Gie van den Berghe*

 

Kunstenaars verpersoonlijken de Vrijheid doorgaans als een mooie, jonge, trotse vrouw. Zo ook het kolossale Vrijheidsbeeld dat al wie New York nadert welkom lijkt te heten. Maar ook deze geschiedenis is complexer.

Het monument is niet van Amerikaanse maar van Franse makelij. La Liberté éclairant le Monde werd bedacht, bekostigd en gemaakt door Fransen als geschenk voor de honderdste verjaardag van de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten. Het idee werd in 1865 geopperd door Edouard de Laboulaye, een vooraanstaand Frans jurist, specialist in de Amerikaanse grondwet, politicus en fel tegenstander van slavernij. De man stelde voor aan een regelmatig samenkomend gezelschap van intellectuelen – vermoedelijk allen vrijmetselaar –, naar aanleiding van de recente overwinning van de Union in de Amerikaanse Burgeroorlog de VS een gigantisch beeld te schenken als herbevestiging van de vriendschapsbanden tussen Frankrijk en de VS, en in de stille hoop dat het onder Napoleon III kreunende Frankrijk snel zou democratiseren.

De Frans-Pruisische oorlog gooide roet in het eten, maar nadien kreeg het idee snel meer vorm. Het ‘monument van onafhankelijkheid’, zoals het aanvankelijk heette, moest broederlijk door de twee volkeren worden gerealiseerd, zoals ze destijds ook met vereende krachten de onafhankelijkheid van Amerika hadden verwezenlijkt (een verwijzing naar de Franse hulp bij de oorlog tegen de Britten).

 

Verwezenlijking

Beeldhouwer en vrijmetselaar Bartholdi kreeg van broeder Laboulaye de opdracht voor het beeld en Bartholdi trok in 1871 naar de VS. Hij spande zich maandenlang in om zijn Amerikaanse broeders te overtuigen en hen over te halen de reusachtige sokkel voor het beeld, plaatsing en onderhoud van het monument te bekostigen.

In 1875 richtten de Franse initiatiefnemers een Union Franco-Américaine op, en hun Amerikaanse broeders een American Committee of the Statue of Liberty. In Frankrijk ging een intekenlijst rond voor La Liberté éclairant le Monde. Om geld in het laatje te brengen maakte Bartholdi enkele verkleinde versies van het project. Van één model werden tweehonderd stuks in terracotta geproduceerd, genummerd en verkocht als Modèle du comité.

Modèle du Comité, terracotta, ca 1876

Modèle du Comité, terracotta, gepatineerd brons. Op het voetstuk: 4th July 1776  (121,3 cm hoog)

 

Het comité organiseerde festivals en tentoonstellingen. Op de wereldtentoonstelling van Parijs in 1878 konden bezoekers tegen betaling het kolossale hoofd van Madame Liberté vanbinnen bezichtigen. In de kroon konden veertig personen plaatsnemen.

Pierre Petit, Le buste de la Statue de la Liberté sur le Champ-de-Mars, Parijs, 1878. Let op de twee kleine Liberté’s op het voetstuk onder het hoofd. Op het bord in hoofdletters: Monument de l’Indépendance

 

Het afgewerkte beeld werd op 4 juli 1884 in Parijs te midden Franse en Amerikaanse vlaggen en een grote volkstoeloop officieel voorgesteld. Ferdinand de Lesseps, die de overleden Laboulaye als voorzitter van de Union Franco-Américaine was opgevolgd, noemde het beeld in zijn toespraak ‘het achtste wereldwonder’.

In juni 1885 schonken Amerikaanse inwoners van Parijs een relatief kleine bronzen versie van het beeld aan de stad Parijs (opgericht op de Place des Etats-Unis). Een en ander werd opgeluisterd door de aanwezigheid van de Amerikaanse ambassadeur Levi Morton, de Franse premier en door een toespraak van Ferdinand de Lesseps. Tijdens het hierop volgende feestelijk diner beloofde Frankrijk alsnog een steentje bij te dragen: het beeld zou onder Franse driekleur door een Frans fregat naar New York worden verscheept.

