Weinig films kunnen er aanspraak op maken een lievelingsfilm van een paus te zijn en hun weg te vinden naar een pauselijk document.[1] Babette’s Feast (1987) van de Deense regisseur Gabriel Axel kan dat. In de adhortatio van paus Franciscus met de titel Amoris Laetita (de vreugde van de liefde) lezen wij dat anderen blijdschap te schenken een van de grootste vreugden in het leven is.[2] Babette, de persoon naar wie de bekroonde film is genoemd, doet precies dat.
De film is gebaseerd op een verhaal van Karen Blixen dat in 1953 in het Engels verscheen.[3] Het tijdloze verhaal speelt zich af in een kleine, piëtistische geloofsgemeenschap in het negentiende-eeuwse Scandinavië.[4] De ontroerende film geeft een prachtige inkijk in de denk- en leefwereld van de gelovigen. Het eigenlijke thema van de film, die een kleine veertig jaar na zijn verschijnen nog niets van zijn aantrekkingskracht heeft verloren, ligt echter niet zozeer in die denk- en leefwereld zelf, maar wat er in de loop van de film in die kleine wereld gebeurt.
Het verhaal
In de kale kuststreek van West-Jutland leeft een kleine geloofsgemeenschap onder de energieke leiding van haar stichter en dominee. Het geloof van de gemeenschap wordt getekend door innerlijke vroomheid, rechtschapenheid, en een sobere, deugdzame levensstijl. Aan wereldse genoegens hecht de congregatie geen waarde. De twee jonge, knappe dochters van de dominee, Martine en Fillippa, zijn hun vaders steun en toeverlaat. Jonge mannen die wel wat in de dochters zien – onder wie een operazanger uit Parijs, die in een van de dochters een zangtalent herkent, en een jonge officier van goeden huize, die een toekomst als generaal tegemoet gaat en een oogje op de andere dochter heeft – maken geen kans. De wereldse levensstijl die zij voeren, staat te ver van de dominee en zijn dochters af.
Vele jaren later, op een dag in 1871, dient zich een Française aan bij de zusjes met een aanbevelingsbrief van de operazanger Achille Pépin. Babette, die haar echtgenoot en zoon verloren heeft bij de kortstondige burgeropstand, heeft moeten vluchten en zoekt een onderkomen. Zij wordt in genade aangenomen door de zusjes – wier namen, zoals Karin Blixen schrijft, verwijzen naar de kerkhervormers Martin Luther en Philip Melanchton. Babette is tevreden met haar ondergeschikte plaats als hulp in de huishouding. Zij maakt zich geliefd en blijkt handig met het huishoudgeld, waardoor er meer voor liefdadigheid overblijft. Intussen veroudert de gemeenschap. Er is nauwelijks natuurlijke aanwas. Twist sluipt in de gemeenschap, ook al gaan de religieuze routines na het overlijden van de dominee gewoon door.
Wanneer de inmiddels op leeftijd gekomen zusjes een plan maken om de honderdste geboortedag van hun vader te gedenken, stelt Babette voor dat zij voor een feestmaal zorgt. Zij staat erop dat zelf te bekostigen met de opbrengst van haar winnende lot uit een Franse loterij. De zusjes gaan akkoord, maar vrezen vervolgens het ergste. Zij worden achtervolgd door nachtmerries, zeker wanneer zij merken dat de heerlijkste ingrediënten uit Frankrijk worden verscheept. Met de genodigden spreken zij af dat er tijdens het diner geen woord over het eten gerept wordt. Generaal Lorens Loewenhielm die in de buurt bij zijn oude tante op bezoek is, komt als gast van zijn tante mee. Als man van de wereld geniet hij met volle teugen van het feestmaal en, niet belast door de afspraak tot stilzwijgen, kan hij er niet over uit. In de gerechten herkent hij zelfs de hand van de cheffin van het vermaarde Parijse Café Anglais. Langzaam komen de gasten los. Het feestmaal werkt verbroederend en een diep geluk daalt op een ieder neer.
