Op het vlak van Europese veiligheid is de oorlog in Oekraïne de ‘elephant in the room’ zoals men in het Engels pleegt te zeggen. Al meer dan drie en een half jaar heerst er opnieuw een grootschalige oorlog op ons continent. In totaal vielen er al meer dan 1,5 miljoen doden en gewonden, voornamelijk militairen, en nog meer aan Russische dan aan Oekraïense zijde. Miljoenen Oekraïners zijn op de vlucht, zowel in eigen land als in de rest van Europa. Ook veel Russen hebben de vlucht genomen, voornamelijk de hoger opgeleiden uit Moskou en Sint-Petersburg, al zijn velen ook weer teruggekeerd. Ook wij in West-Europa hebben de oorlog gevoeld: hogere energieprijzen, algemene inflatie (die nadien weer wel onder controle is geraakt), opvang van vluchtelingen, tientallen miljarden steun aan Oekraïne, al dan niet in de vorm van wapens, alsook een substantiële verhoging van de defensiebudgetten. De laatste tijd lijkt Rusland roekelozer te worden door af en toe de grenzen van de NAVO militair af te tasten. De kans op escalatie is nog steeds – of meer en meer – reëel.
Opvallend is hoe meegaand de publieke opinie is in het verhaal van de EU (en NAVO) en haar lidstaten: voor 100% de kant kiezen van Oekraïne, sanctiepakket na sanctiepakket – we zijn aan nummer 19 – tegen Rusland uitvaardigen, bezuinigingen in alle sectoren en mogelijk verhoogde belastingen ten voordele van één sector, met name defensie, en een militaristisch discours met inbegrip van de idee van een nucleaire Eurobom. Het gaat er blijkbaar in als peperkoek. Van protest is weinig sprake.
De vraag is hoe dat te verklaren is, en waarom er niet meer kritiek komt op dit beleid. Ten tijden van Vietnam of in de jaren tachtig werd er wel gedebatteerd en betoogd. Er zijn ongetwijfeld meerdere verklaringen. Maar één mogelijke verklaring – de hypothese die in dit artikel naar voor wordt geschoven – is dat de bevolking in Europa en dus ook bij ons door de mainstream media murw geslagen wordt met analyses die we kunnen categoriseren als het oorlogsnarratief.
Het empirisch onderzoek dat aan de basis ligt van dit artikel staaft voor het eerst deze hypothese met het nodige cijfermateriaal. We hebben kwantitatief onderzocht in welke mate het oorlogsnarratief aan bod kwam in de audiovisuele media in Vlaanderen, meer bepaald in De Afspraak in de periode vanaf het begin van de oorlog in 2022 tot en met 2024.
Het artikel is opgebouwd als volgt. Na een inleiding over de oorlog zelf wordt uitgelegd wat we onder de concepten oorlogsnarratief en vredesnarratief verstaan. Vervolgens wordt de methodologie van het onderzoek kort uitgelegd. We eindigen met een bespreking van de resultaten en een conclusie.
De oorlog in Oekraïne
Op 24 februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen nadat Rusland in 2014 de Krim al had ingenomen (zonder te vechten) en was begonnen onrust te zaaien in de oostelijke provincies van Oekraïne. Over de redenen waarom Rusland in 2014 en nadien in 2022 Oekraïne aanviel is er geen eensgezindheid. In de literatuur vindt men een drietal verklaringen.[2] De theorie die het meeste aanhang heeft, stelt dat Rusland nooit heeft kunnen verkroppen dat de USSR geïmplodeerd is na de Koude Oorlog, en nu opnieuw groter wil worden. Sommigen benoemen dit Russisch expansionisme als imperialisme. Een andere verklaring stelt dat het Westen door de verschillende NAVO uitbreidingsrondes (en dan vooral die met de belofte in 2008 om ook Oekraïne lid te maken) Rusland geprovoceerd heeft door geen rekening te houden met de nationale veiligheidsbelangen van Rusland. Tot slot is er een binnenlandse verklaring, met name de schrik van het Kremlin dat de democratiseringsgolf vanuit Oost-Europa en Oekraïne mogelijk zou overwaaien naar Rusland. Deze analyse gaat er van uit dat het hoogstwaarschijnlijk een combinatie is van (vooral) de tweede en (ook) de derde verklaring.
