Boekbespreking Bryan Beeckman*

 

Ieder jaar verschijnt er in het teken van de Maand van de Filosofie die in april plaatsvindt, een (populariserend) essay van de hand van een Nederlandstalige filosoof of filosofe. Dit jaar had de Nederlandse Eva Meijer de eer een essay te schrijven rond het thema ‘De natuur was hier’.

Meijers essay, getiteld Vuurduin. Aantekeningen bij een wereld die verdwijnt, verhaalt over een bezoek aan Vlieland (een eiland in de Waddenzee in het noorden van Nederland dat bij de provincie Friesland hoort) waaraan ze vele herinneringen heeft en na twintig jaar samen met haar hond Doris nog eens terugkomt. Haar beschrijving, waarbij zelfs pijnlijke herinneringen niet geschuwd worden, vormt een kapstok waaraan ze meerdere gedachten en filosofische overpeinzingen over natuur koppelt. Zo merkt ze, in een inleidend hoofdstuk, de afwezigheid op van zeepokken die haar in haar kindertijd fascineerden. Naast zeepokken zijn er echter nog andere diersoorten, zoals vissen en vogels, waarvan de aanwezigheid steeds vermindert. Dit is te wijten aan de klimaatverandering, waaraan de mensheid oorzakelijke schuld heeft. De teloorgang van het ecosysteem van het Waddengebied en natuur in het algemeen zet Meijer aan, na te gaan na wat er exact verdwijnt om vervolgens na te gaan wat er tegenover kan worden gesteld.

Hiervoor gaat ze in op de betekenis van de begrippen ‘cultuur’ en ‘natuur’. Ze merkt op dat de twee niet van elkaar te onderscheiden zijn omwille van het relationele aspect (de relatie tot de ander, of dat nu mensen, dieren of planten zijn). Beiden beïnvloeden elkaar waardoor van natuurculturen (nature cultures, een term van Donna Haraway) gesproken kan worden. Volgens Meijer is Wittgensteins concept van taalspelen een goed beginpunt, enerzijds om dieren beter te begrijpen, anderzijds om het begrip ‘natuur’ te bevatten aangezien de betekenis van begrippen afhankelijk is van de context waarin ze worden gebruikt.

Ook uit Meijer haar woede. De mens is van de natuur losgerukt en kan als verantwoordelijke (intentioneel of niet) voor het verdwijnen van ecosystemen en natuur in het algemeen worden gezien. Dit brengt dierlijk leed en ecologische teloorgang met zich mee waarvan de meeste mensen niet wakker liggen of zich zelfs niet bewust zijn. Diegenen die in een positie zijn er iets aan te doen, opteren er vaak voor niets te doen. Deze woede zet aan tot het spreken van waarheid, zoals de Griekse parrhesiastis (bijvoorbeeld Diogenes van Sinope) dat deed. Het spreken van waarheid kan verandering op gang brengen. Misschien zelfs een verandering om samen met dieren op een andere manier met elkaar om te gaan.

Ook Arturo Escobars idee van pluriversum, dat voor een andere manier van denken pleit waarbij er niet één maar meerdere wereldbeelden naast elkaar bestaan (waaronder vele waarin de mens níet centraal staat), kan tot verandering leiden. Als mens moeten we leren om beter te kijken en te luisteren naar de wereld rondom ons. Naast een attitudewijziging van individuen, dient er ook een systeemverandering plaats te vinden. Volgens Meijer kan dit door collectief te hopen, waarbij hoop gezien wordt als een praktijk die toont dat het ook anders kan en anders moet. Dat gebeurt bijvoorbeeld door gevestigde politieke partijen zoals de Nederlandse Partij voor de Dieren, waarmee Meijer haar eigen politieke voorkeur en engagement prijs geeft en uitspeelt. Op die manier kunnen we, volgens Meijer, de vervreemding van de natuur een halt toe roepen.

In het essay vind je bij ieder hoofdstuk een prachtige illustratie van een stukje natuur zoals een hert of dennenappel, wat telkens een mooie knipoog is naar wat er in de tekst verhaald wordt. Naast deze tekeningen, verschijnt er soms een stukje literaire compositie, vaak van eigen hand, dat haast aan poëzie doet denken. Inhoudelijk is het essay luchtig en uitermate geschikt als essay voor de Maand van de filosofie 2021. Echter, soms springt het van de hak op de tak. Het reikt meerdere gedachten over natuur aan zonder ze altijd volledig uit te diepen. Al komt dit soms wat onsamenhangend over, het essay slaagt er toch in de lezer aan te sporen mee en verder te denken. Misschien kan het essay voor sommige lezers zoals Vuurduin (de lichttoren van Vlieland) zijn. Een baken van licht en hoop dat hen tot op het punt brengt dat ze hun dispositie ten opzichte van natuur veranderen en tezamen met Meijer mee hopen op een betere toekomst waarin er meer zorg en aandacht voor de natuur is.

 

Eva Meijer, Vuurduin. Aantekeningen bij een wereld die verdwijnt, Lemniscaat/Maand van de filosofie, Rotterdam, 2021, 88 blz., 4,99 euro, ISBN 9789047713418.

 

Reageren? Mail naar: bryan.beeckman@uclouvain.be

 

Bryan Beeckman (°1991) is doctoraatsstudent Bijbelwetenschappen aan de UCLouvain en de KU Leuven. Hij is ook vrijwillig wetenschappelijk medewerker aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen (KU Leuven). Zijn onderzoek focust zich op de Septuagintavertaling van Spreuken en Job.