Frank Saenen*

 

Een ellendige ochtend in juni met een somberheid die zelfs de stralendste positivo’s alle glans lijkt te ontnemen. Gemondmaskerd-gemuilkorfd kijk ik door het raam van de tram naar buiten, rijdend door een voorstadswijk met een soms al even grauwe reputatie als de sfeer van diezelfde ochtend. Een mengsel van autosnelweglawaai, bedenkelijke luchtkwaliteit in de plaatselijke straatcanyon en een dominant grijs coloriet, zoals dat van een motregenlucht in november. Een cultureel centrum (CC) ligt in diezelfde wijk, uiteraard heel erg gesloten als gevolg van de pandemie, en dat onmiddellijk na maanden van grimmig protest tegen hakbijlbezuinigingen in de cultuurwereld. Ook dat nog.

Maar dat centrum heeft via een grote sticker aan het raam iets te vertellen: het zet, in de gegeven omstandigheden, een tijdelijke lokale radio op poten om de mensen bij elkaar te laten blijven komen. Net in die weken dat dit eigenlijk niet kan. Ik wil er meer van weten.

Zo tuimel ik in een initiatief waarvan er allicht wel meer zijn te vinden in het land. Als de bevoegde minister ons aanspoort om in ons kot te blijven, dan kan die doodgewone buurtradio een steun betekenen, een weefdraad, verbonden met het weefsel dat de hele buurt, die ook in haar kot zit, omvat. Wat die radio zoal meegeeft is even schoon als eenvoudig. Eén dag per week, met vaste rubrieken. Zoals het voorstellen van een lokale buurtwerking, bijvoorbeeld van het laagdrempelige pretloket waarbij buurtbewoners elkaar tippen over lokale activiteiten die zo’n deugd deden dat ze hun plezierige ervaring willen delen met anderen. Of de compostmeester, de lokale shoarma-uitbater, een iets bekendere artiest uit de buurt, de juf van de tekenacademie van achter de hoek, de bekende ‘iconische’ volksmens uit de wijk die er dan ook al een kleine eeuw woont. Gepassioneerde kokkerellers uit alle hoeken van de wereld delen via deze tijdelijke radio recepten vanuit de eigen keuken met elkaar, innovatieve vormen van jeugdwerking worden de ether ingestuurd, de doe-het-zelfrubriek en het Uur van de Werkende Mens, waarbij de luisteraar deelgenoot wordt van jobbeleving waarvan veel luisteraars het bestaan niet konden vermoeden. Ook de wekelijkse Zure Minuut, waarbij iemand op deze radio eens goed mag foeteren (het woord corona mag niet worden gebruikt!), op voorwaarde dat die nadien weer opgelucht is.

Een minister (bis) uitte ooit de hoop dat in de toekomst ‘het levende Vlaanderen’ zich volop als een ‘warme, inclusieve gemeenschap’ zou kunnen ontplooien. Welnu, de voorstad waar deze radio de woningen binnenvalt groeit alvast, haar sociale weefsel krijgt de gelegenheid om hechter te worden. Hoogstnoodzakelijke gemeenschappelijkheid.

Kan een CC in deze weken van opsluiting nog veel waardevoller zijn dan in dit verhaal? Nooit kwam het belang van zo’n centrum – de naam waardig – me zo helder voor de geest. Hulde aan de initiatiefnemers van deze radio en aan de overheden die hun culturele centra de ruimte en de middelen bieden om zoiets op poten te zetten. Het CC werkt hier concentrisch, middelpuntzoekend, het dient niet enkel om toeschouwers netjes in een zaal te laten samen komen om er dan diverse podiumkunsten te kunnen consumeren. Dit CC gaat verder: het wil een middelpunt zijn voor de buurt, waarbij mensen van elke leeftijd, afkomst, interesse, job,…. via deze tijdelijke lokale radio de gelegenheid hebben elkaar om elkaar te treffen, net op een moment dat daar meer dan ooit behoefte aan is. Stel je voor: de radiomakers willen nu snel ook de woonzorgcentra bereiken (op het ogenblik van dit schrijven zijn er nieuwe lockdownmaatregelen), en hopen er zo vanuit hun geïmproviseerde studio in de kantine van het CC veel broodnodige harten onder de riemen te kunnen steken. Naast de zorgverleners zelf verdienen ook deze samenbrengers met hun radio-experiment alle steun. Het zijn radio-amateurs, maar dan wel amateurs-als-liefhebbers, creatief boetserend aan een allermooiste vorm van (h)echte integratie in deze ‘lastige’ wijk en tijd. Mocht er een canon bestaan van CC-initiatieven, dan mag deze radio er alvast een plekje in krijgen.