 

Frank Leslie’s Illustrated Newspaper, New York, 18 juni 1885

Ook het American Committee of the Statue of Liberty organiseerde tal van activiteiten om Amerikanen warm te maken voor het project. Dat liep niet van een leien dakje. Amerika had al een Lady Freedom, een beeld van de hand van Thomas Crawford dat in 1863 op de pas afgewerkte koepel van de Capitol Building in Washington DC was geplaatst. Amerikanen die niet in New York woonden hadden ook weinig belangstelling voor een duur monument dat alleen in die stad te zien zou zijn.

De stad New York noch het Amerikaanse Congres wilden bijspringen. Hierop werd de ondertussen afgewerkte rechterhand met toorts tentoongesteld op de eeuwfeestexpo van 1876 in Philadelphia (rond de fakkel konden twaalf personen staan).

Collossal hand and torch. Bartholdi’s statue of ‘Liberty’

Centennial exhibition, Philadelphia, 1876. Robert N. Dennis collection of stereoscopic views

In 1883 was er voldoende geld om de werken voor de sokkel te beginnen, maar twee jaar later stokte alles. ‘Amerika was even slecht voorbereid op de massa immigranten die het spoedig zou herbergen als voor het standbeeld dat hen op een dag welkom zou heten’. Het ondertussen afgewerkte beeld werd dan maar voor bezoek vrijgegeven in de straten van Parijs. In 1885 schreef Bartholdi een geschiedenis van de totstandkoming van het beeld die in het Engels werd verkocht voor verdere financiering van het voetstuk.

Foto: Albert Fernique – Statue de la Liberté, en construction

Ateliers Gaget et Gauthier

Toen rijke Amerikanen wilden bijspringen als de naam van hun bedrijf op het voetstuk kwam, en de steden Chicago en Philadelphia het standbeeld in eigen stad wilden plaatsen, lanceerde Joseph Pulitzer (een Hongaars-joods immigrant, Amerikaans vrijheidsstrijder, de krantenmagnaat naar wie de prijs werd vernoemd) in The New York World een niet aflatende campagne om kleine investeerders aan te spreken (de eerste crowdfunding ooit).

Een hart van steen

Het Vrijheidsbeeld werd, anders dan vaak wordt gedacht en beweerd, niet gemaakt of opgericht als welkomstsymbool voor immigranten. Lady Liberty kijkt weliswaar in de richting van de oceaan maar haar blik is op Frankrijk en Europa gericht, in de hoop dat ook zij binnenkort de ketens van politieke verknechting zullen afwerpen. Lady Liberty’s rechtervoet is licht geheven, de vrijheid stapt vooruit, in de richting van Frankrijk. De vrijheid die de wereld verlicht was de letterlijke vertaling van de republikeinse hoop van de Franse initiatiefnemers. De Verenigde Staten als baken van Verlichting, als te volgen voorbeeld. Geen vrijheid voor migranten maar voor het eigen land.

Lady Liberty gooit de armen letterlijk noch figuurlijk open voor migranten. Ze is het Amerikaanse baken, het politieke voorbeeld voor de Franse schenkers. Achteraf bezien lijkt het of hier snel verandering in kwam. Drie jaar voor het beeld eind 1886 feestelijk werd ingehuldigd, herdoopte Emma Lazarus, een Amerikaans-joodse schrijfster, in een sonnet ‘de machtige vrouw met de toorts’ tot Mother of Exiles. Haar gedicht, The New Colossus, schreef ze op verzoek van het Bartholdi Pedestal Fund Art Loan Exhibition voor opname in een dichtbundel die werd geveild voor bekostiging van het voetstuk. Aanvankelijk was Lazarus niet ingegaan op het verzoek van senator William Maxwell Evarts, voorzitter van het American Committee for the Statue of Liberty, maar ze veranderde van gedachten toen vrienden er haar op wezen dat het beeld van grote betekenis kon zijn voor immigranten. Dat lag Lazarus na aan het hart want sinds begin jaren 1880 zette ze zich in voor de vele haveloze joden die, verdreven door Russische pogroms, de VS binnenstroomden.

Lazarus’ Moeder der Ballingen straalt wel een wereldwijd welkom uit en schreeuwt de oude wereld toe: ‘Geef me uw armen en vermoeiden, uw opeengepakte massa’s die smachten naar vrije adem, het onbruikbare afval dat samentroept op uw kusten. Stuur ze, deze thuislozen, door storm gedreven naar mij’.

