Enkele theologische opmerkingen over het terrorisme in Washington DC

John Alonzo Dick*

 

Het was pijnlijk om te zien, hoe duizenden door Trump geïnspireerde demonstranten op woensdag 6 januari het Amerikaanse Capitool binnendrongen en vernielingen aanrichtten. Zij kwamen uit het hele land, ook enkele honderden uit mijn thuisstaat Michigan. Woedende mensen in oorlog met waarheid en democratie.

De woeste demonstranten hadden uiteenlopende overtuigingen – Qanon, Proud Boys, gekozen functionarissen, doodgewone Amerikanen – maar zij waren verenigd door hun geloof in hun sekteleider en zijn post truth omgeving. Velen droegen ‘christelijke’ symbolen en spandoeken die verkondigden: ‘Jezus is mijn verlosser, Trump mijn president’. Zij denken dat zij de wereld redden van de duivel. Ze droegen kruisen en vlaggen die ‘Jezus 2020’ aankondigden. Constantijn de Grote (272-337 n.Chr.), de eerste autoritaire ‘christelijke’ vorst in de geschiedenis, zou erg trots op hen zijn geweest. Hij trok op naar en vocht bij de Tiber in 312 met ‘Chi Rho’, de beide eerste letters van de naam van Christus in het Grieks, op het schild van zijn soldaten.

Vorige week was het samensmelten van Trump en Jezus voor velen een gemeenschappelijk thema. Ook rechtse katholieken spraken hun steun uit. De Militante Kerk (Ecclesia Militans) noemde het plunderen van het Capitool door de terroristen ‘een daad van Amerikaanse patriotten’. De katholieke anti-abortus LifeSite verkondigde: ‘wat ik zag waren veel mensen die houden van God en van hun land’.

Wat ik vorige week zag, en ook deze week in nieuwsberichten, is een groep rechtse ‘christenen’ met een neo-middeleeuwse opvatting die onverenigbaar is met de constitutionele democratie. Zij zijn dan wel uiterst rechts, maar hun kijk op Christus en het christendom is uiterst verkeerd.

De gangsters die de zetel van de Amerikaanse regering plunderden volgden de bevelen op van hun autoritaire leider. Ze sloegen de politie met loden pijpen. ‘Hang Mike Pence op’ scandeerden zij terwijl ze binnendrongen. Buiten stond een geïmproviseerde galg, klaar voor de executie van Pence, compleet met houten trappen en de strop. Geweren en pijpbommen waren verborgen in de omgeving.

Trump spoorde zijn aanhangers aan ‘te vechten’. ‘We zullen nooit opgeven, we zullen nooit toegeven’, riep hij, tot verrukking van de menigte, en noemde de Democratische verkiezingsoverwinningen het resultaat van wat hij aanduidde als ‘uitbarstingen van onzin’. De trouwe volgelingen van Trump gebruikten christelijke retoriek, maar gedroegen zich als antichristelijke barbaren.

Al vroeg tijdens het presidentschap van Trump waren de gevarentekens van een autoritaire cultus zichtbaar:

  • verzet tegen kritisch denken, en dit aanduiden als nep en links denken
  • het isoleren van kritische volgelingen van de autoritaire leider, en hen straffen omdat zij niet loyaal zijn tegenover zijn regering
  • het benadrukken van waarden als oneerlijkheid en het minachten van andere mensen: waarden die zo fundamenteel tegengesteld zijn aan de waarden en de leer van Jezus
  • het verzinnen van duizenden leugens en dit ware uitspraken over de werkelijkheid noemen
  • het gebruik van familieleden om zijn sekteleiderschap krachtig te ondersteunen met onomstreden trouw en toewijding
  • het gebruiken van het christendom en van kerkleiders om zijn zelfgemaakte fascistische zaak te ondersteunen, terwijl hij een niet-kerkelijke agnost blijft
  • het blijmoedig aanvaarden van de religieuze verering van volgelingen van de autoritaire leider die verkondigen dat hij is uitverkoren en gezonden door God.

Autoritaire leiders die een publiek ambt bekleden zien godsdienst als iets dat goed van pas komt. Zij kunnen haar gebruiken om de baas te spelen over anderen; en dit maakt het mogelijk dat zij zonder zich ergens schuldig aan te maken hun ‘vijanden’ straffen want die straf, verkondigen zij, is wat God wil. Het biedt hen de mogelijkheid mensen te koeioneren en minachten: vrouwen, homoseksuelen, niet-blanken, buitenlanders, en uiteenlopende losers. Waarden als liefde, genade, en mededogen verdwijnen. De belangrijkste waarde is trouw en gehoorzaamheid aan de autoritaire leider.

