Nynke van Uffelen*

 

“Master filosofie? Echt waar? Hahahahaha. Haha. Hahahahahaha. Sorry, nee, er zijn op dit moment geen jobs voor jou. Haha. Schitterend.” Dat stond er in de Knack op 26 februari 2020. Hoe demotiverend en – helaas – waar de uitspraak ook mag zijn, de onderliggende aanname is verkeerd. Filosofie is niet irrelevant. Filosofen proberen wel op deze planeet te leven. Er is zelfs een filosofische school die expliciet emancipatorische doeleinden heeft: de kritische theorie. Filosofen in deze traditie denken na over sociale vooruitgang en rechtvaardigheid.

De Duitse filosoof Axel Honneth, verbonden aan de Frankfurter Schule, staat in deze traditie met zijn Kampf um Anerkennung. Zur moralischen Grammatik sozialer Konflikte. Hij vertelt ons waar we onrechtvaardigheid kunnen vinden en waarom dat doorgaans zo moeilijk is. Ik vertel – u, de lezer, als u wil luisteren – wat dat betekent voor mensen met Down syndroom. Omdat hun situatie soms ongelooflijk oneerlijk is.

 

 

‘Dit is fout’

Filosofen zijn conceptuele denkers – dus wat is dat, een ‘rechtvaardige’ samenleving? Wat is juist, wat is eerlijk? Hoe maken we een gerechtvaardigde ‘dit is fout’-stelling? De stelling ‘deze situatie is onrechtvaardig’ kan niet zo gemakkelijk legitimering vinden. Zijn er morele feiten? Dat is een groot filosofisch probleem en zolang het onopgelost blijft, is elke roep om een betere samenleving ongegrond.

Axel Honneth ziet slechts één legitimering van morele claims: de verontwaardiging. De pijn, de frustraties van een groep mensen, is de maatstaf van het normatieve. De mens is een “hoogsensitieve antenne voor schade”, een “criterium voor morele afkeuring”, een “moreel sensorium”. We kunnen de idee van rechtvaardigheid slechts stutten op het intuïtieve, op onszelf. Iets is fout als het fout voelt.

 

Erkenning, miskenning

Eigenlijk is het simpel, zegt Honneth. (Veel filosofen zeggen dat: eigenlijk is het simpel, dit is het basisprincipe, zo zit het in elkaar. Abstracties van abstracties maken. Misschien vinden ze daarom geen jobs buiten onderwijs en academia.) Alle mensen willen hetzelfde: erkend worden. Erkenning is de reden waarom we niet gelukkig kunnen worden in ons uppie in een hutje op de heide. We hebben een sociale basisbehoefte. Een samenleving is rechtvaardig als zoveel mogelijk mensen elkaar op zoveel mogelijk vlakken zo goed mogelijk erkennen.

We willen erkenning op persoonlijk, juridisch en sociaal vlak. Erkenning op persoonlijk vlak noemt Honneth Anerkennungssphäre der Liebe. Hij bedoelt hiermee dat we allemaal hunkeren naar sterke emotionele relaties met een select aantal mensen: vrienden, familie, geliefde(n). Als we hierin slagen, worden we erkend als iemand waarvan gehouden kan worden. Het geeft ons zelfvertrouwen.

Anerkennungssphäre des Rechts daarentegen betekent dat we erkend worden vanwege zeer specifieke eigenschap: mens zijn. Een mens is autonoom, heeft waardigheid, is vrij. Mens-zijn komt hand in hand met een aantal rechten en plichten, vastgelegd in de wet. Het wetboek erkent waardigheid in elk mens en dat geeft ons zelfrespect.

We wensen niet slechts erkenning voor wie we persoonlijk zijn of voor onze generieke waardigheid als mens. De derde manier waarop we erkenning wensen, is Anerkennungssphäre der Wirtschaft: we willen erkend worden voor de maatschappelijke waarde van onze prestaties. We willen dat onze prestaties en vaardigheden door de maatschappij als waardevol worden gezien. Als dat lukt, ontwikkelen we zelfwaarde of eigenwaarde.

In elke vorm van erkenning, wordt een positieve relatie met het ‘ik’ geconstitueerd. Erkenning is een voorwaarde voor een gezonde praktische relatie met onszelf: we krijgen zelfvertrouwen, zelfrespect en eigenwaarde. Miskenning neemt die drie weg en raakt ons in onze identiteit. Dat beschadigt ons, doet pijn, maakt ongelukkig.

Deze negatieve ervaringen werken als een soort sensor voor structurele onrechtvaardigheden in de maatschappij. Ze vertellen ons wat goed en slecht is. Als iemand zich miskend voelt, kan diegene een legitieme morele claim maken. De kloof van is naar ought maken we intuïtief.

De klassenstrijd is een strijd om erkenning. Het grote probleem, het probleem van collectieve actie, komt hierop neer: wat met hen die zelf niet (goed) in staat zijn om de strijd om erkenning zelf te strijden?

