Ivo De Kock *

De Belgische multimediakunstenaar en documentairemaker Johan Grimonprez (*1962) is even gedreven als veelzijdig. Hij staat met een been in het museum en met het andere in de bioscoop maar is er vooral apetrots op dat zijn audiovisueel werk steevast viraal gaat en zo een lang leven en een ruim bereik kent. De passage van zijn jongste documentaire Shadow World (2016), langs filmfestivals zoals Tribeca, Toronto, Edinburgh, Durban, Gent en de Nederlandse hoogmis van de documentaire IDFA is dan ook maar een begin. Als aanvulling op vertoningen in traditionele filmzalen (arthouses, culturele centra) of via vertrouwde dragers (blu-ray, dvd) vindt deze documentaire over de globale wapenhandel ook een publiek via streaming én dankzij mobiele bioscopen die naar afgelegen streken trekken, van Afrika tot Zuid-Amerika. Een aanpak die tegelijk erg ‘modern’ (het digitaal beschikbaar maken van Shadow World) en bijzonder ‘ouderwets’ is (het fysiek naar het publiek toe brengen en begeleiden van de film).

Het is een aanpak die extra energie en inspanningen vraagt van filmmakers. Volgens de traditionele opvatting moeten regisseurs zich immers enkel bezighouden met het maken van films (en het voorbereiden van nieuwe projecten) en niet met vertoning en distributie. Maar cineasten zoals Peter Brosens en Jessica Woodworth (King of the Belgians) en Nathalie Teirlinck (Le passé devant nous) ondervonden recent dat de traditionele distributiesector in ons land enkel nog in staat is gemakkelijk te marketen (lees: in een hokje te plaatsen) films te verdelen. Waardoor regisseurs en producenten sowieso meer en meer zelf de mouwen moeten opstropen. Voor Johan Grimonprez geen probleem, hij gelooft genoeg in zijn film en in het belang van de problematiek om Shadow World met plezier zelf voor te stellen in alle uithoeken van België. Zijn kompaan Andrew Feinstein, de stichter van Corruption Watch UK, op wiens boek The Shadow World. Inside the Global Arms Trade Grimonprezs documentaire gebaseerd is, gaat ook geregeld in dialoog met het publiek. Tijdens zijn bezoek aan Film Fest Gent in oktober 2016 vertelde Feinstein ons hoe hij in Toronto drie uur en half bleef napraten met het publiek en in Glasgow achteraf op weg naar zijn hotel nog werd aangeklampt door toeschouwers: ‘Sinds de eerste vertoning in april in Tribeca blijft de betrokkenheid van het publiek bij de film maar groeien’.

Dat heeft natuurlijk veel te maken met het feit dat de problematiek van internationale wapenhandel brandend actueel is maar nog veel meer met het feit dat Grimonprez met een mix van interviews en archiefbeelden een vurig betoog afsteekt tegen wapenhandel gekoppeld aan een krachtig pleidooi voor openheid en samenwerking. Shadow World komt hard binnen. Het is een zowel verontrustende als meeslepende documentaire, tegelijk een door woede gedreven aanklacht en een speelse creatieve prikkeling van onze verbeelding. Doorgaans wordt gesteld dat de documentaire een genre is dat net zoals wetenschap en geschiedschrijving een ‘ernstig discours’ voert. Een genre dat claimt de realiteit te beschrijven en de waarheid te vertellen. Maar de documentaire doet vaak de scheiding tussen feiten en fictie vervagen én gebruikt, wanneer creatieve geesten de regie voeren, een visuele taal die een krachtige, directe impact heeft. Het documentaire beeld kan zorgen voor tranen in de ogen en een krop in de keel. Voor verbijstering en opwinding. Voor angst en woede. Zeker wanneer dat documentaire beeld een aanklacht is die de zenuweinden van de kijker als existentieel wezen raakt.