Er bestaan klassieke historische voorbeelden. De atheïst en antiklerikaal Benito Mussolini (1883-1945) had de steun van het Vaticaan nodig om zijn nationale Fascistische Partij te promoten. Daarom trouwde hij in de katholieke kerk en liet zijn kinderen dopen. In zijn eerste toespraak tot het parlement in 1921 verkondigde hij dat ‘de enige waarden die uitgaan van Rome die van het Vaticaan zijn’. – Generalissimo Franco (1892-1975) van Spanje was een wrede en moorddadige dictator, maar verreweg de meeste Spaanse bisschoppen steunden het Spanje van Franco. De katholieke kerk schilderde de Spaanse Burgeroorlog af als een heilige oorlog tegen ‘goddeloze communisten’, en riep katholieken in andere landen op de Nationalisten van Franco te steunen. Hoewel bekend was dat Franco zelf niet erg vroom was, deed hij zich voor als fervente katholiek en gebruikte het geloof als middel om zijn macht en populariteit te vergroten. Hij gebruikte de Guerrilleros de Cristo Rey (Strijders voor Christus Koning) om zijn cultuur van martelingen en executies uit te voeren. – En we kennen natuurlijk het verhaal van Adolf Hitler (1889-1945). Hitler zweerde als tiener het katholieke geloof af. Hij en zijn Nazi Partij verkondigden een ‘Positief Christendom’ dat het grootste deel van de traditionele christelijke leer verwierp, met name de godheid van Jezus. Hij omschreef Jezus als ‘een Arische strijder’ die vocht tegen de corrupte Farizeeërs. Joseph Goebbels (1897-1945), de minister van Propaganda van Hitler en een van zijn nauwste en meest toegewijde medewerkers, schreef in april 1941 dat hoewel Hitler ‘een felle tegenstander’ van het Vaticaan en het christendom was, ‘mij verbiedt de kerk te verlaten. Om tactische redenen’.

Deze autoritaire leiders gebruikten het christendom, net zoals Donald Trump, een ‘goede vriend’ van kardinaal Dolan van New York, conservatieve christenen heeft gebruikt, die gemakshalve de andere kant opkeken waar het zijn immorele gedrag betrof. Hun argumentatie: hij was publiekelijk tegen abortus, tegen het homohuwelijk, hij steunde vrijheid van godsdienst en (om Dolan tevreden te houden) katholieke scholen.

Een groot aantal Amerikaanse ‘christenen’ gelooft nog altijd dat Donald J. Trump ‘door God is gezalfd’. Herinner je die dag, vroeg in juli 2020, toen hij, met de Bijbel in de hand, poseerde voor foto’s voor St. John’s Episcopal Church. Het was een ogenblik van politiek theater dat alleen mogelijk was door betogers te bespuiten met traangas. De bisschop van het Episcopal Diocese van Washington DC, Mariann Budde, benadrukte dat Trump de Bijbel bij St. John’s had gebruikt ‘alsof het een rekwisiet was of een verlengstuk van zijn militaire positie en gezag’. God zegene bisschop Budde.

 

Idealiter geeft en onderhoudt godsdienst zin aan onze levens. Zij verkondigt waarden over hoe we zouden moeten leven, en over hoe we ons tegenover elkaar moeten gedragen. Zij kan ons verenigen en ons hoop en bemoediging voor de toekomst geven. Alle grote godsdienstige tradities roepen op tot eerlijkheid, rechtvaardigheid, respect en mededogen. Maar wanneer zij grof wordt verdraaid kan zij ook een bron van verdeeldheid, vernieling en dood worden.

Het bevorderen van een gezonde christelijke manier van leven kan voor christenen de grootste uitdaging van 2021 worden. We zullen samen onze overtuigingen en gedrag moeten overdenken en onderzoeken. En we zullen onze godsdienstige leiders moeten oproepen tot inkeer te komen en te hervormen. Zoals de jezuïet pater James Martin, hoofdredacteur van het jezuïetentijdschrift America opmerkte: ‘Nu is het moment voor christelijke leiders om hun aandeel in het geweld op het Capitool toe te geven. Als je verkiezingen voorstelt als ‘goed tegen kwaad’, kandidaten belastert, en beweert dat stemmen op een bepaalde kandidaat een “doodzonde” is, dan moedig je mensen aan te denken dat dit gedrag normaal is’.

Amerika is niet gebroken. Er is licht aan het einde van de tunnel. De bestemming is niet een blank, christelijk Amerika, maar een samenleving met vrijheid en gerechtigheid voor allen. Leiderschap telt mee. Persoonlijkheid telt mee. Authentiek christendom laat het gebeuren.

 

(vertaling: Herman Simissen)

Reageren? Mail naar jadleuven@gmail.com

John Alonzo Dick (*1943) bekleedde als derde the Chair for the Study of Religion and Values in American Society aan de KU Leuven. Hij is voormalig academisch decaan van het American College van de KU Leuven en hoogleraar. Hij publiceerde onder meer samen met K. Schelkens en J. Mettepenningen A Aggiornamento? Catholicism from Gregory XVI to Benedict XVI (Brill, Leiden en Boston, 2013).