Andrew Winnick is emeritus hoogleraar Economie en Statistiek aan California State University, Los Angeles, en voorzitter van The American Institute for Progressive Democracy (taipd.org). Onze redacteur Ludo Abicht (LA) sprak met hem.
LA: Waar zijn de aanhangers van president Trump, van de MAGA-beweging, bang van, waarover zijn zij boos, wat beweegt hen?
We staan tegenover zes verschillende, maar sterk met elkaar samenhangende kwesties die de aanhangers van Trump motiveren.
Stagnerende economische omstandigheden voor de onderste 40% van de bevolking of zelfs meer, die grote tekorten op de huizenmarkt ervaren, heel hoge huizenprijzen, en (tot dusver) enigszins stijgende voedselprijzen.
Trump heft zijn aanhangers ervan overtuigd dat immigratie en internationale handel belangrijke oorzaken van deze economische problemen zijn, hoewel dat niet waar is.
Tegelijkertijd zien de aanhangers van Trump dat directeuren van bedrijven en de bovenste 1% van de bevolking, zelfs 0,1%, veel rijker worden. Tussen 1973 en tegenwoordig is, bijvoorbeeld, de verhouding tussen het gemiddelde inkomen van directeuren van bedrijven tot het gemiddelde inkomen van arbeiders veranderd van 25 tot 1 in meer dan 350 tot 1. In 2024 bezat de rijkste 1% van de bevolking 30,8% van de rijkdom van het land, en de bovenste 10% bezat meer dan 60%, en iedereen weet het.
Voortdurend wordt de aanhangers van Trump gewezen op de ‘identiteitspolitiek’, die zich lijkt te richten op de behoeften en zorgen van iedereen behalve witte mannen.
Het valt zijn aanhangers op, en niet helemaal ten onrechte (en hoewel Biden de eerste president ooit was die meeliep met de stakers van een vakbond) dat de Democratische Partij haar oorsprong en fundament onder de arbeiders heeft vergeten, en zich veel meer lijkt te richten op de behoeften en zorgen van de hoogopgeleide midden- en hogere klassen, die dan wel niet zo rijk zijn in vergelijking met de bovenste 1%, maar economisch veel beter af zijn dan zowel de stedelijke arbeidersbevolking als de landarbeiders. De aanhangers van Trump hebben de idee aanvaard dat een regering eenvoudig niet effectief of efficiënt kan zijn. Dat wil zeggen dat zij sterk zijn gaan geloven in de oude leer van Ronald Reagan, dat ‘een regering altijd het probleem is, nooit de oplossing’. En zij menen dat zij belasting betalen aan een federale regering die hun geld verspilt aan andere mensen.
LA: Heeft Trump een punt? Zijn er kanten aan de ‘woke’-beweging die weerstand moeten krijgen?
Naar mijn mening, en die van heel wat andere progressieve Amerikanen, is er wel iets waar van de klacht dat de ‘woke’-beweging wat dogmatisch is geworden, en dit heeft geleid tot een ongelukkige reactie. Het gevoel bestaat dat de gevoeligheid voor de zorgen van de LGBTQ+beweging, die zeker noodzakelijk was en is en al lang te laat, heeft geleid tot een gerichtheid op het ‘tonen van gevoeligheid en bezorgdheid’ door te eisen dat mensen altijd zorgvuldig de ‘passende’ zelfgekozen bijvoeglijk naamwoorden uit een bepaalde woordenschat kiezen en gebruiken, zozeer dat zelfs degenen die aandacht voor de behoeften en zorgen van de LGBTQ+beweging steunen, de situatie vaak ongemakkelijk vinden. Maar hoe we met deze kwestie moeten omgaan is helemaal niet duidelijk. En in plaats daarvan zien we dat ‘anti-wokisme’ ertoe heeft geleid dat een hele reeks van beleidsmaatregelen wordt teruggedraaid die ten langen leste terecht en heel belangrijke maatschappelijke en economische rechten van LGBTQ+mensen aanpakten. Er wordt nu bijvoorbeeld echt schade aangericht met betrekking tot het leger, en eerlijke werkgelegenheid in het algemeen. Hoe dan ook, het gevoel dat de aandacht voor het juiste woordgebruik wat te ver ging, wordt breed gedeeld.