Om Shakespeare te parafraseren: ‘Weten of niet weten, dat is de vraag!’. Met andere woorden, is het beter om verschrikkelijke dingen niet te zien of om te geloven dat de wereld pas verandert wanneer men de confrontatie aangaat met die choquerende realiteit? Johan Grimonprez kiest resoluut voor het tweede. Gedreven door verwondering én woede levert hij een documentair ‘j’accuse’ af. Een aanklacht die aanstekelijk en verhelderend werkt. Dat kan verbazen omdat Grimonprez eerder een artistiek dan een politiek imago heeft. Hij studeerde culturele antropologie en fotografie in eigen land, en volgde opleidingen visuele kunsten in de VS en in Nederland om uiteindelijk ook toegelaten te worden tot het prestigieuze Whitney Museum Independent Study Program. Dat leidde aanvankelijk tot een carrière als videokunstenaar met diverse installaties die beeldmanipulatie als centraal thema opvoeren. Grimonprez speelt daarbij met afbeeldingen en verhalen, ziet zappen als ‘een extreme vorm van poëzie’ en stelt dat ‘de realiteit verstrengeld is met de verhalen die we onszelf vertellen over het wereldbeeld dat we delen’. Het wereldbeeld van Grimonprez mag dan poëtisch zijn, het is ook een kritisch beeld. Misleiding en manipulatie zorgen er immers volgens hem voor dat er heel wat verborgen blijft. In de artiest schuilt een activist.

Wel een activist die niet in de eerste plaats een boodschap wil brengen. De missie van Grimonprez als filmmaker is onthullen, het verborgene zichtbaar maken. Zijn filmdebuut, de essayistische pseudo-documentaire Dial H-I-S-T-O-R-Y (1997), gaat in première tijdens Documenta in Kassel en toont via de manier waarop vliegtuigkapingen in de media kwamen het ontstaan van een afhankelijkheidsrelatie tussen de media en terroristen. ‘Ik toonde hoe kapers in de jaren tachtig maandenlang het nieuws beheersten terwijl de regering Reagan ongemerkt in Zuid-Amerika mensen liet doden met doodseskaders’, zegt Grimonprez, ‘terrorisme is een spektakel dat meedraait in het politieke spel en gebruikt wordt door de media. CNN werd groot in de jaren tachtig met live reportages van terreurdaden. Het plaatste terroristen meteen op de kaart. Maar ook de nieuwszender’. In Double Take (2009) combineert Grimonprez documentaire en fictie-elementen. Via de figuur van filmicoon Alfred Hitchcock als paranoïde geschiedenisleraar met het apocalyptische The Birds als metafoor peilt de cineast naar de invloed van dystopisch denken in zowel de filmgeschiedenis als de dagelijkse realiteit.

Na deze twee studies in manipulatie is het niet zo vreemd dat Grimonprez vertrekt van Andrew Feinsteins onderzoekswerk uit 2011 om de internationale wapenhandel te ontmaskeren als een ‘parallelle wereld van geld, corruptie, misleiding en dood’. Daarvoor gebruikt hij archiefbeelden en getuigenissen van wapenhandelaars, lobbyisten, onderzoeksjournalisten, vredesactivisten en politici. Die verruimen het debat. Zo stelt Vijay Prashad: ‘Een maatschappij die beslist dat het merendeel van haar budget wordt geïnvesteerd in de wapenindustrie en de uitbreiding van het leger, heeft de morele beslissing genomen dat militarisme belangrijker is dan de creatie van welzijn voor de bevolking’. Shadow World maakt vooral ook duidelijk hoe de internationale wapenhandel – geholpen door overheid en veiligheidsdiensten, controleorganismen en lobbyisten – uitgroeide tot een cynische business die corruptie stimuleert (goed is voor 40% van de corruptie in de wereldhandel), politieke besluitvorming bepaalt, een hoge tol eist op het vlak van mensenlevens én een (gewapende) aanval pleegt op onze democratieën. Maar ook hoe onze veiligheid vermindert door de wapenhandel, hoe angst het debat bepaalt en hoe een permanente state of war ontwikkeld werd die zowel de machthebbers als het militair industrieel complex ten goede komt.

