Soms lijkt het lang geleden, maar ik kan me de gebeurtenis duidelijk herinneren. Yuri Gagarin, die 57 jaar geleden overleed op 27 maart 1958, was een Sovjet-Russische kosmonaut. Hij was de eerste mens die de ruimte in reisde, toen zijn Vostok ruimteschip op 13 april 1961  een baan om de aarde voltooide. De Sovjetpremier Nikita Chroesjtsjov (1894-1971) maakte snel aan het Centrale Comité van Communistische Partij van de Sovjet-Unie bekend, dat ‘Gagarin in de ruimte had gevlogen, maar daar geen God had gezien’.  Chroesjtsjov moet er hard om lachen.

Ook in de vroege jaren ’60 kwam de beweging van de ‘dood van God’ sterk op. Zij werd grotendeels geïnspireerd door de afkondiging van de Duitse filosoof Friederich Nietzsche (1844-1900) dat ‘God is dood’. Zij werd onderzocht door een groep christelijke theologen en filosofen, zoals de Franse protestante theoloog Gabriel Vahanian (1927-2012), de Amerikaanse protestante theoloog Thomas Altizer (1927-2018), en de Amerikaanse theoloog en priester in de Episcopale Kerk Paul van Buren (1924-1988). De theologen van de ‘dood van God’ stelden dat de traditionele ideeën over God verouderd waren in een moderne, seculiere wereld.

In 1971, na de ruimtereis van Yuri Gagarin, las ik, herinner ik mij, het historische boek God is Dead: The Culture of our Post-Christian Era van Gabriel Vahanian. (Mijn ouders zagen het boek, en vroegen zich af wat er omging in mijn hoofd.)  Vahanian stelde dat de ‘dood van God’ plaatsvond toen de moderne wereld de zin voor het heilige verloor. Hij bepleitte een verandering van een post-christelijke en postmoderne cultuur. Vahanian was – anders dan sommigen later beweerden – een ware gelovige.

In veel opzichten herhaalde Vahanian wat Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) had uitgedrukt in zijn Widerstand und Ergebung: Briefe und Aufzeichnungen aus der Haft. Tijdens zijn anderhalf jaar gevangenschap in de militaire gevangenis van Tegel (Berlijn), stelde Bonhoeffer de vraag naar de rol van het christendom in een ‘volwassen geworden wereld’, waarin mensen de zin voor een metafysische God verloren hadden. Hij dacht na over de betekenis van een ‘christendom zonder religie’. In een notitie van 21 november 1943 schreef hij: ‘Mijn angst voor en wantrouwen jegens “religiositeit” zijn groter dan ooit geworden’. ‘Zelfs degenen die zichzelf eerlijk omschrijven als “religieus”’, schreef hij, ‘handelen er niet in het minst naar, en dus bedoelen zij met “religieus” iets heel anders, naar ik aanneem’. Bonhoeffer reageerde uiteraard op alle ‘goede christenen’ die de nationaalsocialistische agenda van Adolf Hitler ondersteunden.

De belangrijke theologische vraag, hoe te spreken over God in een geseculariseerde en lijdende wereld was het voornaamste aandachtspunt, vanaf het midden van de jaren ’60, van mijn theologische mentor aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen, de Dominicaan Edward Schillebeeckx (1914-2009). Schillebeeckx benadrukte dat we de liefde van God ervaren, de scheppende en reddende genade van God, waar mensen ook voor elkaar zorgen, in het bijzonder voor de naaste in nood. ‘Menselijke liefde’, benadrukte hij, ‘is een belichaming, een sacrament van de liefde van God’.

Nadenkend over de secularisatiecrisis in de jaren ’60, suggereerde Schillebeeckx dat de dood van de ‘God van de leegte’, zoals hij het uitdrukte een zegen kon zijn die zou kunnen leiden tot een dieper begrip van de menselijke verantwoordelijkheid voor de toekomst van de mensheid en de kosmos. Die verantwoordelijkheid, benadrukte hij, wordt altijd ondersteund en bekrachtigd door de scheppende aanwezigheid van God. De uitwerking van de radicale secularisatie en de Westerse technische wetenschappen brachten Schillebeeckx tot het zoeken naar een theologie van de hoop.

De nadruk op de geest van God als de bron van het menselijk vermogen te ‘hopen tegen de hoop’ werd zelfs nog belangrijker in de spiritualiteit in de geschriften van Schillebeeckx toen hij zijn aandacht richtte op het enorme en zinloze lijden in de wereld van vandaag. Ten grondslag aan de spiritualiteit van de hoop van Schillebeeckx (‘het optimisme van de genade’) lag de geloofsovertuiging dat God een toekomst ‘vol hoop’ open houdt, en dat mensen de woorden zijn waarmee God het verhaal van de genade vertelt.

In 1989 schreef Schillebeeckx in zijn boek Mensen als verhaal van God dat de fundamentele ervaring van de eerste leerlingen na Goede Vrijdag waren ‘dat noch het kwaad noch het kruis het laatste woord kan hebben. De manier van leven van Jezus is goed en is het laatste woord, dat verzegeld is in zijn opstanding… Het lijden en de dood blijven absurd en mogen niet misleiden, zelfs niet in het geval van Jezus; maar zij hebben niet het laatste woord, want de bevrijdende God was absoluut dichtbij Jezus aan het kruis, zo goed als gedurende zijn hele leven’.

Soms leren mensen erg langzaam. Behoorlijk vaak vrees ik tegenwoordig dat God voor veel mensen tot niet meer dan een cultureel iets is geworden. Onze politieke leiders zeggen graag ‘God bless you’, maar zij zeggen het zoals de kassamedewerker in de supermarkt ‘een prettige dag’ zegt. Schuilt er echt geloof achter? Al te veel hedendaagse ‘gelovigen’ spreken en gedragen zich op ongoddelijke manieren.

