Guido Vanheeswijck*

Het Adrianus-dossier

Het tijdperk dat Joris Tulkens als schrijver van historische romans bestrijkt is duidelijk omlijnd. Gaandeweg is hij de chroniqueur geworden van de eerste helft van de zestiende eeuw, een periode die min of meer samenvalt met het leven en de regering van Karel V en waarin zich het schisma tussen katholicisme en protestantisme voltrok. Aanvankelijk was Tulkens gefascineerd door de humanist Nicolaas Cleynaerts, aan wie hij twee romans en een wetenschappelijke uitgave van diens brieven wijdde.[1] Daarna kwamen Erasmus en zijn entourage in het vizier. In diens entourage bevond zich ongeveer iedereen die in deze roerige periode belangrijk was. Tulkens schreef historische romans over onder meer Thomas More, Erasmus’ Engelse boezemvriend; Pieter Gillis, Erasmus’ Antwerpse vriend; Johanna de waanzinnige, de moeder van Karel V en over de peripetieën en pesterijen rond de oprichting van het Drie Talencollege in Leuven.

In de voorliggende historische roman speelt de in Utrecht geboren Adriaan Floriszoon Boeyens (1459-1523) de hoofdrol, de enige Nederlandse paus die tussen 1522 en 1523, iets meer dan een jaar, als Adrianus VI de scepter mocht zwaaien in het Vaticaan. We leren de figuur van Adrianus kennen via een dossier dat zijn persoonlijke secretaris, de Brabantse theoloog en latere inquisiteur Dirk Van Heeze samenstelt om de gedachtenis aan zijn meester te redden en zo te zorgen voor ‘het eerherstel van de goede naam van een heilig man’. Het dossier bestaat uit de verslagen van talloze figuren die met Adrianus hebben samengewerkt in de verschillende periodes van zijn loopbaan en hun licht laten schijnen over zijn persoon en zijn werk.

Uit die verslagen komt Adrianus naar voren als een veelzijdige, maar uitermate tragische figuur. De intelligente Adrianus was een competente theoloog en hoogleraar die allereerst een authentieke christen wilde zijn. Net zoals Erasmus, had hij zijn opleiding genoten bij de Broeders van het Gemene Leven, die zich sterk baseerden op De navolging van Christus van Thomas a Kempis. Aan de universiteit van Leuven bouwde hij een mooie carrière uit; zijn huis in Leuven, het huidige Pauscollege, zal hij testamentair aan de universiteit schenken om er arme studenten te huisvesten.

Tegen heug en meug wordt hij op latere leeftijd kerkpoliticus. Eerst in Spanje, waar hij als gezant van Karel V optreedt en in concurrentie met de beruchte Spaanse kardinaal Francisco Jiménez de Cisneros de politieke bakens moet uitzetten. Om een tegenwicht te bieden aan Cisneros, geeft Karel zijn oud-leraar Adrianus alle kansen om de kerkelijke en politieke ladder te beklimmen. In twee jaar tijd wordt hij op instigatie van de keizer bisschop, grootinquisiteur én kardinaal. Dankzij die laatste benoeming is Adriaan ‘papabile’ geworden. In 1522 wordt hij totaal onverwacht en als een compromisfiguur tot paus gekozen. Zijn voorganger Leo X stamde uit het beruchte geslacht van de Medici, zijn opvolger Clemens VII eveneens.

De poging van Adrianus om de kerk te hervormen loopt faliekant af. Hij predikt ascese, ontneemt de vaak corrupte kardinalen hun privileges, stelt paal en perk aan hun spilzucht en biedt als eerste een antwoord op Maarten Luther, die met zijn aanklachten tegen kerkelijke mistoestanden aan populariteit wint. In zijn instructie uit 1522 veroordeelt hij weliswaar diens stellingen, maar hij geeft ruiterlijk toe dat er heel wat fout is gelopen binnen de kerk en dat structurele en spirituele hervormingen dringend nodig zijn. Hij vraagt Erasmus positie te kiezen in het conflict en een theologische rechtvaardiging te geven voor een alternatief kerkelijk standpunt. Erasmus gaat niet in op zijn vraag, ondanks zijn sympathie voor Adrianus. Erasmus zou zelfs beweerd hebben dat Adrianus had kunnen slagen in zijn missie voor de eenheid van de Kerk, mocht hij een pontificaat van tien jaar hebben gekregen.

Adrianus stierf op 14 september 1523. Vanuit kerkpolitiek standpunt was zijn pontificaat een mislukking. De integere, onkreukbare en diepgelovige Adrianus miste de diplomatieke gaven en elke vorm van opportunisme om in de slangenkuil van het Vaticaan te overleven, laat staan om het roer helemaal om te gooien. In het dossier passeren al die kuiperijen tegen hem de revue. Uit de gesprekken tussen Adrianus en Van Heeze, die in het boek fungeren als een reflectie op de informatie uit het dossier, blijkt telkens weer de weifelende houding van Adrianus. Gedreven door een authentieke christelijke inspiratie botste hij op de klaarblijkelijk onwrikbare wetten en immer terugkerende praktische uitdagingen die het leiden van een wereldkerk met politieke macht met zich mee bracht.

Vooral stond hij machteloos tegen de onuitroeibare aard van de menselijke natuur, wanneer macht en geld op de loer liggen. Het klerikalisme van de Italiaanse prelaten wilde hij met wortel en tak uitroeien, maar in de dagelijkse praktijk onderschatte hij de tactische draaikonterij en het egocentrisch gedrag van zijn vijanden en zelfs van zijn medestanders. Als paus en beleidsman wilde hij over elke beslissing grondig nadenken en ethische afwegingen maken. Maar zijn gevleugelde uitspraak ‘videbimus’ – we zullen zien – werd al snel gehekeld als een symptoom van bestuurlijk onvermogen. Grondig nadenken is een deugd voor de academicus, een ondeugd voor de politicus.

Ook deze historische roman is vintage Joris Tulkens: een onderhoudende pageturner over een boeiende persoonlijkheid en informatief interessant. In dit boek lardeert hij zijn grondige historische kennis zelfs met een vleugje spanning, inherent aan zijn andere liefde, het schrijven van detectiveromans. Meer nog dan in zijn andere romans zijn hier de impliciete verwijzingen naar de actualiteit legio. Net zoals in de zestiende eeuw, is ook vandaag de confrontatie tussen ‘het volgen van Christus’ en het vrijwaren van ‘het belang van de kerk’ de uitdaging bij uitstek voor elke kerkleider. De botsing tussen gewetensnood en tactisch opportunisme, tussen zijn en schijn, tussen authentieke christelijke inspiratie en kerkpolitieke obsessie voor machtsstructuren, ze is even aanwezig in 2024 als ze dat in 1523 was.

 

Joris Tulkens, Het Adrianus dossier. Historische roman, Sterck & De Vreese, Gorredijk, 2024, 269 blz., ISBN 9-789464-711622, € 24,90

 

[1] Zie mijn recensie van de wetenschappelijke uitgave: https://streventijdschrift.be/in-de-ban-van-mohammed/