Boekbespreking Herman Simissen*

 

De Nederlandse historicus Piet Emmer (°1944), emeritus hoogleraar aan de Universiteit Leiden, die als leeropdracht Europese expansie en migratie had, geldt onbetwist als de grootste kenner van het Nederlandse slavernijverleden; zijn boek De Nederlandse slavenhandel 1500-1850 (2000; tweede druk 2003) wordt beschouwd als het standaardwerk bij uitstek over dit onderwerp. Toch is Emmer niet onomstreden, omdat hij in publieke debatten regelmatig, en niet zelden op enigszins provocerende toon, feitelijke onjuistheden en misplaatste aannames weet aan te wijzen in publicaties vanuit de tegenwoordig vaak voorkomende activistische omgang met juist dit aspect van het Nederlandse verleden.

In zijn onlangs verschenen boek De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop vat Emmer de hoofdlijnen van deze geschiedenis samen in een toegankelijk betoog, gericht op een breder publiek dan dat van vakspecialisten alleen. Hij richt zich op drie thema’s: waar kwamen de slaven vandaan? Waar gingen zij naar toe? En hoe verliep de afschaffing van de slavernij? In een kort aanvullend hoofdstuk gaat de auteur dan nog in op het hedendaagse slavernijdebat, voordat hij zijn conclusies formuleert. Emmer wijst erop dat de trans-Atlantische slavenhandel aansloot op de in Afrika al lang bestaande slavenhandel: er was van oudsher een levendige slavenhandel binnen Afrika zelf, en daarnaast een slavenhandel met de Arabische wereld. Afrikanen werden dan ook niet door Europeanen tot slaaf gemaakt: Afrikanen werden door Afrikanen tot slaaf gemaakt, en verkocht aan Europese handelaren. Europeanen hadden, aldus Emmer, lange tijd geen enkele politieke macht van betekenis in Afrika, en waren eenvoudigweg niet in de positie om Afrikanen tot slaaf te maken: Europese slavenhandelaren waren geheel afhankelijk van het aanbod van Afrikaanse handelaren. Anders dan sommigen beweren, waren de afschaffing van de trans-Atlantische slavenhandel en van de slavernij volgens Emmer eerst en vooral initiatieven van Europeanen, die tot het inzicht waren gekomen dat slavenhandel en slavernij immoreel waren. In zijn hoofdstuk over het hedendaagse slavernijdebat betoogt Emmer dat dit debat nogal eens wordt bepaald door politiek wenselijk geachte beweringen die niet naar behoren zijn onderbouwd. Zo wil het gemeentebestuur van Amsterdam excuses aanbieden voor de betrokkenheid van de stad bij de slavenhandel, terwijl Amsterdam hierin, aldus Emmer, bepaald geen bijzondere rol speelde; hij ziet dan ook weinig of geen reden waarom juist Amsterdam excuses zou moeten aanbieden.

De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop is een toegankelijke inleiding op een onderwerp dat juist nu in het middelpunt van de belangstelling staat. Aanbevolen voor iedereen die belangstelling heeft voor dit maatschappelijke debat, en wil steunen op een gedegen historische achtergrond. Want dat Emmer grote kennis van zaken heeft staat buiten kijf, zelfs bij degenen die het verleden vanuit een meer activistische hoek bezien.

 

P.C. Emmer,  De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop, Uitgeverij Prometheus, Amsterdam 2021, 152 blz., paperback, ISBN 9789044648508, €  15,00