De term ‘wokisme’ wordt tegenwoordig ook gebruikt om programma’s te karakteriseren ten aanzien van de erkende noodzaak om gelijke politieke en rechten te verzekeren voor mensen van kleur, en voor vrouwen. Deze pogingen worden beschreven als ‘DGI-programma’s’ – Diversiteit, Gelijkheid, en Inclusie (in het Engels: DGI – Diversity, Equity and Inclusion). Terwijl zo ongeveer alle progressieve mensen de noodzaak van dit streven erkennen, gezien de ongelijkheid en openlijke discriminatie die deze groepen in het verleden in de Verenigde Staten hebben ervaren, is het zo dat dit streven er soms ook toe heeft geleid dat er voor witte mannen belemmeringen zijn ontstaan bij najagen van economische en academische kansen – en dit heeft geleid tot stevig verzet van veel witte mannen, zelf van velen die niet zelf dergelijke ‘omgekeerde discriminatie’ hebben ervaren. Als Decaan van een faculteit van een belangrijke universiteit in de Verenigde Staten pakte ik met mijn collega’s deze kwestie zo aan, dat de aanwerving van studenten, stafleden en faculteitsbestuurders iedereen bereikte en open stond voor iedereen, ongeacht ras, achtergrond, gender, en seksuele voorkeur; en pas daarna richtten we ons op het toelaten of aanstellen van de meest geschikten uit zo’n divers bestand. Tegelijkertijd werd erkend dat onze instelling, en allen die er werkten, baat zouden hebben bij het studeren en werken in een diverse omgeving. Het bereiken van een dergelijke diversiteit was en is een professionele verantwoordelijkheid.
Het bereiken van die diversiteit leidt soms tot moeilijke beslissingen.
LA: Wat zouden de ‘sterke punten’ van een ‘links’ alternatief kunnen zijn?
Ik kies ervoor deze vraag te beantwoorden door een specifiek voorstel te beschrijven dat een heel domein van vragen en resultaten aansnijdt. Ik zou willen stellen dat een belangrijk punt van een progressieve economische en politieke agenda een omvattend programma voor het bouwen van betaalbare huisvesting moet zijn en van het herstellen en opbouwen van hoogstnoodzakelijke nieuwe openbare infrastructuur. Daarmee, en door aan te dringen op het zoveel mogelijk gebruiken van in Amerika gemaakt bouwmateriaal, zou men de industriële basis van de Verenigde Staten nieuw leven kunnen inblazen en versterken, meer dan vijf miljoen goed betaalde en hopelijk onder de vakbond vallende banen kunnen scheppen, en de jaarlijkse groei van het binnenlands bruto product gedurende een aantal jaren met 5% doen toenemen. En een dergelijk programma is al zorgvuldig ontworpen en voorgelegd aan de laatste twee congressen. Ik maak zelfs deel uit van de nationale adviesraad voor een dergelijk project, dat de Nationale Infrastructuur Bank heet. Die zou in tien jaar vijf biljoen dollar beschikbaar kunnen stellen om oude infrastructuur te herstellen, zoals bruggen, luchthavens, waterleidingen, spoorwegen, elektriciteitsnetwerk, en de beschikbaarheid van internet uitbreiden naar het platteland en de binnensteden, en het bouwen van betaalbare huizen, hogesnelheidsspoorweg, scholen, en voorzieningen voor de gezondheidszorg.