Andrew Feinstein werd geconfronteerd met de problematiek toen hij als ANC-lid zetelde in het Zuid-Afrikaanse parlement en via een onderzoekscommissie waarin hij zetelde ontdekte dat toen Mandela met pensioen ging er niet enkel onnodig veel wapentuig werd gekocht maar dat er daar ook flink wat smeergeld aan te pas kwam. Toen zijn commissie werd gedwarsboomd begon hij aan een onderzoek dat leidde tot The Shadow World. Inside the Global Arms Trade, een boek dat met 555 bladzijden en 2.800 voetnoten een hele leesklus is. Feinstein besefte dat een meer toegankelijke film zich opdrong en via de New Yorkse producente Joslyn Barnes maakte hij kennis met Johan Grimonprez. Het klikte meteen. ‘Vooral zijn interesse om het systematische karakter van de wapenhandel bloot te leggen beviel me’, aldus Feinstein, ‘er waren op basis van mijn boek honderden verhalen te vertellen maar ik wou vooral het systeem onthullen’. Voor Grimonprez moest dit gepaard gaan met woede maar ook met verwondering: ‘Toen ik het boek las was het een revelatie, ik wou de film eenzelfde gevoel van ontdekking meegeven’. Wat leidde tot een langzame opbouw via een driedelige structuur. Shadow World vertrekt van de wapenhandel als business, staat dan stil bij de verkoop van oorlog, om uit te komen bij het starten van oorlog. ‘Een evolutie met een toenemende perversiteit’, aldus Grimonprez.

‘Politici zijn prostituées, alleen zijn ze duurder’, zegt een cynische wapenhandelaar, terwijl een Saoedi stelt ‘wij vonden de corruptie niet uit, het zit in de menselijke natuur’. Shadow World maakt duidelijk dat hebzucht de motor is van veel wapendeals en er voor zorgt dat wapenhandel ‘a business of bribes’ geworden is. Wat activiste Claire Short de vraag doet stellen: ‘waarom schrappen ze de wapens niet en geven ze de steekpenningen zo aan de mensen?’ Maar Grimonprez wil zich niet vastzetten in het enkel bekritiseren van een sociaal kwaad en zwarte schapen zoals ‘wapenhandelaar’ Tony Blair. Hij peilt naar de structuur en het systeem achter de wapencarrousel. Een carrousel die fungeert als een perpetuum mobile, een zichzelf in beweging en in stand houdende oorlogshandelsmachine.

‘Het is verbijsterend hoe we in de notie van perpetual war, eeuwigdurende oorlog, ook een permanente vijand ontwikkelden die we kunnen definiëren en herdefiniëren zoals het ons uitkomt op elk moment’, benadrukt Feinstein. Angst is daarbij een wapen, terwijl juist de wapens beangstigend zijn. ‘Ik hou niet langer van blauwe luchten want dan vliegen de drones’, zegt een van de slachtoffers van de ‘war on terror’. Een ander slachtoffer van de wapenhandel is de democratie. Want daar waar het militair industrieel complex aanvankelijk vooral de regels omzeilde, bepaalt het nu mee (via de rechtspraak die in internationale handelsverdragen wordt verankerd) de regels. ‘Een van de redenen waarom ik me zo vastbijt in wapenhandel is niet een fascinatie voor wapens’, zegt Feinstein, ‘maar wel het besef dat wapenhandel de meest extreme manifestatie is van hoe op het raakvlak van business en politiek dingen ontstaan die catastrofaal zijn voor de democratie’.

