Arthur Hendrikx*

Decision to leave van Park Chan-Wook

 

Nieuwe films in de cinema die het etiket ‘film’ waardig zijn, vormen een uitstervende soort, zoals Martin Scorsese vorig jaar aangaf. Maar de Zuid-Koreaanse regisseur Park Chan-Wook, bekend van films als Oldboy (een erg gewelddadige en expliciete filosofische thriller), Stoker en The handmaiden (allebei erotisch drama’s), kun je tenminste nog toevertrouwen goede films te maken. Zijn nieuwste opus, Decision to leave, is intrigerend en mysterieus, subliem geacteerd, en vooral moeilijk, in de best mogelijke zin van het woord, waarmee ik bedoel: een film die je meerdere keren moet zien om hem tot zijn recht te doen komen, een film die baat heeft bij reflectie. De kronkelingen van het plot zijn soms lastig te volgen, maar gelukkig doet dat niets af aan het emotionele hart van het verhaal, namelijk de liefdevolle obsessie (of obsessionele liefde) die een rechercheur ontwikkelt voor een vrouwelijke moordverdachte. De recensent Jeroen Struys signaleert dat Chan-Wook met dit verhaal van verlangen, obsessie en voyeurisme knipoogt naar Hitchcocks Vertigo, net zoals hij met Stoker knipoogde naar Shadow of a doubt, die andere Hitchcock-klassieker (puur technisch misschien wel de grootste prestatie van Hitchcock, met een onvergetelijke Joseph Cotten in de hoofdrol). Niet verkeerd: je kunt het procedé van Chan-Wook vergelijken met dat van Brian De Palma in zijn beginperiode, namelijk overduidelijk postvatten in het kielzog van de grote meester, maar ook nog een aantal eigen obsessies in de kookpot gooien om zo geboorte te geven aan een vreemdsoortig hybridisch monstrum horrendum (andermaal in de meest positieve zin des woords). De voornaamste fetisjen van Chan-Wook zijn sadisme, sadomasochisme en een merkwaardige symbiose van geweld en liefde: zijn personages koesteren vaak een fascinatie voor geweld die grenst aan de pathologie. Maar daar waar het personage van Mia Wasikowska in Stoker onverbloemd geilt op moordlust en geweld, is de ambiguïteit in Decision to leave veel groter: de rechercheur Hae-jun, gespeeld door de vermaarde acteur Park Hae-il, raakt tijdens een vruchteloos moordonderzoek geobsedeerd door de mooie en mysterieuze Seo-rae (Tang Wei), die ervan verdacht wordt een malafide rol te hebben gespeeld bij de val en dood van haar man, maar als gaandeweg de film blijkt dat zij inderdaad niet helemaal deugt en zijn fascinatie alleen maar groter wordt, is het niet duidelijk of dit ondanks of vanwege haar problematische moraal is. Misschien weet hij het zelf ook niet goed – alles wat hij weet, is dat hij haar liefheeft. Maar het is complexer dan gewone ‘liefde’: laat in de film refereert Seo-rae aan een liefdesbekentenis zijnentwege, die zij opgenomen zou hebben, maar hij fronst zijn wenkbrauwen en reageert sceptisch: zo letterlijk heeft hij het nooit uitgesproken. Hun relatie is een eeuwig kat-en-muisspel, van het begin tot het bittere einde, waarbij hij haar tegelijk wil volgen en ontlopen en zij hem soms dichterbij laat komen, maar op het laatste moment telkens weer afstoot.

Dat is het grote kaderverhaal van Decision to leave. Een film die staat of valt bij de casting en prestatie van de twee hoofdacteurs – we zijn verheugd u mede te delen dat zowel Park Hae-il als Tang Wei subliem zijn, waarbij het moeilijk zou zijn te bepalen wie het beste is. Hae-il heeft de perfecte kop voor zijn rol: knap, meditatief, in zichzelf gekeerd, een man die nog in staat is tot grote gevoelens en dromen maar deze, omdat hij weet of denkt dat het toch geen zin heeft, gereserveerd voor zich houdt. In die zin ontketent Seo-rae een dynamiek en een passie bij hem, die lange tijd onder water waren gebleven. Net zoals bij McNulty in The wire gaat zijn passie voor moordzaken ook erg ver: hij hangt thuis aan de wand foto’s op van onopgeloste zaken en blijft ’s nachts slapeloos voor zich uitstaren, omdat ze hem zodanig bezighouden. Hae-jun leeft voor moordzaken, en weet ergens wel dat zijn fascinatie problematisch is, maar legt zich erbij neer: het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Het maakt zijn kern uit. En dan is er de Chinese actrice Tang Wei, die de moeilijke taak kreeg sympathie op te wekken ondanks haar moordenaarsneigingen; ze slaagt met glans. In navolging van Hae-jun raak je door Seo-rae gefascineerd; in weerwil van jezelf hoop je op een romantische of tenminste erotische ontknoping. Maar daar is het wereldbeeld van Chan-Wook te donker voor.

