Terwijl we de Amerikaanse presidentverkiezingen van 2024 op 5 november steeds dichter naderen, gaan mijn gedachten vaak uit naar de publieke moraal.
Publieke moraal – sommigen spreken van burgerlijke deugden – verwijst naar ethische maatstaven voor openbaar gedrag. Het voortbestaan van de democratie hangt ervan af.
De publieke moraal regelt het dagelijkse leven: hoe we onszelf en anderen behandelen, en wat we denken over de wereld – over de natuur, zaken, cultuur, godsdienst, het gezinsleven, enzovoort. Openheid is wezenlijk, net zo goed als ernstige overdenking en betrokkenheid. We bekijken. We oordelen. Dan handelen we.
Zonder een gezonde publieke moraal vervalt de democratie ofwel in wanorde ofwel in autoritaire dictatuur.
Deze dreigingen zijn tegenwoordig heel reëel. De publieke moraal wordt in autoritaire dictaturen vaak terzijde geschoven, omdat de maatschappelijke orde wordt gehandhaafd, niet door het aanhangen van gedeelde publieke waarden, maar door trouw aan de dictaten en wensen van de autoritaire heerser. Autoritaire ‘leiders’ houden van chaotische situaties waarin mensen die in angst leven gehoorzaam kunnen worden gehouden, en afhankelijk van de leider.
Er zijn drie belangrijke eigenschappen van autoritaire heersers. Zij gedragen zich zonder aansprakelijkheid. Zij verdragen geen enkele kritiek of vragen. Zij pralen met onredelijke angsten over de buitenwereld, die vaak kwalijke samenzweringen en vervolgingen omvatten.
In een gezonde democratie gelden bepaalde algemeen gedeelde morele beginselen. Kernwaarden zijn, bijvoorbeeld, dat moord immoreel is, dat diefstal immoreel is, dat het schaden van onschuldige mensen immoreel is, en dat liegen immoreel is. Als deze immorele gedragingen worden omgevormd tot maatschappelijke deugden of maatschappelijk gewoon worden, heeft de samenleving een probleem. Ik roep de woorden van de Franse filosoof en schrijver Voltaire (1694-1778) in herinnering: ‘Degenen die je absurditeiten kunnen laten geloven, kunnen je wreedheden laten begaan’.
De publieke moraal verzekert, in feite, het voortbestaan van de menselijke geest. Met ‘menselijke geest’ bedoeld ik die positieve aspecten van de mensheid die mensen jegens elkaar laten zien: empathie, respect, vrijgevigheid, emotionele verbondenheid, en zich vereenzelvigen met de ander. Deze elementen vergen een gevoel van gelijkheid en de roep om mensenrechten en rechtvaardigheid op ieder vlak van het leven, in het bijzonder maatschappelijke en economische rechtvaardigheid. Extreme op zichzelf gerichte aanspraken leiden tot conflicten, niet tot samenwerking; tot angst, niet tot hoop; tot agressie, niet tot wederzijds respect; en tot wantrouwen, niet tot vertrouwen.
Mensen ontwikkelen en stellen hun publieke moraal bij door de interactie met familie en vrienden, en met de maatschappelijke, godsdienstige, politieke en studiegroepen waarmee zichzelf vereenzelvigen.
Na de komende presidentsverkiezingen, ongeacht wie er wint en in januari president wordt, zullen we onze democratie moeten beschermen op grond van een gedeelde publieke moraal vanuit het algemeen belang. Het algemeen belang voor ogen houden betekent niet alleen voor onszelf zorgen, maar ook verantwoordelijkheid nemen voor het welzijn van anderen.
Zoals de Amerikaanse taalkundige en filosoof George Lakoff (*1941) benadrukte in zijn boek The Little Blue Book: Talking and Thinking Democratic: ‘Huizen storten in als ze niet worden onderhouden, en democratieën en de gaven van de democratie die we nauwelijks nog waarnemen en vanzelfsprekend vinden evenzeer: het stemrecht, openbaar onderwijs, mensenrechten, eerlijke rechtspraak, onbevooroordeeld nieuws, schoon water, schone lucht, nationale parken, veilig voedsel, goede banen, ethisch bankieren, betaalbare hypotheken, eerlijke verkiezingen’.
Dit alles maakt deel uit van de publieke moraal, en van het vermijden van polarisatie en chaos.
(vertaling: Herman Simissen)
Reageren? Mail naar john.dick@kuleuven.be
John Alonzo Dick (*1943) bekleedde als derde the Chair for the Study of Religion and Values in American Society aan de KU Leuven. Hij is voormalig academisch decaan van het American College van de KU Leuven en hoogleraar. Hij publiceerde onder meer samen met K. Schelkens en J. Mettepenningen A Aggiornamento? Catholicism from Gregory XVI to Benedict XVI (Brill, Leiden en Boston, 2013). Recent verscheen zijn boek Jean Jadot: Paul’s Man in Washington (Another Voice Publications 2021), een biografie van de Belgische bisschop Jean Jadot die van 1973 tot 1980 Apostolisch Afgevaardigde in de Verenigde Staten was.