Gal als remedie tegen onverschilligheid

Een zekere gelatenheid daalt neer over het perron wanneer wordt aangekondigd dat de trein vertraging heeft. Misschien waren sommigen al gewaarschuwd door een pushbericht van hun app en door de eerste ergernis heen? Of waren zij eerder gerustgesteld dat er alsnog een trein kwam? Of misschien was het gewoon gewenning na een voorjaar vol stakingen? Het is voor de geroteerde treinreiziger in België dan ook geen uitzondering meer. Bijna dagelijks zijn er vertragingen of treinen die gewoon niet rijden.

Ik vraag me ongewild af of deze gelatenheid een goed teken is, zoals hedendaagse stoa zouden durven beweren. Een teken dat externe omstandigheden niet langer invloed uitoefenen op de eigen gemoedstoestand en dat er evenmin nog een verlangen is deze omstandigheden naar zijn hand te zetten. Is deze gelatenheid een uiting van ‘een beter bewustzijn’, zoals de Duitse filosoof Schopenhauer (1788-1860) stelde; een overwinning op de eigen wil? Of eerder een ziektesymptoom, zoals zijn troonpretendent Nietzsche (1844-1900) beweerde, een teken van wilsmoeheid?

In het boek Het land is moe stelt historicus Tony Judt (1948-2010) dat de staat van een land af te leiden is van de toestand waarin het openbaar vervoer verkeert. Het openbaar vervoert belichaamt de graad van sociale cohesie en de mogelijkheden tot sociale mobiliteit, maar verhult ook iets van de nationale trots. De afbouw van het aanbod (waaronder de gecontesteerde sluiting van stations en stophaltes), de afnemende stiptheid en betrouwbaarheid van de dienstverlening (die worden verhuld achter statistische trucjes) alsook het hogere prijskaartje tonen, volgens Judt, een welvaartstaat in verval. Van trots is al lang geen sprake meer.

De gelatenheid waarmee bus- en treinreizigers reageren op deze aftakeling, onthult mogelijk ook iets over hun geestesgesteldheid. De stoa waren dan wel lovend over de onbewogenheid te midden van negatieve omstandigheden, de rest van de Oude Grieken dacht daar anders over. Hippocrates, de grondlegger van de Westerse geneeskunde, zag deze gelatenheid als een onevenwicht in de verhouding tussen de vier levenssappen. Wie onverschillig reageert, had volgens deze geneesheer een te veel aan zwarte gal. Vele eeuwen later karakteriseerde Nietzsche het onvermogen om uiting te geven aan zijn (negatieve) gevoelens, eveneens als een symptoom van een ‘slechte gezondheid’.

De remedie is simpel. Het te veel aan gal moet worden verwijderd. Een inzicht dat ook naar voren komt in de Nederlandse uitdrukking ‘zijn gal spuwen’. Toch is dit allesbehalve vanzelfsprekend. Het morele dictaat vandaag schrijft empathie voor: zij het voor de ander of voor de situatie. De persoonlijke beleving moet worden weggecijferd; veroordeeld als egoïsme. Dit leidt – uiteindelijk – tot onverschilligheid. Wie engageert zich nog, wanneer hij beseft dat zijn stem niet mag klinken?

In het verlengde van de analyse van Judt kan hierin tegelijk een ernstig democratisch deficit worden ontwaard. Wie geen zucht van ergernis meer slaakt, wanneer een openbare dienstverlening structureel stokt, heeft losgelaten. Teruggetrokken in zichzelf ondergaat hij lijdzaam de situatie waarin hij zich bevindt. Hij onderneemt geen enkele poging meer om haar te veranderen. Op de perrons van onze samenleving staan personen die noch worden gehoord noch willen worden gehoord. Hun gelatenheid is geen morele deugd, maar een teken van onbetrokkenheid. De doodsteek voor een democratie…

Ik twijfel echter geen seconde en slaak een diepe zucht. Een persoon naast mij knikt begrijpend en rolt zijn ogen in solidariteit. Verderop zoekt iemand met een bittere glimlach aansluiting bij onze ergernis. Als een lopend vuurtje verspreidt ons onuitgesproken verzet zich over het perron tot iemand ten slotte zijn gal spuwt en het uitroept dat ‘het toch echt wel beter kan’. De ergernis op het perron wordt nu vocaal. De uitspuugde gal klinkt als muziek in de oren. Onder de dikke laag as van gelatenheid smeult nog steeds betrokkenheid.

Dat de gal rijkelijk mag blijven vloeien tot het openbaar vervoer weer getuigt van een gezonde en voorspoedige welvaartstaat.

Polarisatie/verbinding: kanttekeningen bij een populair begripskoppel
ChatGPT censureert uw teksten
Memoria technica
Wolken en wapens
Gal als remedie tegen onverschilligheid
De spiritualiteit van de sedisvacatie
Een mentale gezondheidscrisis los je niet op met...
Maart 2025: the Ides of March of der...
In het dal der sentimenten
Nooit meer energiearmoede
De afbouw van het kristalpaleis
Filosofie te koop
Grootinquisiteur of Samaritaan?
Lasagnefobie
Politiek van de liefde: blijft de plaats van...
Over straflust en de nood aan begrenzing
2024: De democratie onder druk?
Wie zuiverheid claimt, creëert onwillekeurig zondebokken
Geeft de EU om mensenrechten buiten haar grenzen?
De Koran verbranden: vrije meningsuiting of ‘hate speech’?
Ontgroeien of groene groei? Als de kat maar...
Pleidooi voor iets meer torteltuin
De anachronistische deugd gastvrijheid
Vijf maal schuldig en apetrots
Glinsteringen in het grauw
De blinde vlek der beeldenstormers
Hopeloosheid?
Mogen we nog (vergelijkend en nuancerend) denken?
Geschiedenis als rechtvaardiging?
Over het ‘wij-zij’ denken of de kermisspiegel van...