Madina Hamidi*

 

‘Uit iemands woorden blijkt nimmer zijn ware persoonlijkheid: slechts zijn daden onthullen haar,’ zou Gustave Le Bon gezegd hebben. En ik vind geen betere woorden om te beschrijven wat ik persoonlijk vind van de ‘vredesonderhandelingen’ met de taliban. Zelfs het idee van het aanbieden van de mogelijkheid tot erkenning van de taliban als legitieme regering van Afghanistan én de reactie hierop van China, als zou dit een ‘belangrijke etappe in het herstel van de orde in het land en de wederopbouw’ zijn, jagen me de stuipen op het lijf. De propaganda van de ‘nieuwe’ taliban beweert dat zij inclusief zouden zijn en de vrouwenrechten respecteren. Daarnaast zouden mensen geen schrik moeten hebben want ze willen een inclusieve islamitische regering waarin alle Afghanen zouden worden vertegenwoordigd.

Wel, kan waar barbaren heersen nog over vrede worden gesproken? De slechtste leugenaars zijn zij die zich snel verraden door hun tegengestelde handelingen. De taliban zijn nog maar pas (terug) aan de macht en de hemel boven Afghanistan huilt met bloed. Naast alle aanslagen en moorden die er zijn, wordt het land een openluchtgevangenis voor de hele Afghaanse bevolking. Waar is de inclusiviteit als de regering slechts uit bebaarde, ongeletterde en religieuze mannen is samengesteld? Waar zijn de vrouwenrechten binnen hun sharia als meisjes het verbod op onderwijs en werk wordt opgelegd? En alsof dat nog niet genoeg is stelen ze ook nog eens hun volledige bestaansrecht door een afschuwelijk gewaad dat hen van top tot teen moet verhullen. Waar is de vredevolle vertegenwoordiging als andersdenkenden en anderszijnden voor hun leven vrezen en op de vlucht moeten? Waar zijn de bewijzen van herstel en wederopbouw als mensen vanwege de ernstige humanitaire crisis en uit de hongersnood zelfs eigen bloed, hun eigen kinderen moeten verkopen?

Het plotse vertrek van Amerikanen na jarenlange aanwezigheid doet toch wel vragen rijzen. En de argumenten zoals ‘als de taliban geen terroristen meer herbergen, kan Amerika vertrekken’ of ‘de Afghanen moeten hun toekomst zelf uitzoeken’ zijn niet alleen schokkend maar ook discutabel. Enerzijds, het valt niet te miskennen dat de taliban zelf een terroristische groepering vormen. Zijn we soms vergeten dat de huidige verkozen leden van deze talibanregering op de lijst van terreurverdachten stonden? Bovendien: hebben ze met hun daden al niet meer dan genoeg bewezen waar ze precies voor staan? Daarbij komt nog dat ze als erkende legitieme overheid schaamteloos hun criminele daden zelfs openlijk willen legaliseren onder het mom van ‘onderhandelen’. Anderzijds, hoe kunnen Afghanen zelf hun toekomst bepalen of keuzes maken als ze plotsklaps gedwongen worden zich te onderwerpen en te gehoorzamen? Voor zover ik weet hebben de taliban geen verkiezingsrondes gehouden. Wanneer er dwang gehanteerd wordt dan kan er onmogelijk gesproken worden van een keuze, het is eerder een overgave.

Afghanistan kent al verschillende generaties lang geen politieke vrede meer. Het échte en juiste antwoord op de achterliggende oorzaken zullen we waarschijnlijk nooit ondubbelzinnig krijgen, maar de wereldgeschiedenis kan voor ons toch een tipje van de sluier oplichten. Hoewel bij het zien van de catastrofale oorlogsbeelden vanuit Afghanistan luxe niet echt het eerste is wat in ons opkomt, toch valt niet te ontkennen dat Afghanistan een land is dat ongelooflijk rijk is aan olie, papaver, ijzererts, goud, mineralen, kristallen en zeldzame edelstenen. Volgens het toenmalige Ministerie van Mijnbouw in Afghanistan zou dit kapitaal zelfs 3000 miljard dollar bedragen (tenminste als we geloven dat de werkelijke cijfers van de waarde van die bodemschatten niet uit opportunisme verborgen worden gehouden).