Toch is God nog steeds met ons onderweg. Maar ik vraag me af hoe we tegenwoordig het beste over God kunnen denken. Welke woorden? Welke beelden? God is evenzeer Moeder als Vader. De oude Joodse en vroegchristelijke kosmologie, met God tronend in de hemel boven de aarde is zeker achterhaald. Chroesjtsjov zei dat Gagarin God niet had gezien in de ruimte. Maar Chroesjtsjov was verblind door zijn eigen onwetendheid en de communistische ideologie.

We hebben spiritualiteit nodig. Spiritualiteit verbindt mensen met het goddelijke. Met de diepte van de werkelijkheid. Zij geeft vrede en harmonie in onze levens. Spiritualiteit raakt aan het wezen van waar het christendom over gaat. Spiritualiteit is niet iets dat nog bovenop ons christelijke leven wordt gevoegd.

Spiritualiteit zou onze manier van leven moeten zijn – in geleefd bewustzijn van de Goddelijke Aanwezigheid, het Heilige, de Grond van het Bestaan, Emmanuel, God met ons. Er zijn veel manieren om de diepte van de werkelijkheid te omschrijven, net zoals er veel manieren zijn om te beschrijven wat het betekent van iemand te houden en geliefd te worden. Sommige van de oude beelden voor God mogen ons hedendaagse mensen dan niet meer aanspreken, maar God heeft ons niet verlaten. En wij zouden God niet moeten verlaten. We moeten eenvoudig nadenken over betere concepten, betere manieren om te spreken over onze ervaring met het Goddelijke.

We hebben open geesten en open harten nodig. Onze scholen, studiegroepen en onze parochies zouden expertisecentra moeten zijn, waar mensen moedig spreken over hun bewustzijn van de Goddelijke Aanwezigheid door hun persoonlijk gedeelde geloofsverhalen, door toneel, muziek en kunst. En door diep nadenken. We zouden de vragenden en zoekenden moeten uitnodigen en verwelkomen. We zouden moeten luisteren naar jonge mensen aan het begin van hun volwassen leven en naar oudere mensen, die worden geconfronteerd met de overgangen in hun leven.

Ongeachte het stadium in onze levensweg herinnert het Evangelie ons eraan dat God gaat en spreekt met alle mannen en vrouwen, zonder onderscheid te maken. In Matteüs  25:34-40, bijvoorbeeld, is dit heel duidelijk: ‘Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven. Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen: Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? En wanneer zagen wij U als vreemdeling en hebben U opgenomen, of naakt en hebben U gekleed? En wanneer zagen we U ziek of in de gevangenis en zijn U komen bezoeken?  De Koning zal hun ten antwoord geven: Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan.’.

Zoals de Franciscaanse spirituele schrijver Richard Rohr (*1943) zo vaak zei: ‘De aanwezigheid van God is oneindig, overal, altijd en voorgoed. Men kan niet, niet in de aanwezigheid van God zijn. Er bestaat geen andere plaats om te zijn. Wij zijn het die niet tegenwoordig zijn bij de Aanwezige. We gebruiken ieder excuus om ergens anders te zijn dan juist hier. Juist hier, juist nu lijkt nooit genoeg. Toch is het dat, maar wij zijn het die ons daar niet genoeg van bewust zijn’.

 

 

(vertaling: Herman Simissen)

 

Reageren? Mail naar jadleuven@gmail.com

 

John Alonzo Dick (*1943) bekleedde als derde the Chair for the Study of Religion and Values in American Society aan de KU Leuven. Hij is voormalig academisch decaan van het American College van de KU Leuven en hoogleraar. Hij publiceerde onder meer samen met K. Schelkens en J. Mettepenningen A Aggiornamento? Catholicism from Gregory XVI to Benedict XVI (Brill, Leiden en Boston, 2013). Recent verscheen zijn biografie Jean Jadot: Paul’s Man in Washington (Another Voice Publications 2021), over de Belgische bisschop Jean Jadot, van 1973 tot 1980 Apostolisch Afgevaardigde in de Verenigde Staten. In juni 2025 verscheen zijn boek Another Voice. Contemporary Theological & Ethical Reflections.

Gedachten over God
Interpretatie en vertaling van de Bijbel
Christendom en burgerlijk gezag
Versteende Rothko’s
Schoonheid in tijden van angst en onzekerheid
Voorzichtige vooruitblik met paus Leo XIV en Terugblik...
Georges Duby en de kathedralenbouwers, deel 2: de...
Georges Duby en de kathedralenbouwers, deel 1: de...
Robert Francis Prevost, paus Leo XIV
Mijn Queer Kruisweg
Sacramenten: geschiedenis en veronderstellingen
Conclave en de Heilige Geest
Adam’s Apples: een absurdistisch bekeringsverhaal
Katholieke liefdadigheid
Grenzen verleggen
Troubled Water en het bevrijdende van het christendom
Op de brandstapel met de kerstman!
Gebruik en misbruik van godsdienst
LHBTQ-kwesties en katholieke leer
Een idee voor de volgende katholieke reformatie
Theologie en de taal van vorig jaar
Over de lauwe steun van de Arabische en...
Schuldgevoel. Over betekenisvol ongemak
Joden en moslims aan zet
De namiddag van het christendom – Tomáš Halík
De katholieke kerk hervormen
Feiten & fantasie: een beetje geschiedenis van de...
Bevlekte ontvangenissen
Esprit de corps
Opgroeien. Een persoonlijke overdenking