Shadow World onthult niet enkel het vernietigende, corrupte en democratie bedreigende karakter van de globale wapenhandel maar doorprikt ook enkele mythes. Waaronder de opvatting dat het onze menselijke, ‘natuurlijke’ agressiviteit is die tot oorlogen leidt. Het verhaal van het kerstbestand tijdens Wereldoorlog I dat Grimonprez aanhaalt is veelzeggend. Beide kampen deden toen spontaan – tot afgrijzen van de legerleiding die vooral het vijandbeeld levendig wilde houden – de wapens zwijgen, verlieten hun loopgraven en verbroederden om pas dagen later onder dwang de vijandelijkheden te hervatten. Een illustratie van hoe oorlogen kunstmatig gevoed worden. Grimonprez geeft ook aan dat er wel alternatieven zijn voor de op darwinistische wijze verklaarde hebzucht. Zo wijst hij op de onderzoeken van Frans De Waal op het gebied van empathie, waarbij samenwerking en conflictoplossing hebzucht en corruptie counteren.

Een positieve, hoopvolle boodschap in een film die volgens Feinstein ook ‘helden’ bevat: ‘De leidraad is de rebel, het individu dat de confrontatie aangaat met het gezag. Mensen zoals Muntadhar al-Zaidi, de Iraakse journalist die een schoen naar Bush wierp om zijn afkeuring duidelijk te maken. David Lawley-Wakelin die Tony Blair verbaal onder vuur nam, Marta Benavides ook en Chris Hedges, een journalist die ontslagen werd bij de New York Times omdat hij zich openlijk uitsprak tegen de invasie in Irak’. Verzet is noodzakelijk en zinvol. Ook al wordt het veelal als futiel en ridicuul weggezet. Chris Hedges formuleert het zo in Shadow World: ‘Het is de rol van de rebel om de machtigen angst aan te jagen’.

‘Wetenschappers zeggen dat we bestaan uit atomen. Ik heb gehoord dat we bestaan uit verhalen’. Zo opent deze poëtische strijddocumentaire, met een spanning tussen ratio en verbeelding, tussen feiten en emoties. Shadow World vertelt vanuit woede het apocalyptische verhaal van een business die een samenleving ondergraaft maar pleit tegelijk met humor en intelligentie voor rebellie en samenhorigheid. ‘Voor mij is alles wat Shadow World toont een symptoom voor iets dat veel dieper gaat’, zegt Grimonprez, ‘een politieke crisis die aangeeft dat we het politieke proces dienen te herdefiniëren en dat we moeten herbekijken hoe we als ‘wij’ in de wereld staan. Dat verhaal moet niet herschreven worden maar herdacht. Daar wilde ik met Shadow World op wijzen: dit is een symptoom maar er speelt iets veel fundamentelers’.

Het blijft verfrissend dat op het moment dat de multiplexen overspoeld worden door films die nauwelijks boeiend, amper interessant en al helemaal niet verontrustend zijn; er filmmakers zoals Johan Grimonprez zijn die alternatieve wegen bewandelen en ons durven bevragen. Waarom is film in het algemeen en een documentaire zoals Shadow World in het bijzonder belangrijk? Omdat het een fantasierijk spel opvoert met de waarden, overtuigingen, tekortkomingen en crisissen van de cultuur waaruit kunst ontstaat. Een spel ook dat nieuwe inzichten doet ontstaan en wijst op oude gevaren. De nucleaire doos van Pandora waar Robert Aldrichs film noir Kiss Me Deadly (1955) ons in volle Koude Oorlog voor waarschuwde, is in de war-on-terror-hysterie die Shadow World doorprikt nog altijd een explosieve en gevaarlijke doos. War is hell.

Alle citaten komen uit een interview met Andrew Feinstein en Johan Grimonprez, verschenen op DeWereldMorgen.be: http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2016/11/24/andrew-feinstein-en-johan-grimonprez-over-shadow-world-wapenhandel-blaast-de-democratie-op

Shadow World zal op 5 maart vertoond worden op Canvas.