De reden waarom President Poetin specifiek in 2022 de beslissing nam om Oekraïne grootschalig aan te vallen is waarschijnlijk geweest dat hij schrik had dat door de versterkte relatie tussen Oekraïne en de NAVO Rusland het Oosten van Oekraïne zou kwijtspelen, waardoor het land makkelijker tot de NAVO zou kunnen toetreden. Een land in conflict maakt immers geen kans om toe te treden tot de NAVO. Het oorspronkelijk plan van Poetin was waarschijnlijk president Zelensky van de macht te stoten en in Kiev een puppet regime te installeren. Aangezien dat niet meteen lukte, heeft hij zijn plannen moeten wijzigen en heeft hij via het oosten van Oekraïne een grootschalige landoperatie opgezet.
De volgende fasen in de oorlog kunnen onderscheiden worden:
- beginfase (eind februari 2022) waarbij Rusland op grotere weerstand van de Oekraïners stootte dan verwacht (inclusief president Zelensky die van geen wijken wilde weten), waardoor het initieel plan van Poetin om Kiev in te nemen om er een puppet regime te installeren mislukte;
- tweede fase (maart-augustus 2022): opmars van Rusland via het oosten van Oekraïne;
- derde fase (september-oktober 2022): Oekraïne dat een deel van het bezette gebied in het Oosten opnieuw kan terugwinnen;
- vierde fase (November 2022-…): Rusland dat standhoudt, wat tot een impasse leidt, een loopgravenoorlog, een war of attrition, waarna Rusland tot en met vandaag beetje bij beetje meer Oekraïens grondgebied
Oorlogsnarratief en vredesnarratief
Het discours aangaande de oorlog in Oekraïne kan volgens ons grofweg (om heuristische redenen – de werkelijkheid is complexer) in twee categorieën worden ingedeeld: oorlogsnarratief en vredesnarratief. Deze narratieven verschillen op drie grote punten: de oorzaak van de oorlog; wie de slachtoffers zijn; en hoe de oorlog moet worden opgelost.[3]
Het oorlogsnarratief stelt dat de oorlog veroorzaakt werd door Rusland, meer bepaald President Poetin, en dit omwille van expansionistische – sommigen spreken van imperialistische – drijfveren. Rusland zou de implosie van de USSR niet hebben kunnen verkroppen, en wil nu revanche nemen. Er is daarnaast één slachtoffer: Oekraïne. En de oplossing bestaat in het steunen van Oekraïne met alle mogelijke middelen (humanitaire hulp en opvang, financiële en economische steun, intelligence, militaire hulp in de vorm van het sturen van wapens) en Rusland stokken in de wielen te steken door middel van economische sancties. Oekraïne moet winnen door middel van oorlog voeren (vandaar ‘oorlogsnarratief’) en Rusland moet verliezen, wat dat ook moge betekenen. Dit oorlogsnarratief komt overeen met het beleid van (de meeste van) onze Westerse regeringen, met name binnen de EU en de NAVO, en dus ook in ons land. Uitzonderingen zijn Hongarije, Slovakije, sinds kort ook Tsjechië, en de VS onder Trump, al staat deze laatste erom bekend nogal eens van gedacht te veranderen.