Opgemerkt moet worden dat naast de formele steun van veel staten en plaatselijke overheden, vijftig leden van het Congres dit project steunden, jammer genoeg alleen Democraten, maar wel een gemengd geheel van Democraten. De nationale coalitie van aanhangers lobbyde bij meer dan honderdvijftig Republikeinen, die bijna allemaal in theorie het project steunden, maar zo bang waren voor de reactie van hun meer conservatieve collega’s dat zij niet de eerste Republikein wilden zijn die zijn steun vastlegde. Maar bijna allemaal zeiden ze dat zij zich wilden vastleggen als zo weinig als vier of vijf andere Republikeinen eerst tekenden, en allemaal lachten ze en zeiden dat als het project werd aanvaard, zij het dan zeker zouden steunen, en waardering voor de resultaten ervan verlangen.
Overigens zou de vijf biljoen dollar die voor dit doel zou moeten worden gebruikt geen nieuwe investeringen van de federale overheid vragen. Het bedrag zou helemaal kunnen worden opgebracht door het hergebruik van staatsobligaties (waarvan de Verenigde Staten er heeft ter waarde van 28 biljoen). De Verenigde Staten gebruikte zo’n bank in de laatste tweehonderd jaar vier keer eerder, waaronder tijdens Hoover, en daarna F.D. Roosevelt in de jaren 1930 en ’40 om uit de Grote Depressie te raken en de Tweede Wereldoorlog te vechten. Deze eerdere banken werden gesteund door drie Democratische, en drie Republikeinse presidenten. Infrastructuur was vroeger geen politieke kwestie. Opgemerkt moet worden dat deze methode tegenwoordig onder andere door de Europese Unie en door China wordt gebruikt.
LA: Hoe zie je het Trumpisme Trump overleven? Wat zou de rol van Vance kunnen zijn?
Het is belangrijk dat iedereen begrijpt dat Amerikaanse oligarchen Trump gebruiken. Zij vertrouwen hem niet. De meesten van hen beschouwen hem als een nuttige idioot. Hij was ‘eenvoudig’ het middel waarvan zij beseften dat zij het konden gebruiken, en hebben gebruikt, om politieke macht te verkrijgen, en hun eigen politieke programma en speerpunten door te voeren. Zij hebben zich in deze richting bewogen sinds 1973 toen de Heritage Foundation en soortgelijke instellingen werden opgericht en van kapitaal voorzien. Dit was het begin van het invoeren van het Powell Memo (Supreme Court Justice Lewis F. Powell) in 1971, dat was opgesteld in opdracht van de U.S. Chamber of Commerce, en uitdrukkelijk werd gezien als een antwoord op de waargenomen ‘Aanval op het Amerikaanse Vrijhandelssysteem’ (de titel van het Memo). Dit politieke project werd mogelijk en uitvoerbaar gemaakt door de ‘Citizens United’ beslissing van het Amerikaanse Gerechtshof in 2010, die twee belangrijke conclusies omvatte:
- Geld, in het bijzonder geld dat wordt gegeven om te worden gebruik, in politieke campagnes staat gelijk aan vrijheid van meningsuiting, en kan niet worden beperkt of aan regels worden onderworpen, en mag zelfs in het geheim worden gegeven;
- Amerikaanse bedrijven hebben dezelfde politieke rechten als burgers.
Het moet worden ingezien dat de Heritage Foundation dezelfde organisatie is die Project 2025 bedacht en opstelde, dat veel van het programma van de regering Trump voorbereidde en dat was gebaseerd op veel van de ideeën van Powell. Het bemannen van de sleutelposities in de tweede regering-Trump, met name inzake wetgeving en economie, werd de kaatste vier jaar voorbereid, en veel van de betrokkenen speelden ook een rol bij het opstellen van Project 2025.
J.D. Vance, een veteraan uit het Marine Corps die is afgestudeerd aan Yale Law School is de ware vertegenwoordiger van de oligarchen. Hij heeft nooit een baan gehad waarin hij niet werd betaald door de Silicon Valley tech-miljonair Peter Thiel. Veel mensen menen dat het plan van de oligarchen inhoudt dat Trump op de een of andere manier van de macht wordt ontheven, maar pas een tijdje na het midden van zijn huidige termijn (januari 2027). Het plan zou dan zijn dat Vance president wordt, waarna hij dan kandidaat kan zijn voor twee volledige termijnen, die hem mogelijk tien jaar als president opleveren. (Als Vance president zou worden voor het midden van de termijn van Trump, zou zijn hij (Vance) nog maar een keer president kunnen zijn na een eigen campagne. Dat is niet wat de oligarchen willen.
