John Alonzo Dick*

 

In 1741 waarschuwde de jonge Puriteinse predikant en theoloog Jonathan Edwards (1703 – 1758) dat alleen Gods genade voorkwam dat zondaars in het hellevuur knetterden zoals spinnen in een kaarsvlam. Edwards droeg bij aan het begin van de eerste Great Awakening, een heropleving van christelijke betrokkenheid en praktijk die het grootste deel van de achttiende eeuw duurde. Historici wijzen op vier golven van christelijke heropleving tussen de vroege achttiende en de late twintigste eeuw. Elke van deze ‘grote oplevingen’ werd gekenmerkt door breed verspreide revivals, geleid door evangelische protestante voorgangers.

Ik vraag me af wat Edwards zou denken over het hedendaagse christendom in de Verenigde Staten. In 2000 waren 80% van de Amerikaanse volwassenen christenen, van wie  54% protestant en 25% rooms-katholiek. Maar de laatste analyse van religieuze ontwikkelingen door het Pew Research Center stelt dat Amerikaanse christenen binnen enkele decennia nog slechts minder dan de helft van de bevolking van de Amerikaanse bevolking zullen uitmaken. Het rapport uit 2015 had voorzien dat in 2050 twee-derde van de Amerikanen christen zou zijn. De analyse van 2022 voorziet echter dat volgens het meest waarschijnlijke scenario rond het midden van de eeuw nog slechts 47% van de bevolking christen zal zijn, en 39% tegen 2070.

Hoewel het moeilijk is precieze cijfers te krijgen, sluiten tegenwoordig in de Verenigde Staten zo’n 4000 kerken per jaar. Sommige krijgen een nieuwe bestemming als winkels, theaters, gemeenschapshuizen, of appartementen. Andere worden afgebroken. Ook worden sommige gesloten en afgebroken en de grond verkocht, omdat onroerend goed zo kostbaar is geworden.

Een van de meest interessante veranderingen in het christendom in de Verenigde Staten betreft volgens mij de Latino’s, waar het rooms-katholicisme blijft teruglopen. Hoewel katholieken de grootste groep blijven onder de Latino’s, is hun aandeel onder volwassenen het laatste decennium gestaag teruggelopen. Tegelijkertijd nam het percentage van wie niet godsdienstig gebonden zijn in dezelfde periode gestaag toe. In 2022 noemde 43% van de Latino’s zich katholiek, tegen 67% in 2010.

Wat het katholicisme in de Verenigde Staten aangaat, daar doen zich al grote veranderingen voor, met name wanneer men kijkt naar de gewijde priesters. Nieuwe roepingen en seminaristen komen voornamelijk van buiten de Verenigde Staten. Zoals John L. Allen Jr., journalist en hoofdredacteur van CRUX[1], op 13 februari jl. schreef op de website CRUX: ‘Als de kerk in de Verenigde Staten morgen alle Mexicaanse, Colombiaanse, Vietnamese, Koreaanse, Filipijnse, Nigeriaanse, Oegandese en Congolese priesters zou moeten ontstaan die in Amerikaanse bisdommen dienen, om alle vrouwelijke religieuzen uit die landen nog niet eens te noemen, zou zij net zo goed een bord met “we gaan stoppen” aan de voordeur van elke kathedraal van de bisdommen in het land kunnen bevestigen’.

Sinds 1970 is, aldus het Pew Research Center, het wekelijkse kerkbezoek onder Amerikaanse katholieken teruggelopen van 55 naar 20%, en het aantal mensen dat het katholicisme heeft verlaten is gegroeid van onder de 2 miljoen in 1975 naar meer dan 30 miljoen begin 2022.

Nadenkend en pratend over de grote terugval in betrokkenheid bij het Amerikaanse katholicisme, merkte een van mijn bevriende bisschoppen, vertrouwelijk, op: ‘Mijn God, wie gaat onze rekeningen betalen?’. Ik grinnikte en zei: ‘Misschien moet je beginnen met inkrimpen. Verkoop je bisschoppelijke landhuis in een buitenwijk bij de golfbaan, en verhuis naar een klein appartement in het centrum, vlakbij de kathedraal’. Hij vond het niet grappig. ‘Maar boven alles’, zei ik, ‘moeten we ons echt afvragen, mijn vriend, waarom mensen weggaan’. Ook voegde ik toe: ‘En, ongelukkigerwijs, als we het hebben over veel hedendaagse onderwerpen heeft de kerkelijke leiding een probleem met haar geloofwaardigheid: politiek, vrouwen, homo-rechten, en natuurlijk seksueel misbruik’.