Dit oorlogsnarratief lijkt ook duidelijk de overhand te hebben in de Vlaamse mainstream media, zowel in de zogenaamde kwaliteitskranten (De Standaard, De Morgen, De Tijd) als op TV en de radio. Zowel journalisten als experts die worden uitgenodigd (door diezelfde journalisten) hanteren voluit het oorlogsnarratief, waardoor de publieke opinie op dezelfde manier begint te redeneren. Mensen lijken angst te hebben dat Rusland na Oekraïne te hebben veroverd ook NAVO-lidstaten zal aanvallen, zoals de Baltische Staten, Polen, en mogelijk ook Duitsland en ons land. Door deze angst wordt de verhoging van de defensiemiddelen relatief makkelijk aanvaard. Een vrijwillige dienstplicht wordt ingevoerd en veel jongeren lijken bereid die te vervullen. In middelbare scholen worden cursussen door en over defensie gegeven. Zelfs kernwapens lijken minder onpopulair te worden met Eerste Minister De Wever die oppert om de Franse kernwapens te Europeaniseren. Is het dan verwonderlijk dat de vredesbeweging slechts 100 mensen op de been krijgt om te protesteren tegen de aanwezigheid van kernwapens in Kleine Brogel eind september 2025 ?
Er bestaat wel degelijk een ander verhaal, maar dat wordt o zo weinig gebracht en gehoord in en door de media. Dat narratief stelt dat Rusland effectief de grootste verantwoordelijkheid heeft in het tot stand brengen van deze oorlog, maar dat ook het Westen fouten heeft gemaakt die mee geleid hebben tot deze oorlog. Deze oorlog door Rusland was niet zo on-geprovoceerd als het oorlogsnarratief beweert. Daarnaast is het duidelijk, volgens het vredesnarratief, dat Oekraïne effectief het grootste slachtoffer van deze oorlog is; anderzijds zijn er meer dodelijke slachtoffers gevallen aan Russische zijde, en heeft deze oorlog ook een negatieve economische impact in heel wat andere landen. Dat de Duitse economie minder goed draait heeft direct te maken met de hogere energietarieven die dan weer te maken hebben met de oorlog. Zelfs Afrika heeft de hogere graanprijzen aan den lijve gevoeld. Wat de oplossing voor deze oorlog betreft moet Oekraïne natuurlijk worden gesteund. Maar wat ontbreekt is een diplomatiek initiatief om deze oorlog te stoppen (vandaar ‘vredesnarratief’), al zeker vanuit de EU. Dat is dus een heel ander verhaal. En dit verhaal lijkt vrijwel afwezig in de mainstream media in het Westen, inclusief in Vlaanderen.
Een korte beschrijving van het onderzoek
De narratieven van uitgenodigde experts in De Afspraak (VRT) werden vanaf het begin van de oorlog in 2022 tot eind 2024 systematisch in kaart gebracht en gecategoriseerd in functie van bovenstaand onderscheid tussen oorlogsnarratief en vredesnarratief, dat verder werd geoperationaliseerd door negen criteria op te lijsten: wie is er verantwoordelijk voor de oorlog? Wie is het voornaamste slachtoffer? Zijn Westerse waarden superieur? Moet het Westen Oekraïne militair steunen (zonder aan diplomatie te doen)? Moet Oekraïne lid worden van de EU en de NAVO? Moet diplomatie worden gepromoot? Moeten er economische sancties komen tegen Rusland? Worden de Russische belangen mee in het verhaal gebracht? Mag het conflict verder escaleren?
Elke relevante quote van de experts werd gecategoriseerd (en dus gecodeerd). Wanneer een expert in een uitzending meer ‘punten’ scoorde onder oorlogsnarratief dan vredesnarratief werd hij of zij onder oorlogsnarratief gerangschikt (en andersom). Een aparte categorie zijn die experts met evenveel quotes gerelateerd aan het oorlogsnarratief en het vredesnarratief.
Verder werd ook een onderscheid tussen beroepscategorieën gemaakt: academici, politici, journalisten (als expert), en militairen.