Even contextualiseren: het jaar voordien had de VS de eerste anti-immigratiewet ingevoerd, de Chinese Exclusion Act. Het jaar nadien verdeelde Europa Afrika koloniaal.

Lazarus’ sonnet werd pas vele jaren na haar dood écht opgemerkt. Georgina Schuyler, een Amerikaanse componiste, schrijfster en vriendin van de dichteres, ontdekte het sonnet in 1901 en was zo onder de indruk dat ze alles in het werk stelde om een kopie in het voetstuk geplaatst te krijgen. In 1903 kwam The New Colossus er op een koperen plaat te hangen (later verhuisde het gedicht naar een plek boven de toegangspoort). In de jaren 1920 stond het sonnet in schoolboeken, moesten scholieren het van buiten leren en zingen. In 1949 maakte Irving Berlin, die op zijn vijfde met vader en moeder vanuit Rusland was geïmmigreerd, er het slotlied van voor zijn musical Miss Liberty, een fantasierijk verhaal over de totstandkoming van het Vrijheidsbeeld. De mythe kreeg volwassen allures.

Bij de inhuldiging van het beeld was toch minstens één Amerikaan die het vrijheidsbeeld ook als baken voor immigranten zag. Senator en vrijmetselaar Chauncey M. Depew zei toen in een lange toespraak onder meer het volgende: ‘De stralen van dit baken, die de poort tot het continent verlichten, zal de armen en de vervolgden verwelkomen met de hoop en de belofte van een thuis en burgerschap. Het zal hen leren dat er ruimte en broederschap is voor allen die onze instellingen onderschrijven en helpen bij onze ontwikkeling; maar zij die komen om onze vrede te verstoren en onze wetten af te zetten zullen voor eens en altijd vreemdelingen en vijanden zijn.’ Depew droeg het beeld in naam van de grootmeester van de New Yorkse loge op ‘aan de vriendschap onder naties en vrede voor de wereld’. Vrede en vrijheid kunnen maar bestaan, vervolgde hij, ‘als oorlogen stoppen, legers ontbonden worden en internationale disputen geregeld worden’. De ontwikkeling en vooruitgang van de Amerikaanse republiek schreef hij toe aan het strikt vasthouden aan Washingtons advies absoluut neutraal te blijven, nooit tussen te komen in politiek of beleid van andere regeringen. ‘Zo hebben de VS ‘de noodzaak vermeden om onze industrieën uit te putten om legers te bevoorraden, bronnen te belasten en uit te putten om verder oorlog te voeren en vrijheden te beperken door machtsconcentratie in de regering.’

Tegenstanders van de massale immigratie schilderden het welkomstbeeld af als het symbool van de teloorgang van Amerikaanse vrijheden en waarden, bedreigd door armoedige, zieke, vervuilde anarchisten, communisten en ander gespuis. Toen in 1890, vier jaar na de inhuldiging van het beeld, William Windom, een politiek tegenstander van immigratie, cynisch voorstelde om een immigratiestation op te richten op Liberty Island, publiceerde het satirische weekblad Judge een cartoon waarop een ontstemde Vrijheidsdame de rokken optilt om zich te beschermen tegen de nieuwkomers die door Europese vuilnisschepen aan haar voeten worden gedumpt. Ze dreigt ermee naar Frankrijk terug te keren. Het voor immigranten zo hoopvolle symbool was lange tijd voor velen een anti-immigratie symbool.

 

Hoge beelden vangen veel wind

Het Vrijheidsbeeld spreekt zozeer tot de verbeelding, is zo bekend en beroemd dat velen het idee dat eraan ten grondslag ligt opeisen voor de eigen natie of groep.

Vrijmetselaars eisen de grootste eer op. Lady Liberty is volgens hen ‘van top tot teen een maçonnieke godin. Het beeld en zijn sokkel werden bedacht, grotendeels gefinancierd, gebouwd en ceremonieel ingewijd door vrijmetselaars’. Een andere vrijmetselaar ‘onthult’ dat de werkelijke benaming van het beeld The Statue of Liberty & Freemasonry is, maar dat dit voor niet-maçons werd verhuld als Liberty Enlightening the World.