 

De strijd om erkenning

Als u niet vindt dat mensen met Down syndroom mensen zijn, mag u hier stoppen met lezen. Ook deze bevolkingsgroep wil erkend worden, niet meer en niet minder. Ook kan deze groep miskend, geschaad, gekwetst worden. Hun ervaringen zijn niet minder waard dan die van de 46-chromosomers. Ze hebben, net als iedereen, een morele antenne. En die kan afgaan.

Anerkennungssphäre der Liebe blijft een zwak punt voor veel mensen met Down. Julian (valse naam) kan niet zelfstandig wonen: hij kon echter niet eeuwig bij zijn ouders blijven wonen en zijn zoektocht naar een meisje zonder Down bleek ook erg lastig. Nu woont hij in een huis met vijf anderen. Zorgverleners zijn een beperkt aantal uren per maand aanwezig om alle bewoners zo goed mogelijk te ondersteunen. Hoe goed de intenties ook zijn, het is geen normaal familiehuis. Het gebrek aan familierelaties en een levenspartner doet het zelfvertrouwen van Julian geen goed.

Mensen met Down syndroom worden ook voor de wet anders behandeld. Het meest schokkende voorbeeld hiervan situeert zich in het prille begin van hun leven. De zwangere vrouw heeft in België het recht om te aborteren tot 14 weken. Tenzij de baby afwijkend is. In het geval van Down syndroom mag de moeder tot vlak voor de geboorte kiezen om de zwangerschap te beëindigen. Heidi voert campagne tegen deze ‘discriminerende’ wet en ze vertelt: “Als iemand met Down syndroom vind ik het diep kwetsend en het maakt me erg verdrietig en doet me huilen. Want het herinnert me eraan dat niemand van me houdt.” De wet geeft hier een duidelijk signaal dat mensen met Down zelfrespect ontzegt.

Anerkennungssphäre der Wirtschaft is al helemaal problematisch. De vader van Julian sprak over de dagelijkse routine van zijn zoon. Julian ontvangt een uitkering van de overheid; als hij geld begint te verdienen, zou die uitkering wegvallen. Ten gevolge spendeert Julian zijn dagen al schilderend in de dagopvang. Hij krijgt geen loon voor wat hij produceert. Loon is echter een uiting van erkenning van werk. Iemand geen loon geven, is signaleren dat de prestaties sociaal geen waarde hebben, nul. Het zelfvertrouwen van Julian staat wederom op het spel.

 

Waarom onrechtvaardigheid vaak verborgen blijft

Als mensen met Down syndroom, een specifieke groep binnen onze samenleving, schade ervaren, is er sprake van onrechtvaardigheid. Ook hun morele sensorium moet serieus worden genomen. Ze kunnen legitieme morele claims maken, op een probleem wijzen, ons sturen in de richting van een betere samenleving.

Het afschuwelijke is dat deze groep mensen minder goed in staat is om te vechten voor hun erkenning. Heidi is een fantastische uitzondering. Ze is mondig en kan haar gevoel van miskenning in taal uitdrukken. Vele mensen met Down zijn hier niet goed toe in staat. De status quo wint.

Sterker nog, de antenne van veel mensen met Down is disfunctioneel. Onze antennes zijn gesocialiseerd en intersubjectief geconstitueerd. We internaliseren normen en concepties van ‘normaal’. Vele mensen met Down hebben zich verzoend met het hier en nu. Ze zijn zo gewend aan een bepaalde situatie dat ze zichzelf als minderwaardig gaan zien. Ze hebben geen zelfvertrouwen, zelfrespect of eigenwaarde – ze zijn gewend geraakt aan hun verstoorde relatie met zichzelf. Julian vindt het normaal dat hij geen loon krijgt. Hij ziet daar geen onrechtvaardigheid in. ‘Normale mensen’ zijn gewoon wél een loon waard, hij niet, want hij is verstandelijk beperkt. Dat is normaal. Als gevoelens van miskenning afwezig zijn, wordt het vechten voor rechtvaardigheid quasi onmogelijk. De status quo wint.

 

Te wapen

Collectieve actie vereist een talige expressie, een strategie, een aanwezigheid op het publieke forum. Een systeem kritisch onder de loep nemen vereist complexe cognitieve vaardigheden en onderzoek. Alsof deze vereisten nog niet eens genoeg zijn, moet je ook nog eens serieus genomen worden. Mensen met verstandelijke beperkingen staan hier voor een torenhoge muur. Zelfs als ze zelfstandig morele claims kunnen maken, moeten ze bijna altijd vertrouwen op anderen om daadwerkelijk iets te veranderen.

We moeten hen serieus nemen. Hen erkennen, zo u wilt. Zolang onrechtvaardigheid bestaat, is een filosoof nooit zonder werk.

 

 

Honneth, Axel ‘Class Consciousness and Class Domination: Some Problems in the Analysis of Hidden Morality’, in PRAXIS International, Vol. 2 (1981).

Honneth, Axel, ‘Moral Consciousness and Class Domination: Some Problems in the Analysis of Hidden Morality’, in Disrespect: the normative foundations of critical theory (Oxford: Polity Press, 2007).

Honneth, Axel, Struggle for Recognition: the Moral Grammar of Social Conflicts (Cambridge: Polity Press, 1995).

https://www.facebook.com/C5News/videos/1689617214513977/?v=1689617214513977