Nadenkend over het christendom in het algemeen, is een ander vlak waar we belangrijke veranderingen zien dat van jonge mensen en hun geloof.

De ‘Zoomers’, Generatie Z, de mensen geboren van het midden tot het einde van de jaren ’90, vormt nu de minst godsdienstige generatie tot dusver. Tegenwoordig is 34% van Generatie Z niet kerkelijk gebonden, een duidelijk groter deel dan onder de Millenials, geboren tussen 1981 en 1996, met 29%, en Generatie X, geboren van de vroege jaren ’60 tot het eind van de jaren ’70, met 25%.

Minder dan 18% van de Baby Boomers, mensen geboren tussen 1946 en 1964, is niet religieus gebonden. En slechts 9% van de Stille Generatie is niet religieus gebonden. De Stille Generatie, ook bekend als de ‘Traditionalistische Generatie’, is de generatie die vooraf gaat aan de Baby Boomers, mensen geboren tussen 1928 en 1945.

Natuurlijk, nieuwe patronen van religieuze verandering kunnen zich op elk moment voordoen. Sommige van mijn vrienden zeggen dat we ons moeten voorbereiden op een vijfde Grote Heropleving. Het zou kunnen. Er zijn zoveel problemen in onze hedendaagse samenleving: toenemend wapengeweld, groeiend autoritarisme, homofobe haat en antipathie, verslechterende economische omstandigheden, enzovoort. Zoveel onderwerpen die de aanzet tot plotselinge maatschappelijke, politieke en godsdienstige omwentelingen kunnen geven.

We moeten altijd de tekenen van de tijd lezen, en dan nadenken over hun betekenis voor hedendaags geloof en gedrag. ‘Er zijn rustige tijden, die datgene lijken te omvatten dat altijd zal blijven bestaan’, merkte de Duits-Zwitserse filosoof Karl Jaspers (1883 – 1969) ooit op, ‘en er zijn tijden van verandering, die omwentelingen laten zien die, in uiterste gevallen, tot de wortels van de mensheid zelf lijken te gaan’. Ik sluit me aan bij Jaspers, en ik zou zeggen dat we inderdaad een extreme maatschappelijk-culturele omwenteling doormaken. Tot dusver kennen de Verenigde Staten in 2023 een record aantal dodelijke schietpartijen, deze verschrikking dit jaar grofweg eens per week herhalend. Deze slachting nam 88 levens in 17 moordpartijen in 111 dagen.

Een paar dagen geleden lezend in de Handelingen van de Apostelen, las ik opnieuw: ‘Aan het einde der tijden, zegt God, zal Ik mijn Geest uitgieten over al wat leeft. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen dromen dromen’. (Handelingen 2 17). Inderdaad. We moeten nu Visioenen en Dromen delen. Ik geloof echt dat we jonge mannen en vrouwen moeten aanmoedigen en ondersteunen hun visioenen van een toekomstige opvatting van het christendom na te jagen, in deze tijden van grote verandering. Dat is mijn droom. Ik ben geen pessimist. Kerkelijke leiders zouden luistersessies moeten opzetten, en jonge mannen en vrouwen moeten uitnodigen hun ideeën over  het leven en het geloof vandaag te delen. We moeten hen niet beleren. We zouden naar hen moeten luisteren. Een opbouwende dialoog begint met luisteren naar de ander. ‘Wat?’ vragen, en ‘Waarom?’.

Luisteren naar de ander was een belangrijk deel van het dienstwerk van mijn vriend Aartsbisschop Jean Jadot (1909-2009) over wie ik de afgelopen week nadacht, terwijl ik wat oude documenten herlas en uitzocht. Jean Jadot was Apostolisch Afgevaardigde in de Verenigde Staten van 1973 tot 1980. (Twee jaar geleden verscheen mijn boek over de Aartsbisschop, en het is via Amazon nog verkrijgbaar:  Jean Jadot: Paul’s Man in Washington). Vanaf dat hij een klein kind was, noemde zijn gezinsleden hem ‘Mr. Why?’ (‘Meneer Waarom?’), omdat hij voortdurend vragen stelde. Kort na zijn aankomst in Washington, DC, in 1973, werden de ‘waaroms?’ van een passende pastorale zending voor katholieken in de Verenigde Staten opgewekt in het hoofd van Jadot, terwijl hij rondreisde, keek en nadacht.