Feit is dat zo goed als alle direct betrokkenen, in Frankrijk en de VS, vrijmetselaar waren. De eerstesteenlegging op 5 augustus 1884 ging gepaard met een klassiek maçonnieke ceremonie, bijgewoond door een honderdtal New Yorkse vrijmetselaars. In de hoeksteen werd een koperen doos geplaatst met daarin onder andere een kopie van de Amerikaanse Grondwet, een portret van Bartholdi, twintig bronzen medailles van Amerikaanse presidenten (onder wie verscheidene vrijmetselaars) en een perkamenten lijst met daarop alle ‘officieren’ van de Grootloge. Grootmeester William Brodie bracht het cement aan, plaatste de steen, tikte er drie keer tegen en bood de elementen van de consecratie aan (koren, wijn en olie). Daarop verklaarde hij plechtig dat ‘geen enkele instelling meer gedaan heeft om mensen te bevrijden van het keurslijf en de ketens van onwetendheid en tirannie dan de vrijmetselarij’. Op de honderd jaar later aangebrachte maçonnieke gedenkplaat valt te lezen dat deze ‘historische gebeurtenis’ werd bijgewoond door vertegenwoordigers van de Amerikaanse en Franse regering, hogere militairen, leden van buitenlandse legaties en vooraanstaande burgers.

Verscheidene onderdelen van het beeld hebben trouwens een maçonnieke betekenis. De toorts symboliseert, zoals fakkel en kaars, het eeuwige licht (zon, God, rede). Een brandende fakkel staat van oudsher voor ‘hernieuwd leven’ of wederopstanding. Volgens sommigen zou de gestileerde fakkel van het Humanistisch Verbond een verwijzing inhouden naar de maçonnieke toorts.

Ook de stenen tafel en de zevenpuntige stralenkrans zijn vrijmetselaarssymbolen. De getallen vijf en zeven staan symbool voor ofwel de vijf planeten (Saturnus, Jupiter, Mars, Venus en Mercurius) of samen met zon en maan voor iets als het ‘Wereldgetal’. Het getal zeven zou ook verwijzen naar de zogenaamde zeven vrije kunsten en wetenschappen (grammatica, retoriek, logica, rekenkunde, meetkunde, muziek en astronomie).

Andere aanspraken op Bartholdi’s voorstelling van de Vrijheid lijken minder plausibel. Enkele Franse bronnen menen dat de man zich liet inspireren door de Colossus van Rhodes, een kolossaal beeld uit de derde eeuw voor onze tijdrekening, de Griekse zonnegod Helios voorstellend, in de haven van het Griekse Rhodes, een van de zeven wonderen van de oude wereld.

Anderen vinden dan weer dat Bartholdi heeft afgekeken van San Carlo Borromeo (in Arona) een koperen beeld ter herdenking van Charles Borromeo, een zeventiende-eeuwse aartsbisschop van Milaan. Behalve de enorme omvang valt hier niet de minste gelijkenis te bespeuren.

Bartholdi vermeldt de twee kolossen in zijn geschiedenis in een lange uitweiding over kolossale beelden om aan te tonen dat zijn Liberté ze minstens qua afmetingen overtreft. Gedetailleerd somt hij de maten van Lady Liberty’s op: 46,08 meter van de basis tot de toorts, de wijsvinger er omheen is 2,45 meter lang, met ter hoogte van het tweede vingerlid een omtrek van 1,44 meter, haar hoofd is 4,4 meter hoog, een 1,12 meter lange neus en ogen van 65 cm breed.

Frederic Auguste Bartholdi – The Statue of Liberty enlightening the world, described by the sculptor, 1885

In Italië zijn nogal wat mensen er rotsvast van overtuigd dat Bartholdi zijn mosterd bij hen haalde. In Firenze wordt gewezen op Libertà della Poesia (Vrijheid van de Dichtkunst), een werk van de Italiaanse beeldhouwer Pio Fedi (1816-1892). Dit uit 1883 daterende beeld siert het grafmonument van Giovanni Battista Niccolini (1782-1861), een republikeins dichter van het Risorgimento, een herrijzenis die Italië één maakte.

Fedi’s beeld was één jaar voor dat van Bartholdi af. Veel betekent dat niet, Bartholdi deponeerde het patent voor Liberty begin 1879, drie jaar voor Fedi klaar was maar die had al in 1871 een eerste ontwerp gemaakt. Daar staat tegenover dat Bartholdi zich voor zijn beeld baseerde op een project uit 1867 dat hij uiteindelijk niet kon afmaken: Egypte, baken van Azië, een vuurtorenbeeld aan de toegang van het Suezkanaal bij Port-Saïd.