Amerikanen zijn ons land binnengevallen met het excuus van een war on terror en de mooie belofte van democratie voor de Afghaanse bevolking. En nu, ongeveer twee decennia later, vertrekken ze zomaar met diezelfde terroristen als plaatsvervangers en de economische puinhoop als kater. En de vage en onsamenhangende rechtvaardigingen maken alles nog extra verdacht. Heel dit gebeuren heeft een zodanig louche karakter dat het bijna onmogelijk is, niet te worden afgeleid door de gedachte aan exploitatie, fraude, corruptie, machtsmisbruik en diefstal van rijkdommen. Het doet heel hard denken aan Afrikaanse landen waar ondanks de eigen rijkdom aan bodemschatten niks veranderd is aan de welvarendheid, voortgang en opbouw van die landen en ontwikkeling van hun burgers. Indien internationale tussenkomst als voornaamste doel de bescherming, veiligheid en ontwikkeling van de onschuldige burgers heeft, hoe komt het dan dat er sprake is van enorme discrepantie tussen de rijkdom van ons land en de armoede van onze burgers? En bovenal, kunnen we het de Afghaanse bevolking nog kwalijk nemen als ze het vertrouwen in de internationale gemeenschap kwijt is?

Je zou denken dat de Afghaanse problematiek een ver-van-mijn-bed show is én zal blijven. Immers, de afstand verblindt de meesten van ons met onverschilligheid. We houden onszelf blijvend gehypnotiseerd door leugens die we onszelf vertellen. Dit zelfbedrog zal de wereld uiteindelijk heel duur te staan komen. Er zijn talloze redenen waarom de macht van de taliban ons allemaal zorgen zou moeten baren, want de problemen van Afghanistan zullen niet enkel binnen het land blijven maar net als een virus zullen ze snel over de hele wereld worden verspreid.

Het dient onder de aandacht te worden gebracht dat de Afghaanse bevolking ook zonder de talibanisering al geen vrede kende. Alhoewel de taliban hun sharia als enig effectief goddelijk middel zien dat zij toepassen om het volk tot gehoorzaamheid en onderdanigheid te brengen, paste de Afghaanse gemeenschap voordien daarentegen ook strikt culturele ongeschreven regels toe, als effectief eerbiedwaardig middel. Het verschil in de toegepaste tactieken maakt de onmenselijke daden van de ander niet heiliger. Als Afghaanse vrouw ben ik zelf getuige van de realiteit dat het verschil tussen de taliban-orthodoxie en de traditioneel toegepaste Afghaanse cultuur flinterdun is. Denk maar eens aan het uitsluiten van andersdenkenden en anderszijnden. Voor diegenen van buiten de Afghaanse cultuur lijkt een extreem regime zoals dat van de taliban de ergste nachtmerrie. Maar ondanks de felle kritiek van de Afghaanse gemeenschap op het optreden van de taliban, is ze ook zelf niet echt zo tolerant tegenover mensen die de religie verlaten. Ze zijn integendeel evengoed verantwoordelijk voor de dagelijkse horror. Erger zelfs, enige kritische vraagstelling of een sceptische houding tegenover de Islam wordt onmiddellijk geclassificeerd als blasfemie en belediging. Hiermee pakken ze niet alleen maar het recht op vrijheid van denken af, maar ook het recht op (zelf)ontwikkeling. Kinderen worden van jongs af aan onderricht en verplicht de religieuze voorschriften boven alle andere morele of menselijke waarden te eerbiedigen. ‘Eerst god dan de rest,’ luidt dan de rechtvaardiging. En dit zijn diezelfde mensen die het luidst roepen als het gaat over het recht op onderwijs. Ik kan deze hypocrisie moeilijk verteren en wil absoluut niet nalaten hierbij een kritische kanttekening te maken. Als de educatie een alomvattende en overkoepelende term is, kunnen we dan mensen die de vrijheid van gedachte veronachtzamen nog vrijheidsstrijders noemen? Ik geloof dit soort mensen niet, want ze zijn geen verdedigers van vrije educatie maar van indoctrinatie.

Maar aangezien de complexe intersectie tussen de religieuze en culturele voorschriften niet zo scherp is, wordt de ongehoorzaamheid of niet naleving van strikt culturele regels op gelijke voet strafbaar bevonden. Van de meisjes en vrouwen wordt er een ‘deftige’ kledingcode verwacht. Het absurde is dat het dragen van een boerka wordt beoordeeld als ‘ontnemen van vrijheid’, maar tegelijkertijd worden vrouwen met een klein beetje zichtbare huid onverwijld bestempeld als ‘schaamteloze hoeren’. Wat een tegenstrijdige gedachtegang! Daarenboven is het hebben van een liefdesrelatie of intimiteiten vóór het huwelijk een verwerpelijke daad die alle grenzen van fatsoen, eerbaarheid en kuisheid zou overschrijden. En ik spreek niet eens over de afschuwelijke discriminatie, wanneer de gekozen partner een andere culturele of religieuze achtergrond heeft. Overigens is ook afwijkende seksuele voorkeur of genderidentiteit een zonde die onmogelijk vergeven mag worden. Volgens de dominante meerderheid zijn het allemaal gefrustreerde dwaalgeesten die graag willen experimenteren met hun duivelse lusten. Bij deze gevallen geldt verkrachting als een terechte straf en is hun sterven een verdiende loon. Ook racisme en discriminatie jegens etnische of religieuze minderheden zijn onze mensen niet vreemd. Neem nu de verdeeldheid tussen shia-sunni relaties, Hazara’s, Pashtoons, Uzbeks, Tajiks en andere andersdenkenden of anderszijnden die als rivalen worden bestempeld. Het lijkt erop dat vrijheid een soort draaiboek is waarvan het script door de ouders, familie en gemeenschap in eigen voordeel tot in detail wordt beschreven en bepaald. Het hoofdpersonage krijgt dan geen enkel zelfbeschikkingsrecht. De strikt sociale bewaking mondt uit in onderdrukking, gevangenschap, controle en isolatie. En indien deze geen resultaten opleveren stappen ze over naar het toepassen van doodsbedreigingen, disproportionele tuchtmaatregelen, familieverstoting of sociale en financiële boycot, schandmerken en zelfs eremoorden.