Zo donker en pessimistisch als zijn mens- en wereldbeeld is, zo speels is Chan-Wook in zijn narratieve mise-en-scène. Hij speelt met de mogelijkheden van cinema, wat soms aan vervreemdingseffecten doet denken: het kan bijvoorbeeld dat Hae-jun vanuit een auto Seo-rae begluurt met een verrekijker, en je hem ineens in haar kamer ziet staan terwijl hij haar doen en laten nauwlettend gadeslaat. Dit is geen surrealisme, maar een manier om te laten zien hoe verregaand het voyeurisme van Hae-jun is, of gewoon het vindingrijke ontregelen van cinematografische grammatica om de scène visueel interessanter te maken.

Kleine momenten en korte zinnetjes kunnen bij Chan-Wook aanduiden dat er iets groters op til is. Wij hebben het toch zo goed, vergeleken met al die andere koppels die na jaren uitgeblust zijn en zich doodvervelen, lacht de vrouw van Hae-jun in een vroege scène. Hij lacht instemmend, maar een bijna onmerkbare aarzeling op zijn gezicht spreekt boekdelen. Later wordt de dramatische ironie van die uitspraak duidelijk: tijdens een zeldzame vrijpartij dwaalt zijn blik af naar de televisie (waar het nieuws bezig is en niet toevallig over een moordzaak gaat); hun relatie is zo uitgeblust als maar zijn kan. Hij ziet haar sowieso weinig (enkel in het weekend, ze wonen ver van elkaar), is eigenlijk getrouwd met zijn job, en wordt dan ook nog verliefd op een andere vrouw. De vonk die van Seo-rae op hem overvliegt en hem onherroepelijk aansteekt, is van taalkundige aard: haar schoonheid en mysterieuze rol bij de dood van haar man intrigeren hem al, maar wanneer ze eerst zegt Chinese te zijn en daarom gebrekkig Koreaans te spreken en vervolgens een eloquente uitdrukking gebruikt (in de vertaling ‘ten langen leste’, spijtig dat ik geen Koreaans kan voor de originele uitdrukking), is zijn ware fascinatie geboren.

Een aanzienlijk deel van de film bestaat uit geschreven berichten en spraakberichten, die we in beeld te zien, respectievelijk te horen krijgen. Zozeer zelfs, dat het de vraag doet rijzen of de smartphone als concept een betekenis heeft binnen het verhaal. Ik ben geneigd te denken dat Chan-Wook het louter als een narratief instrument hanteert, precies zoals de misverstanden in Seinfeld-afleveringen op omgekeerde wijze vaak leunden op het nog-niet-bestaan van gsm’s. Hoewel… het toont misschien de fundamentele afstand aan tussen Hae-jun en Seo-rae, het feit dat ze veroordeeld zijn tot communicatie via technologie, wat het kat-en-muisspel extra in de verf zet.

De hele film lang hangt er een spanning in de lucht, gecentreerd rond de vragen: zal hij haar ‘vinden’ (in alle betekenissen van het woord)?; en waarom doet zij wat ze doet? Beetje bij beetje ontrafelt Hae-jun de mysteries, maar haar kern blijft ongrijpbaar – en toch weet hij dat hij verliefd is. Wat zij voor hem voelt is ingewikkelder; ik vermoed dat ook een tweede en derde bezichtiging weinig antwoorden zullen bieden. Misschien moeten we een beroep doen op Ibsen en zijn concept van de troll die (potentieel) in ons allemaal resideert en je in zijn ban kan nemen: zij doet wat zij doet omdat ze niet anders kan, zonder het zelf te kunnen rationaliseren.

Het opvallendste beeld uit de film is de berg, vanwaar de man van Seo-rae viel en zo stierf, en die later in de film nog eens terugkeert wanneer Hae-jun en Seo-rae er samen naartoe gaan. De hoogte en steilte van de berg worden duidelijk gemaakt aan de hand van imponerende shots; in die tweede scène is het ook nog stikdonker. Als Hae-jun met zijn rug naar Seo-rae over de rand gebogen staat, ben je er niet gerust in. Waarom leunt hij zo over de rand? Het is een berekend risico. Hier doet de ware betekenis van de titel (Decision to leave) zijn intrede: allebei de personages worden neergedrukt door een loodzwaar pessimisme, ze zijn getekend door een levensmoeheid en een daarmee gepaard gaande fascinatie voor de dood. Alleen de doden van zijn onopgeloste zaken zijn een echt voorwerp van interesse voor Hae-jun, tot hij dan Seo-rae ontmoet, – en ook zij heeft een problematische relatie met de dood, met wie ze net zoals met Hae-jun een verleidingsdans speelt. Het is de grote vraag wie van de twee haar het eerst zal kunnen omhelzen.

Het hart van de film zit in het shot van Hae-jun die moederziel alleen en vol wanhoop vecht tegen de branding, die dreigt hem op te slokken: hij is op zoek naar Seo-rae en roept haar naam, maar het is hoogst onzeker of er ooit antwoord zal komen. De branding als symbool voor zijn liefde vol verwarring: overstelpend en overrompelend, zonder één moment van stasis of helderheid, en zonder de mogelijkheid hem af te schudden. Te midden van een vreemd en vervreemdend verhaal vol moord, mysterie en voyeurisme verrijst op die manier het tragische portret van een verliefde man.

 

Reageren? Mail naar: arthurhendrikx@hotmail.com

 

Arthur Hendrikx is freelance vertaler en copywriter. Hij volgde een master Wijsbegeerte en een master Zuid-Amerikaanse studies aan de KU Leuven, waar hij zich toelegde op literatuurfilosofie en Spaanse cinema.