Piëtisme
Babette’s Feast is in zijn eenvoud van uitzonderlijke charme. De natuurlijke omgeving van het kale kustlandschap weerspiegelt de ernstige, sobere levensstijl van de bewoners van de kleine nederzetting. De vrome, wereld-mijdende en op innerlijke geloofsbeleving gerichte gemeenschap is met sympathie geportretteerd. De beschutting die de eenvoudige onderkomens aan elkaar bieden, vindt een parallel in de geestelijke beschutting die de gelovigen bieden aan elkaar. De film is zo een sfeertekening van de piëtistische bewegingen die zich in de laat zeventiende en achttiende eeuw binnen het Lutheranisme ontwikkelden. De meest bekende daarvan was de beweging onder leiding van de Duitse graaf Zinzendorf – de Hernhutterbeweging – die onder meer in Suriname grote aanhang verwierf. In de film komt de aantrekking van het piëtisme op de hogere burgerij en adel tot uiting in de persoon van generaal Lorens Loewenhielm en in de opmerking in zijn tafelrede over de populariteit van de preken van de dominee aan het Deense hof.
De levenshouding van de kleine gemeenschap wordt onderstreept door het gezang over het hemelse Jeruzalem, waarmee wij haar in het begin van de film aan de tafel in de huiskamer treffen.[5] De beeldspraak is ontleend aan het boek Openbaringen,[6] dat een toekomstvisie bevat van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Het hemelse Jeruzalem staat voor volmaaktheid en vreugde, en de ultieme vervulling van het aardse leven. De dominee preekt over Psalm 85:11, in de Willibrordvertaling: ‘Genade en trouw ontmoeten elkaar, gerechtigheid en vrede kussen elkaar.’[7] In Christus komen deze begrippen bijeen. Zij staan daarmee ook voor innerlijke vrede en verzoening met God.
De heiliging van het leven
Toch ontbreekt er iets in de gemeenschap, zeker in de manier waarop zij zich ontwikkelt. De geestelijke routines lijken plichtmatig te worden. De onderlinge verhoudingen verzuren een beetje. Het is het feestmaal van Babette dat daarin verandering brengt. Dat feestmaal is rijk aan symboliek, die in de tijd sinds het verschijnen van Babette’s Feast ook is herkend, becommentarieerd en geduid.[8]
Sacramentele verwijzingen in de maaltijd zijn onmiskenbaar: de twaalf disgenoten – zij het zonder de aanstichtster van het feestmaal – het brood en de wijn, die rijkelijk vloeit. Zelfs in een van de specifieke gerechten is wel een diepere symboliek gevonden.[9] Zonder parallellen op de spits te drijven, kan in de belangeloze vrijgevigheid van Babette ook een offer worden gezien: haar hele loterijwinst van 10.000 francs gaat aan de overvloedige maaltijd op.
Het feestmaal doet iets bijzonders. Het brengt een innerlijke ommekeer teweeg. De tafelgenoten krijgen blos op de wangen. De wijn maakt de tongen los. Misstappen worden opgebiecht, onderlinge twisten worden bijgelegd, gevoelens van liefde worden uitgesproken. De prioriteiten worden weer helder. Het is weer duidelijk wat werkelijk van waarde is, zoals de generaal in zijn tafelrede onder verwijzing naar genade en waarheid, gerechtigheid en trouw verwoordt. Het feestmaal verzoent. ‘Vrede laat ik u, Mijn vrede geef ik u,’ is de onuitgesproken tekst die besloten ligt in de sfeer van eenheid en vergevingsgezindheid die ontstaat. Een glimp van het hemelse Jeruzalem wordt zichtbaar.
Het wereldlijke – het feestmaal – blijkt iets van de goddelijke werkelijkheid te kunnen openbaren. Dit is een diepe christelijke ervaring: de scheiding tussen het goddelijke en het wereldlijke is niet absoluut. De heilstekenen, de sacramenten, brengen bij uitstek de verbinding tussen beide tot stand. Het feestmaal is niet voor niets sterk in eucharistische symboliek.
Voor de piëtisten is de onderdompeling in de aardse geneugten verre van vanzelfsprekend. Toch worden zij in de film niet tegen andere stromingen uitgespeeld. De jonge buitenstaander Lorens Loewenhielm wordt geraakt door de preken van de dominee; de ‘paapse’ operazanger Achille Pépin en Babette worden met openheid verwelkomd. De piëtistische disgenoten ervaren uiteindelijk in het feestmaal een heiliging van het aardse leven – een waardering voor het geschapene en een gepaste toewijding aan al wat ons hier gegeven is. Tegelijk worden zij in hun geloof vernieuwd. Op weg naar huis maken de gasten een dansje rond de waterput in het nachtelijk schijnsel en heffen zij zachtjes een lied aan.