Jadot werd benoemd door Paus Paulus VI (paus van 1963 tot 1978). De meer dan honderd mannen die Jadot uitkoos als Amerikaanse katholieke bisschoppen waren gewijde priesters, afgestemd op de pastorale behoeften van de gelovigen in hun bisdommen. Na de dood van Paulus VI in 1978, werd zijn opvolger Johannes Paulus II steeds meer ontevreden en verontrust over Jadot. Hij mocht de bisschoppen van Jadot niet. Hij vertelde Aartsbisschop Jadot dat hij geen ‘pastoraal creatieve’ bisschoppen wilde. Hij wilde bisschoppen die ‘trouw en gehoorzaam aan mij in Rome’ waren. Zeker Paus Johannes Paulus II en daarna ook Paus Benedictus XVI deed zijn best af te komen van bisschoppen van het Jadot-model.

Ik herinner me dat ik Jadot bezocht nadat hij door Johannes Paulus II was overgeplaatst, weg uit de Verenigde Staten. Ik vroeg hem hoe hij zich voelde. Hij glimlachte, en zei: ‘Nu is het winter. Maar de lente zal terugkomen’.

Jean Jadot was meteen vanaf het begin van zijn dienstwerk in de Verenigde Staten pro-Amerikaans, maar zag ook grote maatschappelijke problemen opdoemen in het land, en hij was toegewijd aan opstellen van een passend Amerikaans katholiek antwoord. Tijdens mijn bezoeken en gesprekken met hem gedurende tal van jaren, sprak Aartsbisschop Jadot vaak over zijn aanwezigheid bij grandioze, indrukwekkende, en toch bijna middeleeuwse diensten in kathedralen als St. Patrick’s in New York.

De Aartsbisschop zei dat hij vaak keek naar de gezichten van jonge en oudere katholieken van de parochie en onmiddellijk zag dat een dergelijke liturgie voor hen bijna geen betekenis had. ‘Waarom’, zei hij, ‘kunnen we niet creatiever zijn met liturgische vieringen die mensen er echt bij betrekken en de gemeenschap aanspreken?’ Ik knikte instemmend, en voegde toe: ‘Waarom kunnen we niet creatiever zijn op tal van andere manieren: vrouwen in het ambt, getrouwde priesters, mannelijke en vrouwelijke leken in leidende posities, dialogen met godsdienstige leiders van het jodendom en de islam, enzovoort.’ Jadot knikte volledig instemmend.

Ik zie uit naar jongere christelijke denkers en activisten van vandaag die de vragen van Jadot en veel andere vragen beantwoorden. Misschien is het eerste wat me moeten doen beginnen met beter naar hen te luisteren, en naar degenen die niet meer betrokken zijn. We moeten nederig toegeven dat we misschien niet de beste antwoorden hebben… en zij misschien wel. We kunnen geen dialoog aangaan en samenwerken om problemen op te lossen en de toekomst vormgeven zonder dat we eerst en vooral aandachtig luisteren.

 

(vertaling: Herman Simissen)

 

 

 

Reageren? Mail naar john.dick@kuleuven.be

 

 

 

John Alonzo Dick (*1943) bekleedde als derde the Chair for the Study of Religion and Values in American Society aan de KU Leuven. Hij is voormalig academisch decaan van het American College van de KU Leuven en hoogleraar. Hij publiceerde onder meer samen met K. Schelkens en J. Mettepenningen A Aggiornamento? Catholicism from Gregory XVI to Benedict XVI (Brill, Leiden en Boston, 2013). Recent verscheen zijn boek Jean Jadot: Paul’s Man in Washington (Another Voice Publications 2021), een biografie van de Belgische bisschop Jean Jadot die van 1973 tot 1980 Apostolisch Afgevaardigde in de Verenigde Staten was.

 

[1] CRUX is een gezaghebbende Engelstalige website over ontwikkelingen in de katholieke kerk en het Vaticaan: https://cruxnow.com/ . (noot van de vertaler)