Quinten Weeterings en de Posthistoire

Ik vraag me vaak af hoe toekomstige generaties onze tijd zullen beoordelen. Ik denk met weinig waardering. Zorg en onderwijs hebben we verwaarloosd. Belangrijke beslissingen zo lang mogelijk uitgesteld. Veel dingen alleen nog maar toegankelijk gemaakt voor mensen met geld. Alles opgeofferd aan plezier, want je leeft maar één keer en er is geen ander leven dan dit. En dan natuurlijk een enorme nivellering.

Gelukkig ben ik niet de enige die zich die vraag stelt. In de zojuist verschenen aforismenbundel van Quinten Weeterings, Grosso Modo, lees ik: ‘Wij worden te schande gemaakt als we de vacatureteksten van nu niet vernietigen voor het nageslacht’. (61) Ik kan hem alleen maar gelijk geven. Juist in dit type tekst zitten alle clichés, alle nivelleringen, alle hypocrisie van een tijd die geen inzet meer kent, nergens meer voor wil vechten en die wegzinkt in gezapig conformisme. Net als Weeterings geloof ik niet aan het enige dat de mensen nog zeggen, namelijk dat zij zich zorgen maken. Ook dat is een verdienmodel.

Bij Weeterings leidt dat tot bijtend cynisme en vooral veel humor: ‘Onze maatschappij is zo weerloos geworden; een kannibaal die lijdt aan een eetstoornis zou zijn therapie vergoed kunnen krijgen’. (61) Zijn sarcasme en zwarte humor maakt de lectuur van zijn aforismen tot feest, al kan ik niet zeggen dat ik alles begrijp en het er overal mee eens ben. Duidelijk is in ieder geval zijn afkeer van psychologie en geschiedenis als wetenschappen die in zijn ogen medeplichtig zijn aan het verdwijnen van een cultuur waarin de mensen er nog toe in staat waren te bepalen waar het om gaat en daarnaar te leven.

Voor ons is de geschiedenis slechts een ongeordende grabbelton van verhalen die  misschien nog van pas kunnen komen. Men maakt er gebruik van naargelang het uitkomt.  Alleen, men wil dat niet weten. Weeterings wel, hij begrijpt hoe dat is gekomen. Weeterings, van origine historicus, beseft wat het betekent te leven in de Posthistoire. De geschiedenis is voorbij, de emancipatie voltooid, de zelfkennis getransformeerd tot gebabbel en levenshulp. Voor zover ik kan overzien is Weeterings de enige die op dit ogenblik in de cultuur van de Lage Landen zo’n duidelijk besef heeft van de Posthistoire en die positie inneemt. En dat maakt dit boek zo belangrijk.

Weeterings gebruikt het schrijven van aforismen om dwars door onze tijd en de geschiedenis heen te grijpen naar wat buiten de tijd en buiten de geschiedenis staat. Hij maakt er geen geheim van dat hij gelooft. Giovanni Papini is belangrijk voor hem. We moeten niet alleen goede burgers worden, maar vooral helden van de geest die streven naar eenheid met het absolute. (83) Bij alle tijddiagnose en cultuurkritiek houdt hij dus vast aan de opdracht van het Christendom: ‘Men moet zich richten op het eeuwige, een andere keus is er niet’. (104)

Hier ligt de eigenlijke kracht waaruit onze auteur put en de maatstaf op basis waarvan hij de tijdgeest beoordeelt. Hij doorziet de manier waarop veel mensen zich proberen te immuniseren door voor te wenden alsof zij er niet toe doen: ‘Al gelooft men niets te zijn, men is altijd organisator van de eigen ontluistering’. (100). En natuurlijk geldt dat ook voor hem zelf: ‘Omdat de eigen dood weinig zal voorstellen, kan men maar beter het kruis voor ogen houden’. (106) Op basis hiervan weet hij een duidelijke imperatief op te stellen hoe men zich tot deze tijd moet verhouden en wat men kan doen: ‘Streef naar rechtvaardigheid en je zult merken hoe toekomstgericht je acties achteraf blijken’. (65)

 

Quinten Weeterings, Grosso Modo, Uitgeverij de Blauwe Tijger, Groningen, 2025, ISBN 9789493262386, € 19,50

 

Eric Bolle promoveerde in 1981 aan de Universiteit van Amsterdam met een proefschrift over Nietzsche. In de jaren 1985 en 1986 ontving hij een stipendium van de Fritz Thyssen Stiftung om over Heideggers interpretaties van Hölderlins poëzie te vorsen. Bij ASP Editions verscheen in 2016 zijn studie Hölderlin en HeideggerEen andere aanvang voor de filosofie. Speciale vermelding verdient zijn vertaling van Hölderlins stukken over Sophokles en Pindarus die hij samen met de beeldend kunstenaar Marcel Wesdorp publiceerde op de website Bewijsbare Mythen.

Ethiek in praktijk en theorie van de gezondheidszorg
Verstond Tocqueville de democratie?
Waarom we bang zijn
Wie knoeit is dapper
De Trumpfluisteraar (III)
De Trumpfluisteraar (II)
De Trumpfluisteraar (I)
De metafysica van Moby-Dick
Het spoor dat achterblijft
Waarheid en leugen: hedendaagse uitdagingen
Ziekte en Engagement
Verlichting versus modernisering
Vrede als plicht
Quinten Weeterings en de Posthistoire
Waarover we het hebben, als we het hebben...
Schuld zonder boete. Zijn regels slechts vrijblijvende suggesties?
Psychiatrische experimenten
Éric Michaud
De tweespalt van de tijd
‘Het is mijn innerlijk kind’
Het geluk van nabijheid. Hannah Arendt over vriendschap...
Brideshead Revisited en het katholicisme
Vagina monetaria dentata. Over onwelvaart van Steve Marryt
Mijn Queer Kruisweg
Cirkels in steen
Betje Wolff springlevend
‘Eén van de grootste geschenken van deze wereld’
Over de homo authenticus van Gilles Lipovetsky
De musicerende Socrates
Filosofie als radicale reflectie