Boekbespreking

Herman Simissen*

 

Tot aan het begin van de coronacrisis verzorgde ik sinds 1998 jaarlijks in augustus een zomerschool voor studenten van Meiji Gakuin University uit Tokio en Yokohama. Daardoor ontwikkelde ik een milde belangstelling voor Japan en de Japanse cultuur, overigens zonder dat ik enige aandrang voelde zelf naar het Verre Oosten af te reizen. De Nederlandse cabaretier, schrijfster en columnist Paulien Cornelisse (*1976) daarentegen koesterde van jongs af aan een ware fascinatie voor dit land en zijn bewoners, en heeft er zelfs enige tijd gewoond om de taal te leren en zo de Japanse cultuur en samenleving beter te leren kennen. Van haar fascinatie voor Japan getuigde zij onder meer in de documentaireserie Tokidoki (2018), een reeks van acht televisieprogramma’s waarin zij in iedere aflevering aan de hand van een enkel begrip de Japanse cultuur verkende.

Een andere uitdrukking van haar fascinatie voor het land van de rijzende zon is het boekje Japan in honderd kleine stukjes dat zij onlangs publiceerde. De titel geeft precies aan wat de lezer mag verwachten: een persoonlijk portret van Japan en de Japanners in honderd korte teksten, overigens nog altijd van wisselende lengte, variërend van enkele regels tot enkele bladzijden. Deze teksten betreffen dingen die Cornelisse in Japan zijn opgevallen – omdat zij net even anders zijn dan in Nederland, of juist onverwacht sterk lijken op wat zij in haar vaderland gewend is. Niet zelden zijn haar observaties grappig. Zo beschrijft de auteur, toevallig net op dat moment in Japan, de inhuldiging van de huidige keizer Naruhito in 2019. De publieke festiviteiten bij deze gelegenheid omvatten niet meer dan een rondrit in een open auto door de straten van de hoofdstad Tokio, een rit die een klein half uur besloeg. ‘Je kunt je niet voorstellen’, aldus de schrijfster, ‘dat Willem-Alexander er zo makkelijk vanaf zou zijn gekomen. Maar goed, de Japanse monarchie is de oudste ter wereld, ze heeft meer tijd gehad om dit soort dingen uit te onderhandelen. Misschien moesten Japanse keizers in de achtste eeuw ook nog koekhappen met lijfeigenen, maar zijn ze daar rond 1600 mee gestopt.’ (blz. 86)

Veel van de teksten zijn geïllustreerd met tekeningen van de hand van Paulien Cornelisse zelf. Haar boek is zo een heel persoonlijke uitnodiging tot kennismaking met de Japanse cultuur – opgewekt van toon, en vol met allerlei kleine wetenswaardigheden. Daarbij vermijdt de schrijfster lastige onderwerpen als de ongemakkelijke omgang van (veel) Japanners met het verleden van hun land, en met name met de Tweede Wereldoorlog, overigens bepaald niet. Zo is Japan in honderd kleine stukjes een bijzonder aardig boek, zeker voor wie – zoals ik – toch al enige belangstelling voor dit land en zijn bewoners heeft.

 

Paulien Cornelisse, Japan in honderd kleine stukjes, Uitgeverij Cornelisse, 2020, hardcover, geïllustreerd, 224 blz., ISBN 9789082430271, € 18,99