Ik heb zelf persoonlijk omwille van mijn liberale keuzes al elf lange jaren het gemis van moeder- en zusterliefde moeten overleven. Ik weigerde resoluut de disfunctionele strategieën te volgen en wilde genieten van de vrijheid in haar totaliteit. Daarvoor waren we toch gevlucht, niet? Misschien was het beter indien mijn leven door een kogel van de taliban zou eindigen. Ik zou dan sterven en de marteling zou onmiddellijk stoppen. Maar door de straf van mijn familie kijk ik élke dag opnieuw de dood in de ogen zonder te sterven. De psychologische foltering lijkt eeuwigdurend. Niemand verdient het om te moeten kiezen tussen de familieliefde of vrede.

Er is geen eenduidig antwoord om het dilemma van de Afghaanse psyche te kunnen verklaren. Het lijdt geen twijfel dat de problematiek vanuit verschillende invalhoeken dient te worden benaderd: politiek, sociologisch, psychologisch en economisch. Aan de ene kant is de vraag naar het ontstaan van deze sociale normen en waarden en beïnvloeding van deze standaarden  van gedrag in de religie hetzelfde als het kip-en-ei-probleem. Aan de andere kant dienen we de draagwijdte van generatielange onverwerkte oorlogstrauma’s ook niet te onderschatten. Generatie op generatie zijn Afghanen geconfronteerd met dagelijkse onrust onder oorverdovende geweerschoten en bombardementen, ondraaglijk leed, hongersnood en verlammende angst. De impact van gruwelijke oorlogsbeelden en geliefden die voor de ogen worden uitgemoord zijn allemaal desastreus en laten blijvende diepe wonden achter. Daarbij gaan waardevolle kennis, ervaring en talenten verloren omdat mensen dan moe getergd zijn. In de laatste jaren hebben de Afghanen gedurende een korte periode klein beetje ademruimte gekregen om de buitengewone achterstand op het gebied van maatschappelijke participatie en emancipatie in te halen. De verwachting van de buitenwereld is hoog maar toch ergens illusoir want volledige heling en herstel zullen nog enkele generaties nodig hebben. Uiteraard mits stopzetting van oorlogen en terreur, maar voornamelijk door toegang tot het onderwijs. En dit is exact het probleem waartegen we allemaal samen moeten vechten. De erkenning van de taliban zou elke groei saboteren en geen kansen laten voor intellectuele vooruitgang. Laat ons vooral ook niet te snel en ondoordacht een vreugdedans houden bij het horen van de opening van Afghaanse universiteiten onder het talibanregime. Wetende dat sharia elk andere vorm van kennis als afvallig en ondergeschikt beschouwt én alle vormen van kritiek en scepticisme verbant, laat zich raden wat voor gecensureerde educatie Afghaanse jongeren onder het talibanregime zullen krijgen. Mensen zonder educatie zijn gemakkelijke prooi voor manipulatie, indoctrinatie, radicalisme en terrorisme.

Afghanistan, het prachthuis van Lapis Lazuli, smaragd en robijn die de ogen doen fonkelen als de sterren in de hemel. Het land waar de ingetogen vrouwelijke schoonheid de harten steelt en bekoort. Het land van pittoreske landschappen en gebergten. Het land van ongeziene gastvrijheid en exotische vruchten die doen watertanden. En tegelijkertijd een land waar door de aanwezigheid van een eeuwigdurend vuur de mensen onderworpen worden aan een hoge mate van fysiek en mentaal lijden. De beschrijvingen van het paradijs en de hel in alle ‘heilige’ boeken lijken precies over Afghanistan te gaan. Afghanistan bewijst dat schoonheid zowel een zegen als een vloek is.

 

Reageren? Mail naar: madinahamidi@gmail.com

 

Madina Hamidi woont sinds 2002 in Vlaanderen. Zij werkt op dit moment als juridisch medewerker bij een gerechtsdeurwaarderkantoor én heeft zelfstandige praktijk als psycho-traumatoloog.