De belangrijkste doelen van de oligarchen zijn:
- Het perken van hun eigen belastingen en die van bedrijven.
- Het ontkrachten en machteloos maken van de regelgevende macht van de Amerikaanse regering.
- De Amerikaanse vakbondsbeweging machteloos maken.
- Het sterk beperken van federale uitgaven aan de werkende klasse en minderheden, zonder dat daaedoor een bewapende opstand wordt uitgelokt.
- Het handhaven en verhogen van regeringsuitgaven aan projecten en activiteiten die ertoe leiden dat winsten naar privéondernemingen gaan, bijvoorbeeld via het leger of de ruimtevaart, de ontwikkeling van AI-programma’s en surveillance.
- Het veiligstellen van de Amerikaanse overheersing, maar zo dat dit samenvalt met hun eigen internationale economische belangen.
Over het onderwerp immigratie is een aparte opmerking nodig. Trump en zijn kornuiten richten zich op deze kwestie omdat zij hopen dat het hun aanhangers zal bedaren en behagen, en het mogelijk zal maken dat hij een voorwendsel heeft om herhaaldelijk de grondwet en de rule of law te schenden, niet alleen op het gebied van immigratie, maar ook meer algemeen. Dit lijkt helder en duidelijk, al is het verfoeilijk. Maar wat met betrekking tot de belangen van de oligarchen en hun bedrijven? Wat verklaart hun instemming met deze wandaden? Wat zijn hun eigen belangen? Hun fundamentele aandachtspunt is de rol van immigranten, met of zonder de juiste documenten, als laagbetaalde arbeidskrachten in de landbouw, vleesverwerking, verpakking en transport, vervoerssystemen, bouw, en in beperkte mate in de verkoopafdelingen van hun fabrieken. Zij hebben weinig te winnen bij het verjagen van immigranten, anders dan het overeind houden van de steun van de MAGA-beweging voor Trump en Vance. Maar het overeind houden van die steun is van wezenlijk belang voor de plannen van de oligarchen op de lange termijn, zoals boven benoemd. Dus waarschijnlijk blijven zij aan de zijlijn als het over immigratie gaat, en laten Trump en zijn trawanten hun immorele en illegale spelletjes spelen zolang het geen weerslag heeft of te veel woede en verzet oproept tegen de belangrijkere elementen van het programma van de oligarchen. Als er een bescheiden druk op sommige salarissen en prijzen komt, wordt dit waarschijnlijk gezien als aanvaardbare kosten.
De rest van het programma en beleid van Trump is eenvoudig een afleidingsmanoeuvre om Trump en zijn MAGA-beweging enthousiast en kalm te houden. Vance zal lippendienst aan dit alles bewijzen om trouw te lijken, zijn fundament in MAGA te behouden, en zo te proberen de volle tien jaar aan de macht te blijven waarop hij en zijn aanhangers onder de oligarchen mikken. Als dit betekent dat de huidige constitutionele regering en de rule of law worden vervangen door een autoritair bewind, dan is dat aanvaardbaar voor hen, zelfs wenselijk. Als daarvoor een echt militaristische, fascistische regering noodzakelijk is, het zij zo.
De vraag is of we hun plannen kunnen dwarsbomen, de plannen waaraan zij ten minste de laatste vijftig jaar hebben gewerkt.
P.S. Zie ook het onlangs verschenen boek Dawn’s Early Light, door Kevin Roberts van de Heritage Foundation, met een voorwoord van J.D. Vance. De werkt de plannen uit die uiteen gezet zijn in Project 2025 en bouwt erop voort. Zoals sommige vroege lezers opmerkten: als je 2025 al heel wat vond, zet je schrap. Dat was nog niets.