Resultaten van het onderzoek
Van de 153 relevante fragmenten domineerde in 110 gevallen het oorlogsnarratief, oftewel 71,9%. Het vredesnarratief had het overwicht in 28 fragmenten (= 18,3%). In 15 fragmenten (oftewel 9,8%) was er sprake van een evenwichtige verdeling tussen oorlogsnarratief en vredesnarratief. Kortom, het oorlogsnarratief domineerde voor de onderzochte periode. Het vredesnarratief kwam vier keer minder aan bod. Dit komt overeen met onze hypothese.
Wat ook blijkt is dat het oorlogsnarratief voornamelijk door journalisten (als expert) en in tweede instantie door politici wordt gehanteerd, terwijl het vredesnarratief meer door academici en – opmerkelijk – militairen wordt gebruikt. Deze laatsten waren vooral aan het begin van de oorlog – toen het nog onduidelijk was welke kant het zou opgaan – voorzichtig.
Conclusie
Voor het eerst (voor zo ver wij hebben kunnen nagaan) werd een kwantitatieve studie uitgevoerd naar op welke manier over de oorlog in Oekraïne in de Vlaamse mainstream media wordt gerapporteerd, meer bepaald door experts in een duidingsprogramma op TV. De resultaten liegen niet: grofweg 80% van het discours kan onder het oorlogsnarratief worden gecategoriseerd; slechts 20% onder het vredesnarratief. Dat komt overeen met onze hypothese.
Natuurlijk is dit geen allesomvattende analyse. Het is beperkt tot één duidingsprogramma in de audiovisuele media, al kan worden verwacht dat de resultaten uit gelijkaardige analyses dezelfde zullen zijn. Verder kan er kritiek worden gegeven op de operationalisering van de concepten oorlogsnarratief en vredesnarratief. De resultaten zullen naar onze mening echter niet grondig verschillen, mocht er her en der aan de operationalisering worden gesleuteld. Meer fundamenteel zou men de concepten oorlogsnarratief en vredesnarratief anders kunnen invullen. Zelfs in dat geval zal blijken dat het ene discours duidelijk overweegt.
Het is en blijft een feit dat Rusland Oekraïne heeft aangevallen en niet andersom. Een dergelijke actie gaat regelrecht in tegen het internationaal recht en de afspraken gemaakt in het kader van de VN na de Tweede Wereldoorlog. Dat maakt enerzijds dat zowel onze regeringen als onze publieke opinie terecht ingaan tegen Rusland, en dus dat het oorlogsnarratief intuïtief gemakkelijker te verkopen is. Anderzijds moet steeds de vraag worden gesteld waarom Rusland Oekraïne aangevallen heeft. Hierover bestaat, zoals hoger gesteld, geen eensgezindheid. In het geval echter rekening gehouden wordt met het beleid van het Westen voorafgaand aan de Russische aanvallen, kan een ander discours dan het mainstream discours worden opgehangen, een discours dat kritischer kijkt naar onze eigen beleidsdaden in het verleden (en vandaag). Zelfkritiek en politici gaan echter niet goed samen. Het is dan in principe aan de media (in democratische staten) om voldoende ruimte te laten voor dergelijke kritiek. Onze studie toont dat de media deze kritische stem te weinig hebben vervuld. Wat de redenen daarvoor zijn, valt buiten deze analyse. Maar zou het kunnen dat onze media en onze politici elkaar nodig hebben en daarom elkaar sparen? Dat is alvast voer voor verder onderzoek.
Reageren? Mail naar: tom.sauer@uantwerpen.be
Tom Sauer is hoogleraar Internationale Politiek aan de Universiteit Antwerpen. Zijn onderzoek focust op internationale veiligheid, vooral de kernwapenproblematiek.
[1] Met dank voor het helpen uitvoeren van het onderzoek aan Fauve Vermeersch en Ruben Bogaert.
[2] Tom Sauer, De Strijd voor Vrede. En Hoe we die Kunnen Winnen (Pelckmans, 2025, vierde editie), esp. Deel 2.
[3] Ibid.