Mét en zonder de diepere religieuze duiding is Babette’s Feast een kleine veertig jaar na zijn verschijnen nog steeds een prachtige film. Zoals de paus het verwoordde: Babette’s Feast toont ook simpelweg de vreugde van het schenken. Voor de nieuwe verfilming die enkele jaren geleden is aangekondigd, ligt de lat dan ook hoog.
Reageren? Mail naar: Sophie.vanBijsterveld@ru.nl
Sophie van Bijsterveld is hoogleraar Religie, recht en samenleving aan de Radboud Universiteit.
[1] Zie Antonio Spadaro S.J., ‘A Big Heart Open To God: An Interview with Pope Francis’, in America. The Jesuit Review, 30 september 2013, https://www.americamagazine.org/faith/2013/09/30/big-heart-open-god-interview-pope-francis#:~:text=%E2%80%9CWe%20should%20also,Babette%E2%80%99s%20Feast.%E2%80%99.
[2] Adhortatio van paus Franciscus, Amoris Laetitia (De vreugde van de liefde) van 19 maart 2016 (randnr. 129), chrome-extension://efaidnbmnnnibpcajpcglclefindmkaj/https://www.vatican.va/content/dam/francesco/pdf/apost_exhortations/documents/papa-francesco_esortazione-ap_20160319_amoris-laetitia_en.pdf. De adhortatio (letterlijk: aansporing) is een pauselijke brief, die in dit geval voortgevloeid is uit een bisschoppensynode en gericht is aan ‘de bisschoppen, priesters en diakens, aan de godgewijde personen, aan de christelijk gehuwden en aan alle lekengelovigen’.
[3] In 1958 verscheen het verhaal in het Deens. De Engelse tekst is opgenomen in: https://gutenberg.ca/ebooks/blixenk-anecdotesofdestiny/blixenk-anecdotesofdestiny-00-h-dir/blixenk-anecdotesofdestiny-00-h.html. Karen Blixen is vooral bekend van haar roman Out of Africa (1937) en de verfilming daarvan (1985).
[4] Het oorspronkelijke verhaal speelt zich af in Noorwegen.
[5] Het is een oorspronkelijk Engelse hymne (‘Jerusalem, my happy home’), die in een Nederlandse versie is terechtgekomen in het (gereformeerde) Liedboek van Joh. de Heer (gezang 701), ‘Jeruzalem, mijn zalig thuis’.
[6] Zie bijvoorbeeld Openbaringen 22:1.
[7] De Statenvertaling – in mijn ogen nog altijd de vertaling met het meest rijke taalgebruik – spreekt in plaats van ‘genade’ van ‘goedertierenheid’.
[8] Zie bijvoorbeeld Surit Dasgupta, ‘Christ’s Delight – An Analysis of Babette’s Feast’, op A Neigbor’s Choice, https://aneighborschoice.com/christs-delight-an-analysis-of-babettes-feast/#:~:text=Babette%E2%80%99s%20Feast%20is%20a%20fascinating%201987%20Danish%20film%2C,the%20Vatican%20in%20its%20list%20of%20important%20films; Jacques Servais, ‘“Plenty of Food for Everyone”: A Balthasarian Look at Babette’s Feast’, in: Communio: International Catholic Review, 44 (Fall 2017), blz. 415 – 441 (chrome-extension://efaidnbmnnnibpcajpcglclefindmkaj/https://www.communio-icr.com/files/44.3_Servais.pdf); of Kljell O. Lejon, ‘Babette’s Feast: Protestant Pietism, the Conflict of Spirit and Flesh, and Reconsiliatory Grace in the Danish Babette’s Feast’, in G. Espinosa, E. Redling (eds), Protestants on Screen: Religion, Politics, and Aestetics in European and American Movies, New York: Oxford University Press 2023, blz. 167 – 178 (chrome-extension://efaidnbmnnnibpcajpcglclefindmkaj/https://liu.diva-portal.org/smash/get/diva2:1818945/FULLTEXT02.pdf).
[9] Het gaat om de ‘kwartel in de sarcofaag’. Zie hierover Kljell O. Lejon, o.c., blz. 8 van de online versie.