spelen van een dictator. Maar dat is net wat je doet als je mensen aan hun lot overlaat. Loekasjenko en zijn maatje Poetin worden door Europa af en toe gewezen op schendingen van de mensenrechten in hun land. Hun favoriete repliek is dat die verwijzing naar mensenrechten louter retoriek is: ‘Kijk naar wat jullie zelf doen aan jullie grenzen, Europese landen, en besef dan hoe hol jullie woorden klinken.’ Als we mensen in erbarmelijke omstandigheden aan de grens laten zitten zonder hun recht te respecteren om asiel aan te vragen, geven we Loekasjenko en Poetin extra munitie. Loekasjenko communiceerde al triomfantelijk dat Europa mensen in nood verwelkomt met tanks. Beelden van Europees machtsvertoon tegenover kwetsbare mensen zijn precies wat hij wil hebben. Hij wil een Europese Unie zien met bloed aan de handen. Want welk gezag heeft die nog om Loekasjenko over het bloed aan zijn eigen handen aan te spreken?

Wanneer Francken met argumenten van academici wordt geconfronteerd, verwijt hij hen vaak theoretisch en abstract te zijn, terwijl hij zichzelf ziet als iemand van de concrete praktijk. Maar als hem gevraagd wordt naar een oplossing voor het heel concrete probleem van mensen die nu vastzitten aan de grens, verwijst hij naar een toekomstig asielbeleid geschoeid op het Australische model. Dat asielbeleid is in een aantal opzichten onwenselijk, onder meer omdat het berust op akkoorden met derde landen die ons heel kwetsbaar zullen maken voor (jawel) chantage door dubieuze regimes. Belangrijker nog: dat asielbeleid is vooralsnog onbestaande. Tegen de mensen aan de grens kan je niet zeggen: jammer, we kunnen je nu niet helpen, maar over een paar jaar komt er een beter asielbeleid.

Europa kan haar verantwoordelijkheid voor de mensen aan de grens niet afschuiven op Loekasjenko of wegmoffelen onder verwijzingen naar migranten als wapens, naar toegeven aan chantage of naar een toekomstig asielbeleid. Maar wat als we verantwoordelijkheid nemen en daardoor het vaak genoemde aanzuigeffect creëren? Ten eerste is hoogst onduidelijk of er wel een aanzuigeffect zal zijn, omdat de kans om asiel aan te vragen allerminst de garantie inhoudt om asiel te krijgen. Ten tweede, en belangrijker, mag een eventueel aanzuigeffect geen enkele rol spelen bij het beantwoorden van de vraag of mensen gered moeten worden. Als iemand in hoge nood is en dreigt te sterven, dan doe je wat je kan om te helpen. Denk aan de COVID-crisis. Als we de zieken niet verzorgen en de ziekenhuizen sluiten, zullen velen allicht voorzichtiger worden. Misschien zouden er zelfs minder besmettingen zijn. In die zin creëert goede zorg misschien een soort aanzuigeffect: mensen nemen risico’s omdat ze weten dat ze verzorgd zullen worden als ze ziek worden. Is dat een reden om minder goed voor zieke mensen te zorgen? Natuurlijk niet.

En dus is er nu concrete hulp nodig. De asielkwestie is complex, maar verwijzingen naar complexiteit mogen geen excuus zijn om niet te handelen. Het is niet zo moeilijk te bedenken hoe hulp eruit moet zien: geef mensen een dak, voedsel en de kans om asiel aan te vragen. Soms moet je je verantwoordelijkheid nemen in situaties die je niet zelf hebt veroorzaakt. Aan mensen die voor je ogen in de hoogste nood verkeren, kan je niet zeggen dat het jouw schuld niet is (zelfs al is dat waar) of dat je aan een beter beleid werkt. Die mensen help je, en je probeert hun rechten te garanderen, ook als anderen dat niet doen.[4]

 

 

[1] Hendrik Vos, ‘Spierballen tegen haveloze mensen’, De Standaard, 16/11/21, p. 25. https://www.standaard.be/cnt/dmf20211115_98022051

[2] Zie daarover ook mijn collega Felix Bender, ‘Against ‘Weaponised Migration’’, Social Europe, 10/11/21. https://socialeurope.eu/against-weaponised-migration

[3] Mark Elchardus, ‘Wanneer migranten als oorlogswapen worden ingezet’, De Morgen, 20/11/21, p. 23. https://www.demorgen.be/meningen/wanneer-migranten-als-oorlogswapen-worden-ingezet~b4d19745/

[4] Deze tekst is gebaseerd op twee opiniestukken die ik eerder schreef. Zie ‘Nooit mag je mensen laten verdrinken’, De Standaard, 28/04/21, p. 25 (https://www.standaard.be/cnt/dmf20210427_97706408) en ‘Toon aan de grens met Wit-Rusland waar Europa echt voor staat’, De Standaard, 15/11/21, p. 30 (https://www.standaard.be/cnt/dmf20211114_97926467).