Egypte, baken van Azië werd uitgebeeld door een traditioneel Arabisch geklede vrouw met een toorts in een opgestoken arm.

De overeenkomsten tussen Fedi’s en Bartholdi’s kunstwerk springen in het oog. Fedi’s Liberta draagt net als Bartholdi’s Liberté een diadeem of kroon met stralenkrans, haar rechterarm is geheven en haar rechtervoet vertrappelt een stuk ketting. Maar ook de verschillen vallen op. Bartholdi’s Vrijheid heeft een toorts, geen ketting in de hand en in de andere hand een wettafel, geen lauwerkrans. Bij Fedi telt de stralenkrans acht in plaats van zeven stralen, en de opgestoken arm van de vrouw is niet volledig gestrekt. Fedi’s beeld is een lofrede op de dichtkunst en de eenmaking van Italië. Bartholdi’s beeld is opgedragen aan broederschap en (de) Verlichting.

De overeenkomsten moeten niet al te zeer verwonderen. De stralenkrans is een eeuwenoud symbool, onder meer in China en India. Ook de ketting is een oeroud en wijdverspreid symbool voor zowel negatieve als positieve verbondenheid: gevangenschap of huwelijk. Een verbroken ketting staat voor bevrijding en vrijheid, en in de funeraire symboliek voor een door de dood verbroken huwelijk (een gebroken ketting onder twee in elkaar gevlochten handen).

Milanezen beweren dat Bartholdi een en ander ontleend heeft aan beelden die een balkon op de voorgevel van de Dom van Milaan sieren. Volgens sommigen is het Vrijheidsbeeld zelfs een plagiaat van La Legge Nuova (de nieuwe wet, 1810), een werk van de Italiaanse beeldhouwer Camillo Pacetti.

De linkerhand en -voorarm van de vrouw rust op een groot kruis, symbool van de nieuwe wet. De stralenkrans telt geen zeven maar twaalf eenheden, haar rechterarm is niet gestrekt en ze houdt geen toorts of fakkel vast maar een olielamp. La Legge Nuova is ook heel wat vrouwelijker, sensueler verbeeld dan Liberté.

De twaalf sterren of stralen zouden verwijzen naar een passage in de Apocalyps: ‘Een groot teken verscheen aan de hemel: een vrouw, omkleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en barensnood’ (Openbaring van Johannes, 12:1,2). De vrouw in kwestie is Maria en veel afbeeldingen van haar worden omgeven door twaalf sterren. Merkwaardig genoeg gaan ook de twaalf sterren in de vlag van Europa hierop terug.

Aan de andere zijde van het balkon aan de façade van de Dom van Milaan staat een ander vrouwenbeeld, La Legge Vecchia (de oude wet), met in de linkerarm de Bijbelse stenen tafelen met de tien geboden die God op de berg Sinaï aan Mozes zou hebben overhandigd.

Beweerd wordt dat Bartholdi de twee door Pacetti uitgebeelde vrouwen in zijn Liberté met elkaar heeft versmolten.

 

Robert Belot, een van ’s werelds grootste Bartholdi-specialisten, maakte recent duidelijk dat de Franse beeldhouwer niet direct beïnvloed werd door Fedi’s Libertà della Poesia. Beide kunstenaars waren vanzelfsprekend schatplichtig aan de Grieks-Romeinse beeldhouwkunst en beiden dweepten met een vrijheidsfilosofie. Bartholdi heeft Fedi nooit ontmoet en niets wijst erop dat hij diens werk heeft gezien. Maar beide beeldhouwers waren natuurlijk, zoals alle kunstenaars en mensen, ingebed in omgeving en tijd. Kunst, filosofie en wetenschap komen niet uit de lucht gevallen.

 

Bronverwijzingen: zie http://www.serendib.be/artikels/vrijheidsbeeld

 

Gie van den Berghe is ethicus en historicus, verbonden aan UGent. Belangrijkste werken: Met de dood voor ogen (1987), De mens voorbij (2008), Kijken zonder zien (2011). Recentste boek: Sieg heil! Van mythische groet tot verderfelijke ideologie (2020). Website: www.serendib.be.

 

 

Reageren? Mail naar: gievandenberghe@gmail.com